direct naar inhoud van 5.8 Hotels (horeca 5)
Plan: Oostelijke binnenstad
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.A0902BPSTD-OH01

5.8 Hotels (horeca 5)

In het plangebied zijn op dit moment 14 hotels gevestigd.

5.8.1 Uitgangspunten

In de 'Visie toeristische ontwikkeling in de Oostelijke Binnenstad' is aangegeven dat het mogelijk maken van uitbreiding van hotels één van de manieren is om het toerisme meer in de richting van het oostelijke deel van het stadsdeel te spreiden. Deze visie is onder meer vastgelegd in het Hotelbeleid Amsterdam Centrum 2008-2012. Uitgangspunt is dat hotelontwikkeling wordt gespreid richting het oostelijk deel van de binnenstad, dat wil zeggen ten oosten van de Amstel-Nieuwe Herengracht en dan met name aan de grotere straten in het plangebied, zoals de Roetersstraat en de Sarphatistraat. Voor de locatie van een hotel is het belangrijk dat deze goed bereikbaar én toeristisch aantrekkelijk is. Toeristisch aantrekkelijk houdt in dat vermaak (o.a. restaurants en cafés) binnen handbereik ligt. Andersom geldt ook dat bezoekers van hotels het economische draagvlak voor restaurants, cafés en winkels vergroten. Bij hotelontwikkeling moet wel rekening gehouden worden met het karakter van een buurt.

Op grond hiervan maakt dit bestemmingsplan uitbreiding van nieuwe hotels mogelijk, door middel van een wijzigingsprocedure en uitsluitend als wordt voldaan aan de volgende criteria:

  • bevordering functiemenging (in de buurt en/of binnen een pand);
  • kwaliteitsimpuls (aan het pand en/ of de buurt);
  • geen overmatige verkeersaantrekkende werking;
  • parcellering en architectonische kwaliteit;
  • beschermen woonfunctie.

Beschermen woonfunctie

In de Amsterdamse binnenstad behoeft de woonfunctie, zeker in relatie tot de hotelfunctie, extra bescherming. Weliswaar worden woningen, vooral als zij behoren tot de sociale voorraad, al beschermd via de (regionale) Huisvestingsverordening, maar ook in het kader van de ruimtelijke ordening is er aanleiding om grote terughoudendheid te betrachten ten aanzien van hotelplannen die ten koste gaan van woonruimte. Uitgangspunt is daarom dat als er al medewerking wordt verleend aan omzetting van woonruimte in hotelruimte – en dat is alleen het geval als aan de andere beleidsregels wordt voldaan en medewerking wordt verleend op grond van de Huisvestingsverordening -, dat alleen gebeurt als het aantal woningen en het totale woonoppervlak dat verloren gaat, in redelijke verhouding staan tot het aantal te realiseren hotelkamers respectievelijk het te realiseren hoteloppervlak. Een voorwaarde is bovendien dat slechts enkele woningen per initiatief verloren gaan. Om misbruik te voorkomen worden in het kader van deze beleidsregel voormalige woningen, die kort voor de indiening van het plan om een hotel te realiseren aan hun woonbestemming zijn onttrokken, gelijkgesteld aan woningen.

Bed & Breakfast-accommodaties worden niet in het bestemmingsplan opgenomen, aangezien het hierbij gaat om aanbieden van overnachting voor ten hoogste vier personen in een zelfstandige woning die wordt bewoond door de hoofdbewoner. Als aan deze (en aan een aantal andere) Bed & Breakfast verbonden voorwaarden wordt voldaan, dan is sprake van bewoning. Als niet aan deze voorwaarden wordt voldaan, dan is sprake van een logeerverblijfsinrichting, dat wil zeggen hotel.