direct naar inhoud van 6.4 De verbeelding
Plan: Oostelijke binnenstad
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.A0902BPSTD-OH01

6.4 De verbeelding

Vanaf 1 januari 2010 is wettelijk gezien geen sprake meer van een plankaart, maar van een digitale en analoge verbeelding. Om aan de wettelijke verplichting vanuit de Wet ruimtelijke ordening te voldoen, dient de verbeelding op twee wijzen beschikbaar te worden gesteld: zowel analoog als digitaal. Beide verbeeldingen moeten in samenhang met de regels kunnen worden gelezen en begrepen. Met het oog op de leesbaarheid van de regels en deze toelichting wordt de term 'verbeelding' nog gehanteerd. In de begripsbepaling van de regels is bepaald dat met verbeelding wordt bedoeld de analoge of de digitale verbeelding. Bij discrepantie heeft de digitale verbeelding voorrang op de analoge.

Op de verbeelding met legenda zijn de verschillende bestemmingen te vinden. Het bestemmingsplan kent de volgende bestemmingen: 'Bedrijf-1, -2 en -3', 'Cultuur en ontspanning-1 en -2', 'Gemengd-1 en -2,' 'Groen', 'Maatschappelijk-1 en -2 ', 'Sport', 'Tuin-1, -2 en -3', 'Verkeer', 'Water' en 'Wonen-1 en -2', alsmede de dubbelbestemmingen 'Waterstaat/Waterkering', 'Waarde-archeologie A', 'Waarde-archeologie B', 'Waarde-archeologie C', 'Waarde-archeologie I' en 'Waarde-archeologie L' en 'Waarde-cultuurhistorie'. De archeologische verwachtingswaarden zijn hiermee in het bestemmingsplan verankerd.

Het bestemmingsplan beoogt de bescherming van de cultuurhistorische en architectonische waarden. De bescherming van deze waarden is geregeld in de dubbelbestemming "Waarde-cultuurhistorie' , waar de gronden, naast de op de verbeelding aangegeven andere bestemmingen, tevens zijn bestemd voor het behoud, herstel en versterking van deze waarden. De bestemming is primair ten opzichte van de andere aan de gronden gegeven bestemmingen, zodat daarmee duidelijk is dat het belang van de bescherming van het stadsgezicht voorop staat.

De opbouw van de bestemmingsregels is, overeenkomstig de landelijk voorgeschreven Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008, als volgt: bestemmingsomschrijving, bouwregels, nadere eisen, ontheffing van de bouwregels, specifieke gebruiksregels, ontheffing van de gebruiksregels, sloopvergunning en wijzigingsbevoegdheid.

Op de verbeelding komen tevens functieaanduidingen voor. Daarnaar wordt in de regels verwezen, opdat de aanduidingen bindend zijn. Een voorbeeld hiervan is de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-1 toegestaan op de eerste bouwlaag', hetgeen betekent dat een horeca 1- gelegenheid uitsluitend is toegestaan op de eerste bouwlaag, daar waar op de verbeelding deze aanduiding voorkomt.

Naast functieaanduidingen zijn ook bouwaanduidingen op de verbeelding opgenomen. Een voorbeeld hiervan is 'specifieke bouwaanduiding - orde 1'. Dit type specifieke bouwaanduidingen geeft de architectonische waardering aan, en is gebruikt ter vervanging van de waarderingskaart die voorheen als separate kaart onderdeel van het bestemmingsplan uitmaakte. Met de bouwaanduidingen zijn de waarderingen in het bestemmingsplan geïntegreerd.

Het bestemmingsplan kent daarnaast nog enkele algemene gebiedsaanduidingen voor het ondergronds railtracé, de geluidzone industrie en de wro-zone-ontheffingsgebied (voor horeca 6).

De analoge verbeelding is getekend op een topografische ondergrond. Op elk perceel is een huisnummer aangegeven, zodat eenvoudig is na te gaan welke bestemming ter plaatse geldt.