direct naar inhoud van 2.1 Beleidsnota's stadsdeel Centrum
Plan: Oostelijke binnenstad
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.A0902BPSTD-OH01

2.1 Beleidsnota's stadsdeel Centrum

2.1.1 Algemeen

Voor dit bestemmingsplan is aansluiting gezocht bij vastgestelde beleidsplannen van het stadsdeel. Uiteraard is in dit beleid ook beleid van de hogere overheden verwerkt. Het betreft onder andere:

  • a. Visie op het water van de binnenstad 2006;
  • b. Het Horecabeleidsplan 2008;
  • c. Welstandsnota 2006;
  • d. Nota Bereikbaarheid Binnenstad 2004-2009;
  • e. Het Milieubeleidsplan;
  • f. Strategische Visie Amsterdamse Binnenstad, 2002;
  • g. Hotelbeleid Binnenstad 2008-2011;
  • h. Visie toeristische ontwikkeling in de Oostelijke Binnenstad, 2004
  • i. Bestuursopdracht voor de Oostelijke Binnenstad, 2005

Een toelichting op deze beleidsplannen ontbreekt hier omdat in de hoofdstukken 4 en 5, waar relevant, de uitgangspunten uit deze plannen worden omschreven. Verwezen wordt dan ook naar genoemde hoofdstukken.

2.1.2 UNESCO

De Staat der Nederlanden heeft de voordracht van de nominatie van De zeventiende-eeuwse grachtengordel van Amsterdam binnen de Singelgracht als Werelderfgoedop 30 januari 2009 bij UNESCO in Parijs ingediend. Eind juli 2010 heeft UNESCO over deze voordracht positief besloten en is de zeventiende-eeuwse grachtengordel geplaatst op de Lijst van het Werelderfgoed.

In de voordracht wordt een onderscheid gemaakt tussen de grachtengordel als property (kernzone, het feitelijke beoogde Werelderfgoed) en de eromheen gelegen bufferzone. Beiden vallen onder het regime van Beschermd Stadsgezicht.

De Staat der Nederlanden en daarvan afgeleid de gemeente Amsterdam en het stadsdeel Centrum als dagelijks beheerder en daarmee siteholder zijn verantwoordelijk voor de instandhouding van de kernkwaliteiten (de zogeheten Outstanding Universal Value), de Authenticity en de Integrity van het beoogde werelderfgoed (de property) en de eromheen gelegen bufferzone. Ook de Visual impact van nieuwe ontwikkelingen op deze kernkwaliteiten is een belangrijk aandachtspunt.

De Outstanding Universal Value

UNESCO hanteert een reeks van criteria bij de beoordeling of een landschap, een stad (of een deel van een stad), een bouwwerk of een samenhangend geheel van gebouwen een plaats verdient op de Werelderfgoedlijst. Voor de zeventiende-eeuwse grachtengordel gelden de volgende drie criteria:

  • I. een unieke meesterlijke schepping van het menselijk genie (historische uniciteit);
  • II. een toonbeeld van de wisselwerking in tijd en ruimte van menselijke waarden op het terrein van bouwkunst of techniek, monumentale kunsten, stedenbouw of landschapsarchitectuur;
  • III. een uitzonderlijk goed voorbeeld van een bepaald type gebouw, architectonisch of technisch ensemble of landschap dat als zodanig een significante fase in de geschiedenis zichtbaar maakt.

Vertaald naar de grachtengordel gaat het om de volgende kernkwaliteiten. De grachtengordel van Amsterdam is een bijzonder voorbeeld van planmatige stadsuitbreiding, uniek in omvang en aanpak voor de zeventiende eeuw. Het 'sieraad van de stad' is gebouwd door en voor de burgers van Amsterdam. Typerend is de scheiding van wonen, werken en verkeer. Tegelijk is het een monument van technisch vernuft en ondernemerschap, aantrekkelijk om te wonen en te werken. Al 400 jaar is de grachtengordel een magneet voor ondernemers, talent en bezoekers uit de hele wereld. Een traditie die zich tot de dag van vandaag voortzet.

Daarnaast spelen bij de beoordeling de begrippen 'authenticiteit',en 'integriteit' een belangrijke rol. De wegingsfactor 'Authenticity' beoordeelt de geloofwaardigheid en echtheid van de 'Outstanding Universal Value' van een property.

De wegingsfactor 'Integrity' beoordeelt de volledigheid en gaafheid van de 'Outstanding Universal Value' van een property. De zeventiende-eeuwse stedenbouwkundige infrastructuur van de grachtengordel is, met uitzondering van een drietal doorbraken, nagenoeg gaaf bewaard gebleven. Ook op het niveau van het individuele huis is de zeventiende-eeuwse bebouwingsstructuur grotendeels nog intact. In de achttiende en negentiende eeuw werd hoofdzakelijk de aankleding van de interieurs aan de laatste mode van de tijd aangepast en vonden soms kleine veranderingen in de indeling plaats. Deze veranderingen zijn nu nog goed afleesbaar en hebben de hoofdstructuur van het huis niet aangetast. Doordat een substantieel voorgevels wel is vervangen, ontstond in de loop der tijd de voor de grachtengordel zo kenmerkende gemĂȘleerde gevelwand, die wat ritme betreft zeventiende-eeuws bleef. Dankzij het krachtige stedenbouwkundige stramien en de gevarieerde, schilderachtige gevelarchitectuur is er sprake van een grote eenheid in verscheidenheid. Door het behoud van de constructieve kern zijn de verbouwingsfasen in de grachtenhuizen bijzonder goed te onderscheiden. Hierdoor is er sprake van een helder leesbare, organisch gegroeide gelaagdheid van de bebouwing binnen het strakke stedenbouwkundige patroon.

Het gebied van het bestemmingsplan Oostelijke Binnenstad heeft betrekking op de zogenoemde Vierde Uitleg, het deel van de grachtengordel dat na 1660 tot stand is gekomen. In hoofdstuk 3 wordt nader op de historische ontwikkeling van het gebied ingegaan.

Hedendaagse stedelijke ontwikkelingen en eigentijdse architectuur kunnen invloed hebben op het stadssilhouet, het daklandschap, zichtlijnen of doorzichten en daarmee (negatieve) gevolgen hebben voor de authenticiteit en integriteit van het 'historic urban landscape'. Vooral hoogbouw kan een grote visual impact op de grachtengordel als beoogd werelderfgoed hebben. De gemeente Amsterdam ontwikkelt een hoogbouwvisie die als apart beleidsdocument aan de Structuurvisie Amsterdam 2010-2040 wordt toegevoegd. De in deze visie opgenomen criteria zullen bij wijzigingen van de bestemmingsplannen voor het gebied van de grachtengordel in die bestemmingsplannen worden vermeld.