direct naar inhoud van 3.4 Structuur en verkaveling van vier deelgebieden
Plan: Oostelijke binnenstad
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.A0902BPSTD-OH01

3.4 Structuur en verkaveling van vier deelgebieden

Zoals hierboven opgemerkt volgen de structuur en de bouwblokverkaveling binnen het bestemmingsplangebied de karakteristieken van de Vierde uitleg. Toch zijn er wel specifieke kenmerken aanwijsbaar. Deze worden per samenhangend deelgebied hieronder behandeld.

afbeelding "i_NL.IMRO.0363.A0902BPSTD-OH01_0004.jpg"

Vier deelgebieden met paars de Singelgrachtzone, rood de grachtengordel en de Kadijken, groen de Plantage, zwart de Weesperstraat en rood gearceerd de Weesperstraat en het Roeterseiland

3.4.1 De fortificaties (Singelgrachtzone)

Structuur

De vestingwerken binnen het bestemmingsplangebied werden na het in onbruik raken van de defensieve stellingen in eerste instantie getransformeerd in een wandelpark. Later - in de negentiende eeuw - werden de bolwerken genormaliseerd (vergraven, aangeplempt) ten behoeve van nieuwe functies: voornamelijk (opnieuw) militair van aard. Deze nieuwe militaire functie had echter niet zo zeer een relatie met de oude bolwerken, als wel met de hypermoderne Stelling van Amsterdam. Amsterdam was de stelling die in geval van oorlog het langst stand zou moeten houden. Het idee was dat vanuit de stad de forten van de Stelling, maar ook de forten van andere linies bevoorraad zouden worden en dat deze centrale voorraadmagazijnen nergens anders in Nederland zo goed beveiligd zouden zijn. Behalve de militaire functie, kregen de bolwerken een medische zorgfunctie: het Emma kinderziekenhuis, de Kliniek voor Ooglijders (achter het ziekenhuis) en het Militair Hospitaal.

Het wonen in de Singelgrachtzone was een directe vertaling van het zeventiende-eeuwse gesloten hiërarchisch geordende bouwblok naar de negentiende eeuw. Ondanks deze nieuwe functies en de transformatie van de vestingwerken is de oude structuur nog herkenbaar in het slingerend verloop van de Singelgracht.

Verkaveling

De negentiende-eeuwse bouwblokken zijn weliswaar zeventiende-eeuws in structuur, maar de verkaveling is afgeleid van een eigentijdse ontwikkeling. Binnen Plan Sarphati worden de bouwblokken gekenmerkt door woningen op stand aan de boulevard (Sarphatistraat) én woningen op stand aan de achterzijde, aan het water (Singelgracht). Dit verklaart de regelmatige verkaveling. De scheiding loopt dan ook precies door het midden van de smalle bouwblokken.

3.4.2 De grachtengordel en de Kadijken

afbeelding "i_NL.IMRO.0363.A0902BPSTD-OH01_0005.jpg"

Uitsnede stadsplattegrond Gerred de Broen begin achttiende eeuw, waarop duidelijk te zien is dat de woningbouw stagneert, terwijl de bouwblokken nog wel zijn uitgezet.

Structuur

De ontwikkeling van de grachtengordel verliep globaal van links naar rechts. De Amstel was daarbij geen harde scheidslijn, maar in de praktijk stagneerde de verkoop van de percelen aan de overkant. De gaten die open vielen werden gevuld door institutionele, al dan niet charitatieve instellingen en – geheel in lijn met de scheiding wonen en werken – grotere bedrijven richting buitenring. Bijzonder binnen het plangebied is dat hier in de buitenring een additionele gracht en sloot werd gegraven (Roeterssloot en Onbekende gracht). De vestiging van de Stadstimmertuinen en de Stadsschuitenmakerswerf aan de Amstel is exemplarisch voor deze ontwikkeling. Verder van de Amstel af waren de gaten die openvielen zo groot dat hier niet alleen aan de buitenrand bedrijven werden opgericht, maar uiteindelijk ook binnen de vlakken die eigenlijk bedoeld waren voor wonen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0363.A0902BPSTD-OH01_0006.jpg"

Atlas van Loman kaart buurt W 4-5

Echter, in structuur volgde de uitleg aan de overzijde van de Amstel de opbouw zoals die kenmerkend was binnen de hele grachtengordel. De indeling in hoofdgrachten, achterstraten en radialen was ook hier leidend. Vanaf het moment dat de industriële en andere bijzondere activiteiten gestaakt werden, werd het bouwblokkenraster, met uitzondering van het Roeterseiland, alsnog ingevuld.

Zoals hierboven geschetst behoren tot de systematische, structurele stadsuitbreiding van de zeventiende eeuw ook de scheepswerven, meer specifiek binnen het plangebied de Kadijken.

Het Kadijkseiland is een werkeiland voor de scheepsbouw en aanverwante industrie, net als de Oostelijke eilanden, niet haaks op, maar parallel aan de Nieuwe Vaart. De structuur is te kenschetsen als een middenstrook met ondiepe gesloten bouwblokken met aan weerszijden – op het water georiënteerd – bedrijfsmatige zones. De strook wordt begrensd door de Hoogte Kadijk, zo genoemd omdat hier de nieuwe dijk werd aangelegd en de Laagte Kadijk. Het hoogteverschil is nog steeds sterk beleefbaar. De structuur van gesloten bouwblokken is echter aangetast.

Verkaveling

De consequent doorgevoerde verkavelingsprincipes van de grachtengordel komen heel duidelijk tot hun recht in het (keur)blok aan de Amstel, dat verder begrensd wordt door de Nieuwe Keizersgracht, de Weesperstraat en de Nieuwe Kerkstraat. Aan de hoofdgracht zijn de diepe percelen en aan de achterstraat de ondiepe. Aan de Amstel zijn de percelen echter ook diep omdat de rivier eenzelfde status heeft als een hoofdgracht. De radiale Weesperstraat is tweezijdig uitgebroken, maar bij de uitleg waren de kavels ongeveer even ondiep als aan de achterstraat, zij het gemiddeld wat breder.

afbeelding "i_NL.IMRO.0363.A0902BPSTD-OH01_0007.jpg"

Atlas van Loman kaart Buurt W 1-3

Kadijkseiland

De verkaveling op het Kadijkseiland is aangetast, maar nog wel herkenbaar. In de middenstrook is de verkaveling kleinschalig en regelmatig binnen een gesloten bouwblok, aan de buitenrand is de verkaveling onregelmatig en grootschalig ingevuld: Veempakhuizen aan het Entrepotdok en werven aan de zijde van de Nieuwe Vaart. Aan de Hoogte Kadijk is de nuance dat aan de straatkant de verkaveling ook kleinschalig is en aan de waterzijde de grootschaliger, onregelmatiger verkaveling. Het regelmatig, 'symmetrisch' straatprofiel dat aldus is ontstaan, wordt plaatselijk doorbroken door de grootschaliger bebouwing.

3.4.3 De Plantage

Binnen de systematiek van de Vierde uitleg is de Plantagebuurt een variatie op een thema. De Vierde uitleg was geen succes in die zin dat de vraag naar bouwgrond was gestild. Omdat globaal in de richting van west naar oost werd gebouwd – aansluitend op de eerste fase – werd het meest oostelijke stuk, maar natuurlijk niet de kostbare werkeilanden, onttrokken aan de te bebouwen gronden. De afnemende bouwwoede, al merkbaar aan de westzijde van de Amstel, daalde naar een dieptepunt aan de overzijde, waar de contouren van de bouwblokken in het geheel niet uit de verf kwamen. Het lag dus voor de hand de volgende barrière, de Muidergracht, tevens scharnierpunt binnen de stadsuitleg, tot eindgrens van de woongrachten te bestempelen. Het gebied tussen de Muidergracht en de Rapenburgergracht (Entrepotdok) werd al snel opnieuw verkaveld, naar een ontwerp van stadsarchitect Jacob Bosch. Dezelfde Bosch had even tevoren (1681) nog een tekening gemaakt voor de huidige Plantagebuurt met een meer reguliere bouwblokkenstructuur, echter met meer achterstraten (met andere woorden, meer armoedige, ondiepe bouwblokken) en de grachten doorgetrokken.

De nieuwe verkaveling was niet op bouwen maar op verbouwen gericht: tuinen voor moes en vooral voor aangenaam verpozen. De tamelijk brede stroken werden van rooilijn tot rooilijn uitgezet, verdeeld over 15 perken. Ontwatering was vanwege het agrarisch gebruik minder noodzakelijk. Slechts één gracht werd doorgetrokken, de Prinsengracht ten behoeve van verkeer en vervoer, een functie die deze gracht ook in de andere delen van de gordel heeft. De doorgetrokken Prinsengracht in de Plantagebuurt is dan ook nooit een woongracht geweest of geworden.

De belangrijkste route over land vanaf de oude stad naar de Plantage was het tracé van de voormalige Sint Antoniesdijk, de huidige Plantage Middenlaan. Deze route stond in directe verbinding met de Muiderpoort. Vanuit deze structuur en de locatie van de brug is de knik in de Plantage Middenlaan te verklaren. De Hortus Botanicus, uit dezelfde tijd als de nieuwe verkaveling, volgt deze afschuining nauwgezet.

Opvallend is de groenstructuur van de Plantage, niet alleen particuliere tuinen, maar ook bomenlanen, de bosjes aan de kant van de Nieuwe Herengracht en de groene, pleinvormige verbreding van de Plantage Middenlaan bij de Muiderpoort. Het landelijke karakter van de plantage kwam ook tot uiting in de schelpenbestrating. Echter niet in de Plantage Middenlaan, die ook toen al een verkeersfunctie had.

De onderverdeling in perken in plaats van in bouwblokken - de variant binnen de grachtengordel - is de basis van de latere invulling, die geheel negentiende-eeuws is. Daarbij is de structuur nadrukkelijk niet overschreven, maar drie eeuwen na dato ingevuld, een unieke situatie in Amsterdam. Het besluit de perken te bebouwen werd in 1858 genomen. Niet alle perken, omdat al vanaf 1838 Artis gronden begon te verwerven. In totaal zouden acht van de 15 vakken door de dierentuin worden ingevuld, waarbij de Nieuwe Prinsengracht vergraven werd tot vijvers. Ook de parallelle dwarsstraat de Plantage Badlaan is nog vaag herkenbaar in Artis, in de rooilijn van het Etnografisch Museum (Zoölogisch Laboratorium). De Plantage Lepellaan is door de sloop van een aantal gebouwen binnen de structuur van Artis niet meer herkenbaar. Artis zelf is als structuur een landschappelijke parkaanleg met diverse deeltuinen, formeel, Japans en ook meer hedendaagse tuinontwerpen. Als structuur is Artis afwijkend, maar in groen karakter voegt de dierentuin zich naar de Plantagebuurt. Andere zelfstandige groenstructuren binnen de Plantagebuurt zijn het Wertheimpark en het Plantage Westermanplantsoen (waar ooit een beroemd Panoramagebouw heeft gestaan). Het park is op de plaats van de zeventiende-eeuwse bosjes, het plantsoen op de locatie van de voormalige (Prinsen)gracht. Aan de randen van de zeventiende-eeuwse structuur zijn typisch negentiende-eeuwse toevoegingen. Aan de Muidergracht is het een reeks universiteitsgebouwen en aan de noordelijke strook kwamen rangeerterreinen (nu parkeren). Het groene karakter aan de kant van de Nieuwe Herengracht is afgezwakt door de tennisbaan en ook het groene plein aan de kant van de Muidergracht is teloor gegaan. De tuinen zijn op diverse plaatsen inpandig bebouwd, zelfs met negentiende-eeuwse industriële bouwwerken (geheel tegen de wens van de gemeente werd hier na jaren touwtrekken en procederen een enorme diamantslijperij gevestigd). En tenslotte is de Plantage Middenlaan als vroeg voorbeeld van asfalttoepassing in Nederland allang niet landelijk meer te noemen. Maar desondanks is binnen de Vierde uitleg - op zich al tamelijk groen - de Plantage nog steeds de meest lommerrijke buurt van het centrum van Amsterdam.

afbeelding "i_NL.IMRO.0363.A0902BPSTD-OH01_0008.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.0363.A0902BPSTD-OH01_0009.jpg"

Stadsplattegrond Gerred de Broen, begin achttiende eeuw en ter vergelijking de Atlas van Loman met een negentiende-eeuwse invulling van de perken

Verkaveling

Eén vak wordt in zijn geheel ingenomen door het Jacobsgesticht (1866), de overige vakken – met uitzondering van Artis - zijn verkaveld ten behoeve van woonhuizen. Omdat de doorgetrokken Prinsengracht nooit op stand is geweest, is de verkaveling niet vanuit de gracht uitgezet, maar haaks op de Muidergracht en de Rapenburgergracht. De onregelmatige buitenranden zijn aan de Singelkant opgelost in Artis (met uitzondering van een klein driehoekig blok) en aan de andere kant in de Hortus en het Wertheimpark.

De tuinen waren oorspronkelijk breed en diep van rooilijn tot rooilijn. Aan de zeer zeldzaam overgebleven bebouwing binnen deze unieke structuur van voor de 19de-eeuwse invulling is de historische verkaveling nog herkenbaar: de twee Artishuisjes Welgelegen en Weltevreden (eentje nog deels van hout) en Plantage Middenlaan 46. De herkenbaarheid wordt vergroot door de ontsluiting, onder het huidige maaiveldniveau (in tegenstelling tot de rest van de Vierde uitleg was de Plantage niet opgehoogd). In de huidige bebouwing is de historische verkaveling voornamelijk herkenbaar aan de breedte van de kavels. De ruime breedtemaat leende zich uitstekend voor de wat chiquere woonhuizen. Maar ook werden grote tuinkavels van rooilijn tot rooilijn opgedeeld in kleinere eenheden.

Binnen de nieuwe negentiende-eeuwse herverkaveling zijn nog dezelfde uitgangspunten als in de zeventiende eeuw herkenbaar: Brede, diepe kavels aan de hoofdstraat (de Plantage Middenlaan), iets minder breed, of minder diep maar met achtertuin aan de minder belangrijke (achter) straat (waarbij het ene bouwblok anders is georganiseerd dan het andere) en ondiep zonder noemenswaardige achtertuin in de nog minder belangrijke straat. In het geval van de Plantagebuurt zijn de minst belangrijke straten de dwarsstraten, niet de achterstraten omdat deze van origine ook aan het water waren gesitueerd of voorzien waren van een voortuin. De voortuinen in de Henri Polaklaan zijn weer een direct gevolg van de zeventiende-eeuwse laanstructuur in de Plantage, waarbij alle lanen even breed waren (100 Amsterdamse voet = 28,3 meter). Waar de Plantage Middenlaan zich ontwikkelde tot verkeersader, daar werd in de Henri Polaklaan het brede profiel gedeeltelijk groen ingevuld.

Een bijzonderheid in de Plantagebuurt, niet onbekend in de negentiende-eeuwse Ring, maar minder gewoon in de grachtengordel is de seriematige bebouwing, binnen reeksen identieke kavels. Meer specifiek, seriematig gebouwde herenhuizen. Deze seriebouw is het gevolg van het besluit in 1858 de grond als bouwgrond uit te geven, hetgeen speculatie in de hand werkte. Daarnaast zijn er ook individuele kavels met herenhuizen en een enkele stadsvilla.

3.4.4 Weesperstraat en Roeterseiland

Binnen de ijzeren systematiek van de verkaveling binnen de Vierde uitleg en de afgeleide structuur van de Plantagebuurt zijn diverse, historisch verklaarbare uitzonderingen. Echter twee deelgebieden of structuren vormen een contrast met dit fijnmazig verkaveld stedelijk weefsel en zijn meer ontworpen vanuit de gedachte van Amsterdam als metropool: de as Weesperstraat-Wibautstraat en het Roeterseiland. Strikt genomen zijn het geen nieuwe structuren, die de oude structuren hebben overschreven, maar de ingreep is dermate destructief en verstorend geweest dat een afzonderlijke behandeling op zijn plaats is.

Weesperstraat

De Weesperstraat is van oudsher een stadsradiaal, uitkomend op - ook hier - een wagenplein, met de Weesperpoort, gericht op de uitgaande route richting Weesp, als blikvanger. Het beeld was eind negentiende eeuw sterk vergelijkbaar met dat van de Utrechtsestraat, een levendige winkelstraat. Op de plaats van de poort (Rhijnspoorplein) kwam het Weesperpoortstation, gericht op Utrecht-Arnhem. Met de verplaatsing van het station naar het Amstelstation in 1939 werd de weg letterlijk vrij gemaakt voor een moderne verkeersader, de Wibautstraat. Deze werd aangelegd op de plaats van het spoor met in het verlengde, richting centrum, de Weesperstraat, in aansluiting op de noordelijke tangent richting Haarlem. De oorspronkelijk smalle Weesperstraat (exact even breed als de Nieuwe Kerkstraat) werd daartoe in de jaren zestig van de twintigste eeuw als het ware uitgebaggerd. De hiermee gepaard gaande sanering (kelder- en krotbewoning, de Hulpbank van Lening op loopafstand) betekende de sloop van vele monumentale woonhuizen. Ook de broodfabriek Ceres, bekend van de vroege betontoepassing, op de hoek van de Nieuwe Prinsengracht legde het loodje. Met de verbreding van de Weesperstraat, in tegenstelling tot de Vijzelstraat door middel van tweezijdige sloop, deed ook de grootschaligheid haar intrede. De tweezijdige bebouwing met grootschalige nieuwbouw heeft geleid tot regelmatig, symmetrisch profiel met een grootstedelijke uitstraling. De conceptuele uitwerking in de rooilijn is plaatselijk echter minder sterk (arcade, voorplein).

afbeelding "i_NL.IMRO.0363.A0902BPSTD-OH01_0010.png"

De oude Weesperstraat, met in lichtgrijs broodfabriek Ceres. De bruggen waren nog eenvoudige ophaalbruggen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0363.A0902BPSTD-OH01_0011.png"

Weesperstraat hoek Nieuwe Kerkstraat, ter hoogte van nummers 68-70, 1903

Verkaveling

De systematische ordening van het bouwblok veranderde met de introductie van grootschalige kantoorgebouwen radicaal: het onderscheid tussen hoofdgracht, achtergracht en radiaal in parcellering werd letterlijk ruw doorbroken. De bebouwing aan de Weesperstraat bestaat uit kolossale bouwwerken, die de hele kopse kant van het bouwblok innemen, of zelfs twee tegelijk. Het overbouwen van de Nieuwe Kerkstraat is daar een treffend voorbeeld van. De lengterichting van alle bouwwerken aan weerszijden van de straat geeft een geheel andere dynamiek dan de aaneenschakeling van kopse kanten, onderverdeeld in kleinschalige, smalle kavels.

Roeterseiland

Het complex van het Roeterseiland is meer dan de Weesperstraat als een overschrijving te beschouwen. De oorspronkelijk gedachte bouwblokverkaveling zoals nog te zien op de kaart van Jacob Bosch van 1681 is nooit uitgevoerd. Diverse andere functies vulden het vacuüm. De traditionele bedrijvigheid aan de buitenring, op de kaart van Bosch aan weerszijden van een sloot gesitueerd, schoof op naar het noorden. In de negentiende eeuw groeide het Roeterseiland uit tot bedrijventerrein, met onder andere de nu nog bestaande diamantslijperij. Met het verdwijnen van de industrie ontstond een nieuw vacuüm, dat gevuld werd door de Universiteit van Amsterdam, al sterk vertegenwoordigd in de Plantagebuurt. De stapsgewijze ingebruikname van het terrein door de universiteit ging gepaard met schaalvergroting en sloop van zowel de industriële bebouwing als de universitaire bebouwing van de eerste generatie. Ook de eenvoudige woonhuisbebouwing aan de industriële sloot werd gesloopt, de sloot zelf tenslotte gedempt. Hiervoor in de plaats kwam een strook burgerhuizen (etagewoningen op stand) in aansluiting op de Singelgracht en de Sarphatistraat. De universitaire bebouwing van de laatste generatie betekende een definitief afscheid van het gesloten bouwblok. Genoemde ingrepen hebben ter plaatse de systematiek van de grachtengordel geheel genegeerd.Ook de industriële geschiedenis vormde geen aanknopingspunt voor de grootschalige nieuwbouw die hier plaatsvond. Wat nog wel herinnert aan de structuur van de Vierde uitleg is de loop van de grachten.

Verkaveling

De verkaveling van de burgerhuizen is typologisch verwant aan de verkaveling van de grachtengordel, maar georiënteerd op een negentiende-eeuwse boulevard aan de buitenrand, niet op een zeventiende-eeuwse hoofdgracht. Op de overige bebouwing is het verkavelingsprincipe niet van toepassing.

afbeelding "i_NL.IMRO.0363.A0902BPSTD-OH01_0012.png"

Nieuwe Achtergracht, bij de Stadstimmertuin. Gezien vanaf de Ongekende Gracht. C.L. Hansen 1815, Stadsarchief Amsterdam

afbeelding "i_NL.IMRO.0363.A0902BPSTD-OH01_0013.png"

Stadsschuitenmakerswerf gezien in westelijke richting naar de achterhuizen van de Amstel (bij de Stadstimmertuin tussen Weesperplein, Sarphatistraat, Amstel en Nieuwe Achtergracht). J.M.A. Rieke 1894. Stadsarchief Amsterdam

afbeelding "i_NL.IMRO.0363.A0902BPSTD-OH01_0014.png"

Stadstimmertuin tussen Weesperplein en Amstel, J.M.A. Rieke 1893. Stadsarchief Amsterdam.

afbeelding "i_NL.IMRO.0363.A0902BPSTD-OH01_0015.png"

Nieuwe Keizersgracht 72-74 - Weesperstraat, gezien in zuidelijke richting. Stadsarchief Amsterdam

afbeelding "i_NL.IMRO.0363.A0902BPSTD-OH01_0016.png"

De Weesperstraat 99-129 in ZO richting. Nieuwe Prinsengracht 32 (r) en 36 (l). Stadsarchief Amsterdam.

afbeelding "i_NL.IMRO.0363.A0902BPSTD-OH01_0017.png"

Weesperstraat 3-49 vanaf gebouw Ceres, Nieuwe Prinsengracht 53-63, gezien in noordelijke richting. Stadsarchief Amsterdam

afbeelding "i_NL.IMRO.0363.A0902BPSTD-OH01_0018.png"

Situatiekaart van de af te breken bebouwing Weesperplein 2-18 en de te verleggen rooilijn. Midden onder de Voormalige Stadstimmertuinen, links de Nieuwe Achtergracht, rechts de Sarphatistraat en boven het Weesperplein. De kaart toont de tot 1908 bestaande parcellering en de nieuwe rooilijn die verder op het plein komt te liggen. Juni 1908, H.M.J. Misset (tekenaar). Stadsarchief Amsterdam.