direct naar inhoud van 14 Rapportage overleg ex artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening
Plan: Oostelijke binnenstad
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.A0902BPSTD-OH01

14 Rapportage overleg ex artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening

Hierna is de reactie opgenomen van het dagelijks bestuur van het stadsdeel Centrum op de ingekomen brieven in het kader van het zogenaamde artikel 3.1.1 overleg. Deze reactie is het standpunt zoals ingenomen bij de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan Oostelijke binnenstad. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan kan de deelraad een ander standpunt hebben ingenomen.

Het concept van het ontwerpbestemmingsplan Oostelijke binnenstad is toegezonden aan de volgende instanties:

1. Burgemeester en Wethouders van Amsterdam, Amsterdamse Planologische Commissie (APC);
2. Provincie Noord-Holland, directie Subsidies, Handhaving en Vergunningen;
3. VROM inspectie, regio Noord-West, afdelingen: Milieu, Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening;
4. Prorail, afdeling Grondverwerving en Juridische Zaken;
5. NV Nederlandse Spoorwegen, afdeling Bedrijfs- en Productontwikkeling;
6. Waternet, sector Watersystemen;
7. Rijkswaterstaat Noord-Holland;
8. Provinciale Waterstaat Noord-Holland;
9. KPN Telecom, afdeling Straalverbindingen;
10. Liander Assetmanagement, Regio randstad;
11. NV Nederlandse Gasunie;
12. Kamer van Koophandel Amsterdam;
13. Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM);
14. Ministerie van Defensie, Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen;
15. Gemeente Amsterdam, stadsdeel Oost-Watergraafsmeer

De instanties als genoemd onder 1, 3, 5, 6, 10, 11 en 14 hebben schriftelijk gereageerd. Hiervan hebben de instanties genoemd onder nummer 5, 11 en 14 te kennen gegeven geen op- en/of aanmerkingen te hebben. De inzendingen van de Amsterdamse Planologische Commissie (1), VROM inspectie (3), Waternet (6) en Liander Assetmanagement (10), zijn samengevat weergegeven en voorzien van een gemeentelijke reactie. De volledige inzendingen van de bovengenoemde instanties zijn in bijlage 2 van de toelichting opgenomen.

Ad 1) Burgemeester en Wethouders van Amsterdam, Amsterdamse Planologische Commissie.

Het concept-ontwerpbestemmingsplan Oostelijke binnenstad is door de overlegpartner getoetst aan (de kernpunten van beleid van) het geldende structuurplan “Kiezen voor stedelijkheid” (2003). Eveneens is het plan bekeken in het licht van de ontwikkelingen, zoals die zijn beschreven in de Ontwerp Structuurvisie (februari 2010). De overlegpartner heeft naar aanleiding hiervan de volgende opmerkingen:

1. Wet geluidhinder

In paragraaf 8.2.15 zijn in de tekst de woorden gevel of geveldeel weggevallen.

Het akoestisch onderzoek dat door DRO is uitgevoerd heeft alleen betrekking op wegverkeerslawaai en niet op industrielawaai. Industrielawaai aan de Kadijken kan mogelijk problemen geven bij omzetting van niet-geluidsgevoelige naar geluidsgevoelige bebouwing. Een hogere waarden procedure kan ook voor industrielawaai noodzakelijk blijken.

Reactie dagelijks bestuur:

De tekst is aangevuld. Wat betreft het industrielawaai is geen hogere waarden procedure noodzakelijk. Binnen de zone zijn in de huidige situatie vooral woningen aanwezig. De panden die nu niet bewoond zijn, hebben in het ontwerpbestemmingsplan een bestemming gekregen waarbinnen nieuwe woningen niet mogelijk zijn.

2. LIB

Overlegpartner verzoekt te vermelden dat het plan geheel valt binnen het beperkingengebied van het LIB. De hoogtebeperking is 146m + NAP. De bebouwing van het plan voldoet aan deze voorwaarde.

Reactie dagelijks bestuur:

Het verzoek is overgenomen in het betreffende hoofdstuk.

3. Locatiebeleid

Overlegpartner vraagt zich af of de garageverordening (genoemd in par. 4.12.3) past binnen de uitgangspunten van het in 2008 vastgesteld locatiebeleid. De toe te passen normen voor kantoren dienen te worden vermeld in de regels.

Reactie dagelijks bestuur:

De garageverordening gaat uit van de uitgangspunten voor A locaties (1 parkeerplaats op 250m2 bruto vloeroppervlak) als genoemd in het locatiebeleid. Artikel 3.2. "Plusplaatsen" biedt de mogelijkheid om zogenaamde plusplaatsen te realiseren volgens de normen geldend voor B locaties (1 parkeerplaats op 125m2 bruto vloeroppervlak).

De normen voor inpandige parkeervoorzieningen in het algemeen en voor kantoren in het bijzonder zijn, met de voorwaarde dat een parkeervoorziening moet voldoen aan het algemene verkeers- en parkeerbeleid van het stadsdeel, reeds verankerd in de regels.

4. Hoofdnetten infrastructuur

Overlegpartner verzoekt herprofileringen van de hoofdnettten voor te leggen aan de Centrale verkeerscommissie.

Reactie dagelijks bestuur:

Het is binnen het stadsdeel gebruikelijk en opgenomen in de werkwijze om in een vroeg stadium herinrichtingsvoorstellen voor te leggen aan de Centrale verkeerscommissie.

Ad 3) VROM inspectie, Directie Uitvoering, Regio afdeling Noord-West

Het concept-ontwerpbestemmingsplan Oostelijke binnenstad is door de overlegpartner getoetst aan de Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid (RNRB, TK 2007-2008, 31500 nr. 1). De overlegpartner maakt de volgende opmerkingen ten aanzien van het plan:

1. Algemeen

Door ontbrekende hoofdstukken kan het plan niet volledig beoordeeld worden.

2. Hoofdwatersysteem

Een beschrijving van het Europees Beleid ontbreekt. Het gaat om de Kaderrichtlijn Water. De kaderrichtlijn heeft tot doel landoppervlaktewater, overgangswater, kustwateren en grondwater te beschermen ten behoeve van ecosystemen, duurzaam watergebruik, het aquatisch milieu en de gevolgen van overstroming en droogte. Overlegpartner wijst op het Nationaal Bestuursakkoord Water dat op 25 juni 2008 is geactualiseerd en adviseert een paragraaf Europees Beleid toe te voegen.

De Vierde Nota Waterhuishouding en daarop gebaseerde beleidsnota's hebben met de vaststelling van het Nationaal Waterplan (22 december 2009) hun betekenis als beleidsdocument verloren.

3. Regionaal Watersysteem

Overlegpartner vindt dat het beleid een plaats moet krijgen in hoofdstuk 2, waardoor een integraal beleidskader ontstaat.

4. Nationaal cultureel erfgoed

In de toelichting lijken de ontwikkelingen die zijn voorzien goed rekening te houden met de aanwezige waarden in de betreffende gebieden of naaste omgeving en vormen geen beletsel voor het overwegend beschermende karakter van het plan. In de regels wordt op een adequate manier bescherming geboden. Een aandachtspunt is het ontbreken op de verbeelding van de aanduidingen ten aanzien van de dubbelbestemmingen op het gebied van cultuurhistorie en archeologie. Overlegpartner verzoekt deze alsnog op te nemen.

5. Mobiliteit

Overlegpartner adviseert om aan de beschrijving van de Nota Mobiliteit toe te voegen dat het beleid gericht is op een veilige verkeersafwikkeling met een zo gering mogelijke milieubelasting.

In de beschrijving van het rijksbeleid ontbreekt het "Actieplan gelijke behandeling in de praktijk". Dit plan is relevant in verband met de vermindering van de parkeergelegenheid in de openbare ruimte.

Paragraaf 3.4.13 Verkeer en parkeren

Het beleid is gericht op het verminderen van het aantal parkeerplaatsen in de openbare ruimte. Een visie op het faciliteren van het parkeren voor mensen met beperkingen ontbreekt. Overlegpartner adviseert deze visie toe te voegen.

Reactie dagelijks bestuur:

De ontbrekende hoofdstukken en gevraagde aanvullingen op het gebied van water en mobiliteit zijn aangevuld. Vanwege de leesbaarheid van de toelichting is het Europees beleid alleen genoemd en niet beschreven. De uitgangspunten zijn immers vertaald in het nationaal beleid. Dit is wel beschreven.

De dubbelbestemmingen 'Waarde Archeologie' en 'Waarde cultuurhistorie' zijn op de verbeelding opgenomen.

Op veel plaatsen in Amsterdam geldt betaald parkeren. Met kan hier niet terecht met een Europese gehandicaptenparkeerkaart. Inwoners van Amsterdam dienen een Amsterdamse parkeervergunning voor gehandicapte bewoners aan te vragen. Met deze vergunning kan men overal gratis parkeren waar normaal betaald moet worden. Voor gehandicapte bezoekers is er de gratis digitale parkeerjaarkaart. Het eventueel opheffen van parkeerplaatsen in de openbare ruimte is niet direct van invloed voor de parkeermogelijkheden voor mensen met beperkingen.

Ad 6) Waternet, sector Klant, Markt & Relaties, afdeling Planadvies en Vergunningen

Waternet voert de waterbeheerstaken uit namens het hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht en de grondwaterzorgtaak, afvalwaterinzameling en drinkwaterlevering voor de gemeente Amsterdam. De overlegpartner maakt de volgende opmerkingen over de Toelichting en de Regels:

Paragraaf 2.4 Beleidsnota's Rijksoverheid

Onder de "Vierde Nota Waterhuishouding" wordt gesproken over Waternet/DWR als uitvoerende dienst voor het hoogheemraadschap AGV. DWR is sinds 2006 opgegaan in Waternet. Overlegpartner verzoekt om DWR uit de tekst te verwijderen.

Paragraaf 3.2.4. Water

Overlegpartner verzoekt om de tekst aan te vullen met een toelichting over het gevoelig gebied van gemaal Zeeburg.

Paragraaf 3.3.2 Masterplan Wibautas

Overlegpartner verzoekt om geïnformeerd te worden over de plannen rondom de Wibautas en het versmallen van de brug over de Singelgracht. De Singelgracht is onderdeel van het gevoelig gebied van gemaal Zeeburg. Plannen voor een brug over de Singelgracht bieden wellicht kansen om de doorstroming te verbeteren en vormen voor overlegpartner aanleiding voor overleg.

Paragraaf 3.3.4 Roeterseiland

Overlegpartner verzoekt om geïnformeerd te worden over de plannen rondom Roeterseiland en de brug over de Nieuwe Achtergracht . De grachten rondom Roeterseiland zijn onderdeel van het gevoelig gebied van gemaal Zeeburg. Deze nieuwe brug mag de doorstroming niet hinderen. Het uitvoeren van andere werkzaamheden zoals het vernieuwen van kademuren mag geen extra doorstromingsbelemmering opleveren. De plannen bieden wellicht kansen om de doorstroming te verbeteren en vormen voor overlegpartner aanleiding voor overleg.

Paragraaf 3.4.13 Verkeer en parkeren

Ondergrondse parkeergarages zijn niet zonder meer toegestaan. Overlegpartner verzoekt de tekst aan te vullen met de grondwaterzorgtaak die Waternet uitvoert namens de gemeente Amsterdam. Het effect van een ondergrondse constructie op de grondwaterstand moet in een zo vroeg mogelijk stadium in kaart worden gebracht. Dit gebeurt met een geohydrologisch onderzoek dat ter toetsing aan Waternet wordt voorgelegd.

Paragraaf 3.5 Water

Overlegpartner verzoekt om bij de toelichting over het "gevoelig gebied gemaal Zeeburg" een kaartje te voegen waarop de betreffende grachten zijn aangegeven.

Paragraaf 4.12 Inpandige fietsenstallingen en parkeervoorzieningen

Overlegpartner verzoekt, overeenkomstig paragraaf 3.4.13 de tekst aan te vullen met de grondwaterzorgtaak die Waternet uitvoert namens de gemeente Amsterdam.

Paragraaf 5.4.19 Water en 5.4.20 Dubbelbestemming Waterkering

Overlegpartner verzoekt op te nemen dat voor de bestemmingen geldt dat er advies moet worden gevraagd aan de waterbeheerder (Waternet) voor het mogen uitvoeren van werkzaamheden.

Hoofdstuk 8

Overlegpartner verzoekt om dit hoofdstuk in te vullen met de voorgestelde Waterparagraaf.

Paragraaf 8.2.2 en 9.2.2 Uitbreiding in de diepte van gebouwen

Voor een onderkeldering geldt de grondwaterzorgtaak van Waternet. Overlegpartner verzoekt deze bouwregel aan te vullen met: "een onderkeldering geen verslechtering van de huidige grondwatersituatie (stand en kwaliteit) tot gevolg heeft en niet leidt tot een vermindering of tenietdoening van het waterkerend vermogen van waterkeringen en voldoet aan de grondwaternorm van de gemeente Amsterdam".

Reactie dagelijks bestuur:

De voorstellen voor aanpassingen van de toelichting zijn verwerkt.

Ad 10) Liander Assetmanagement, Regio Randstad

Liander Assetmanagement, onderdeel van Alliander, is netbeheerder van de nutsvoorzieningen in de regio. De overlegpartner maakt de volgende opmerkingen over de Toelichting en de Regels:

Paragraaf 4.4.1 Algemeen

NUON is gesplitst in NUON (leverancier) en Alliander, waarvan het onderdeel Liander de netbeheerder is. Overlegpartner geeft aan dat in de toelichting de actuele situatie niet goed is weergegeven en verzoekt om correctie.

Paragraaf 3.2.2.3 De Kadijken - Bebouwing

Overlegpartner geeft aan dat het gebouw tussen de sluis en de Geschutswerf het verdeelstation van het onderstation Hoogte Kadijk is. Het is in gebruik en valt volgens overlegpartner in categorie 4.2. Het gebouw ten oosten van de Geschutswerf werd gedeeltelijk gebruikt door Energetica, dit gedeelte staat leeg. Het andere, grootste deel maakt onderdeel uit van het onderstation Hoogte Kadijk en is nog in bedrijf.

Artikel 9.5.1 onder b

Overlegpartner geeft aan dat het onderstation moet worden toegevoegd, omdat het in een hogere milieucategorie valt.

Reactie dagelijks bestuur:

Beide voorstellen voor aanpassing van toelichting en regels zijn verwerkt.