direct naar inhoud van 5.1 Algemeen
Plan: Oostelijke binnenstad
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.A0902BPSTD-OH01

5.1 Algemeen

Het bestemmingsplangebied kenmerkt zich voornamelijk als woongebied. Functies die naast wonen voorkomen zijn grote kantoren (vooral langs de Weesperstraat) voorzieningen op het gebied van onderwijs (UvA) en een aantal verpleeghuizen. Daarnaast bevinden zich in het plangebied een aantal grootstedelijke functies op het gebied van cultuur en vrije tijdsbesteding (Artis, De Hollandse Schouwburg, de Hermitage, het Verzetsmuseum en theater Carré). Winkels, hotels, restaurants en cafés zijn in het plangebied relatief weinig aanwezig. De aanwezige horeca en hotels zijn vooral geconcentreerd rondom de Plantage Kerklaan en het Kadijksplein.

5.1.1 Bestemmingen

Het algemene beleid voor de functies is gericht op het behouden en waar mogelijk versterken van de functiemenging. Om die reden is in de vernieuwde bestemmingsplannen het gebruik van gebouwen zo flexibel mogelijk gemaakt door aan vrijwel alle bebouwing de bestemming 'Gemengd' te geven. In de gebouwen met deze bestemming zijn in principe alle soorten gebruik toegestaan. Bepaalde functies kunnen echter een ongewenste druk op het woon- en leefklimaat leggen. Deze overlastgevende functies worden in het bestemmingsplan nader geregeld. Dit geldt bijvoorbeeld voor horeca en hotels.

Hieronder wordt kort ingegaan op verschillende bestemmingen die deel uitmaken van dit plangebied. Vervolgens zullen in de navolgende paragrafen de specifieke ontwikkelingen en beleidsuitgangspunten per functie aan bod komen.

De bestemming 'Gemengd' bestaat in dit plangebied uit twee categorieën, waarbinnen verschillende functies zijn toegestaan. Binnen de bestemming 'Gemengd-1' zijn in beginsel alle soorten functies toegestaan op alle bouwlagen. (Er geldt een aantal uitzonderingen. In de volgende paragrafen wordt hierop ingegaan.) De bestemming 'Gemengd-2' betreft panden die groter zijn dan 1.000 m2, waar op dit moment niet wordt gewoond. In deze panden is wonen niet gewenst en om deze reden is de woonfunctie uitgesloten. In de bestemming 'Wonen' is onderscheid gemaakt tussen 'Wonen-1' en 'Wonen-2'. De bestemming 'Wonen-2' is alleen van toepassing op de woningen op het binnenterrein van het bouwblok tussen Kazernestraat en Alexanderstraat. Binnen deze bestemming zijn alleen woningen toegestaan. De bestemming 'Wonen-1' is per amendement bij de vaststelling van het plan in het bestemmingsplan opgenomen. Het gaat om panden op de Kadijken en twee bouwblokken tussen het Alexanderplein en de Kazernestraat, die in de vorige bestemmingsplannen ook een woonbestemming hadden. Binnen deze bestemming zijn op de eerste en tweede bouwlaag in beginsel alle soorten functies toegestaan. Op de lagen daarboven zijn alleen woningen toegestaan. Bij hoekpanden zijn op alle bouwlagen allee soorten functies toegestaan.
De bestemming 'Bedrijf 'is in dit gebied van toepassing op twee scheepswerven (Scheepswerf Koning William en Werf 't Kromhout (tevens museum)) en een benzinestation (Texaco). Scheepswerf Koning William heeft de bestemming 'Bedrijf-1', Werf 't Kromhout 'Bedrijf-2' en benzinestation Texaco 'Bedrijf-3'.
De bestemming 'Maatschappelijk' bestaat in dit gebied uit twee categorieën: 'Maatschappelijk-1' en 'Maatschappelijk-2'. In de bestemming 'Maatschappelijk-1' is alleen onderwijs toegestaan terwijl in 'Maatschappelijk-2' iets ruimere bebouwings- en gebruiksmogelijkheden zijn opgenomen. Hierin is ook wonen toegestaan. Uitzondering hierop vormt het paviljoen van de UvA op de hoek van de Nieuwe Achtergracht en de Plantage Muidergracht; hier is wonen niet toegestaan. Als gevolg van een amendement dat bij de vaststelling van het bestemmingsplan is aangenomen hebben vier panden met een andere functie dan onderwijs ook de bestemming 'Maatschappelijk-1' gekregen.
De bestemming 'Cultuur en ontspanning' is in dit plangebied van toepassing op Artis en de Hortus Botanicus. 'Sport' wordt als bestemming gegeven aan het in het plangebied aanwezige terrein van korfbalvereniging Swift.
Rondom één van de in het plangebied aanwezige scheepswerven, te weten Koning William is een geluidszone van 50 dB (A) aanwezig. Daarmee is het een geschikte locatie voor bedrijven in de iets zwaardere milieuhindercategorieën. Deze geluidszonering is nog steeds van kracht. Zowel voor bestaande als voor nog te bouwen woningen moet rekening worden gehouden met geluidshinder vanwege deze bedrijfsvestiging.

5.1.2 Beleidskader

Op verschillende bestuursniveaus (Rijks-, Provincie-, gemeente- en stadsdeelniveau) is beleid vastgesteld. Bijvoorbeeld nationaal milieubeleid, gemeentelijk hasjbeleid, hotelbeleid op stadsdeelniveau e.a. De bestemmingsplannen voor de binnenstad houden, voor zover relevant, rekening met dit beleid. Hieronder volgt een korte beschrijving van een aantal beleidsdocumenten die van belang zijn voor dit bestemmingsplangebied.

Strategische Visie Amsterdamse Binnenstad
In de Strategische Visie Amsterdamse Binnenstad wordt de economische en culturele betekenis van toerisme onderstreept. In deze visie wordt aangegeven dat het beleid er op gericht moet zijn de aantrekkingskracht, die de binnenstad heeft op grote groepen bezoekers, te behouden en tegelijkertijd de mogelijke hinder daarvan te beperken. Met de vaststelling van de visie in 2002 is een duidelijk kader gesteld voor de ontwikkeling van het toerisme in de binnenstad.

Eén van de gebieden waar het toerisme kan worden bevorderd, is de oostelijke binnenstad. Het gaat om het gebied tussen de Amstel/Singelgracht tot aan het Oostelijk Havengebied en tussen het Jonas Daniel Meijerplein tot aan de molen op de Funenkade. De oostelijke binnenstad, waartoe dit bestemmingsplangebied ook behoort, biedt een scala aan attracties en musea en een aantrekkelijke groene omgeving. Het aanbod is een aanvulling op wat geboden wordt in de rest van de binnenstad. Voorbeelden zijn Artis, NEMO, het Nederlands Scheepvaartmuseum, het Joods Historisch Museum en de Hortus. Daarnaast zijn op het aangrenzende Oosterdok en het Oosterdokseiland nieuwe culturele functies gerealiseerd, zoals het Muziekcentrum, de Openbare Bibliotheek Amsterdam en het conservatorium. In juni 2009 is het aanbod uitgebreid met de opening van de Hermitage. De Hermitage heeft in de eerste maanden na de opening (juni 2009 tot februari 2010) al meer dan 360.000 bezoekers getrokken.

Visie toeristische ontwikkeling in de Oostelijke Binnenstad
Het gebied is buiten de hierboven genoemde attracties bij veel toeristen, bezoekers en Amsterdammers nauwelijks bekend. In de Visie toeristische ontwikkeling in de Oostelijke Binnenstad (2004) is daarom de wens opgenomen om het toerisme in de oostelijke binnenstad te stimuleren, met behoud van het evenwicht tussen wonen, recreëren en werken.
De Visie toeristische ontwikkeling in de Oostelijke Binnenstad schetst de mogelijkheden om de aantrekkingskracht van het gebied te vergroten. De volgende ambities voor de oostelijke binnenstad worden genoemd:
- Trekken van (buitenlandse) toeristen;
- Trekken van verblijfstoeristen;
- Het langer vasthouden van bezoekers.
Mogelijkheden voor de ontwikkeling van toerisme die in de visie worden genoemd zijn onder andere het creëren van thematische- en wandelroutes.

Bestuursopdracht ter versterking van de economie en toerisme in de Oostelijke Binnenstad

In de Bestuursopdracht ter versterking van de economie en het toerisme in de Oostelijke Binnenstad, vastgesteld in 2005, is de 'Visie toeristische ontwikkeling in de Oostelijke Binnenstad' bekrachtigd en nader uitgewerkt. Hierin is de ambitie geformuleerd dat het aanbod aan hotels, cafés, restaurants en detailhandel in de oostelijke binnenstad moet worden uitgebreid en kwalitatief moet worden verbeterd. Culturele instellingen in de oostelijke binnenstad moeten gestimuleerd worden om meer zichtbaar te zijn.

Horecabeleidsplan 2008

Op 6 januari 2009 is het Horecabeleidsplan in werking getreden. Horeca-uitbreiding en mogelijkheden voor bijvoorbeeld ruimere openingstijden zijn nu per gebied, buurt en zelfs straat geregeld. Daarbij is rekening gehouden met de gevolgen voor het woon- en leefklimaat, de openbare orde en veiligheid.

In het Horecabeleidsplan is rayon oost omschreven als een gebied met relatief weinig horeca, dat zich ondanks enkele grote publiekstrekkers kenmerkt als een woonbuurt. Gezien de ambitie voor het rayon is in het hele gebied ruimte voor uitbreiding van het aantal horecazaken. In het bestemmingplan is daarom een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor de vestiging van nieuwe horeca mits wordt voldaan aan bepaalde critreria.

Hotelbeleid 2008-2011

De binnenstad is van groot belang voor de toeristische sector in de stad Amsterdam als geheel.

Toeristische trekpleisters als de grachtengordel, musea, de uitgaansgelegenheden maar vooral ook de sfeer en ambiance trekken jaarlijks miljoenen bezoekers. In de stedelijke Nota Hotelbeleid 2007-2010 geeft de Centrale stad aan dat er tot aan 2015 behoefte is aan 9.000 nieuwe hotelkamers in Amsterdam. Aan het dagelijks bestuur van stadsdeel Centrum is gevraagd zich in te spannen om tot en met 2010 duizend extra hotelkamers te genereren, waaronder minimaal twee hotels in het absolute topsegment. In het Hotelbeleid Binnenstad 2008- 2011, vastgesteld door de deelraad op 29 mei 2008, geeft het dagelijks bestuur aan binnen welke kaders het de ambities van de gemeente ondersteunt. Spreiding van nieuwe hotels is één van de gezamenlijke doelstellingen. In het hotelbeleid voor de binnenstad wordt aangegeven op welke manier het stadsdeel daaraan kan bijdragen. De oostelijke binnenstad wordt genoemd als een van de voorkeursgebieden voor hotelontwikkeling. Het aanbod van hotelkamers in dit gebied is nog steeds beperkt. Hotelontwikkeling zorgt niet alleen voor spreiding van het kameraanbod over de binnenstad, maar draagt ook bij aan meer draagvlak voor restaurants, cafés en winkels en daarmee de economische ontwikkeling van de oostelijke binnenstad. De vijfde beleidsregel voor het hotelbeleid heeft de stadsdeelraad op 25 juni 2009 vastgesteld. Deze beleidsregel beoogt de woonfunctie in de Amsterdamse binnenstad, in relatie tot de hotelfunctie, te beschermen. Weliswaar worden woningen, vooral als zij behoren tot de sociale voorraad, al beschermd via de Regionale Huisvestingsverordening stadsregio Amsterdam 2010, maar ook in het kader van de ruimtelijke ordening is er aanleiding om grote terughoudendheid te betrachten ten aanzien van hotelplannen die ten koste gaan van woonruimte. Uitgangspunt is daarom dat, als er al medewerking wordt verleend aan omzetting van woonruimte in hotelruimte - en dat is alleen het geval als aan de andere beleidsregels wordt voldaan en medewerking wordt verleend op grond van de regionale huisvestingsverordening stadsregio Amsterdam 2010, dat alleen gebeurt als het aantal woningen en het totale woonoppervlak dat verloren gaat, in redelijke verhouding staan tot het aantal te realiseren hotelkamers, respectievelijk het te realiseren hoteloppervlak. Een voorwaarde is bovendien dat slechts enkele woningen per initiatief verloren gaan. Om misbruik te voorkomen worden in het kader van deze beleidsregel voormalige woningen, die kort voor de indiening van het plan om een hotel te realiseren aan hun woonbestemming worden onttrokken, gelijkgesteld met woningen.

Short stay beleid

Op 11 februari 2009 heeft de gemeenteraad de Beleidsnotitie Short Stay, Kort wonen in Amsterdam vastgesteld. Doel van dit short stay beleid is om aan de behoefte van werknemers van internationale bedrijven aan tijdelijke woonruimte tegemoet te komen. Short stay betreft wonen van tenminste een week tot maximaal zes maanden. Alle stadsdelen hebben een quotum aan short stay woningen gekregen voor de bestaande woningvoorraad. Stadsdeel Centrum heeft een quotum van 15% , dat zijn 430 woningen, gekregen. Behalve short stay beleid voor de bestaande woningvoorraad worden in het beleid van de Centrale stad ook uitspraken gedaan over short stay in nieuwbouw (en bij omzetting van niet-woonfuncties naar wonen) en op woonboten.

In de Uitwerkingsnotitie short stay beleid en Verdeelbesluit short stay van stadsdeel Centrum wordt per gebied een quotum genoemd, waarin short stay is toegestaan. Voor het gebied Oostelijke eilanden/Kadijken is een quotum van 25 woningen met een huur boven de liberalisatiegrens vastgesteld. Daarnaast is in deze notitie aangegeven dat bij nieuwbouw short stay wordt toegestaan. Dit met het oog op de economische en toeristische ontwikkeling van de oostelijke binnenstad. Voorwaarde is dat dit niet ten koste gaat van het woon- en leefklimaat.