direct naar inhoud van 5.8 Hotels (horeca 5)
Plan: Oostelijke eilanden
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.A0901BPSTD-OH01

5.8 Hotels (horeca 5)

5.8.1 Ontwikkeling

Horeca 5 betreft de hotelfunctie. In het plangebied zijn op dit moment geen hotels gevestigd.

5.8.2 Uitgangspunten

In de 'Visie toeristische ontwikkeling in de Oostelijke Binnenstad' is aangegeven dat het mogelijk maken van uitbreiding van hotels één van de manieren is om het toerisme meer in de richting van het oostelijke deel van het stadsdeel te spreiden. Deze visie is onder meer vastgelegd in het Hotelbeleid Amsterdam Centrum 2008-2011. Uitgangspunt is dat hotelontwikkeling wordt gespreid richting het oostelijk deel van de binnenstad, dat wil zeggen ten oosten van de Amstel-Nieuwe Herengracht.

Voor de locatie van een hotel is het belangrijk dat deze goed bereikbaar én toeristisch aantrekkelijk is. Toeristisch aantrekkelijk houdt in dat vermaak (o.a. restaurants en cafés) binnen handbereik ligt. Andersom geldt ook dat bezoekers van hotels het economische draagvlak voor restaurants, cafés en winkels vergroten. Bij hotelontwikkeling moet rekening gehouden worden met het karakter van een buurt.

Op grond van het bestaande beleidskader (zie paragraaf 4.1.2) maakt dit bestemmingsplan nieuwe hotels mogelijk, door middel van een wijzigingsprocedure en uitsluitend als wordt voldaan aan de volgende criteria, zoals beschreven in het hotelbeleid:

  • 1. Bevordering functiemenging (binnen een groot pand en/of in de buurt);
  • 2. Kwaliteitsimpuls (voor het pand en/of voor de buurt);
  • 3. Geen overmatige verkeersaantrekkende werking;
  • 4. Herstel van parcellering en architectonische kwaliteit;
  • 5. Ingeval sprake is van woningonttrekking moet het aantal woningen en het totale woonvloeroppervlak dat verloren gaat in redelijke verhouding staan tot het aantal te realiseren hotelkamers, respectievelijk het te realiseren vloeroppervlak.

Met betrekking tot parcellering en architectonische kwaliteit kunnen de volgende voorwaarden worden genoemd:

  • Verticale geleding: de gevelindeling van het pand mag geen afbreuk doen aan de architectonische kwaliteit van de omringende bebouwing (stadsgezicht);
  • Horizontale geleding: de bebouwing moet passen binnen de parcellering van de omringende bebouwing;
  • Herstel parcellering: hotelontwikkeling in een bestaande combinatie van panden is uitsluitend mogelijk indien die ontwikkeling leidt tot herstel van de oorspronkelijke historische parcellering en structuur. Interne functiemenging kan hier aan bijdragen (zie 1). Maatwerk bepaalt de hoeveelheid panden die tot hotel omgezet mogen worden;
  • Grootschalige hotelontwikkeling is mede ten gevolge van het voorgaande punt dan ook alleen gewenst in grote panden.

De 5e beleidsregel voor het hotelbeleid heeft de stadsdeelraad op 25 juni 2009 vastgesteld. Deze beleidsregel beoogt de woonfunctie in de Amsterdamse binnenstad, in relatie tot de hotelfunctie, te beschermen. Weliswaar worden woningen, vooral als zij behoren tot de sociale voorraad, al beschermd via de Partiële Regionale Huisvestingsverordening, maar ook in het kader van de ruimtelijke ordening is er aanleiding om grote terughoudendheid te betrachten ten aanzien van hotelplannen die ten koste gaan van woonruimte. Uitgangspunt is daarom dat als er al medewerking wordt verleend aan omzetting van woonruimte in hotelruimte - en dat is alleen het geval als aan de andere beleidsregels wordt voldaan en medewerking wordt verleend op grond van de Partiële Regionale Huisvestingsverordening -, dat alleen gebeurt als het aantal woningen en het totale woonoppervlak dat verloren gaat, in redelijke verhouding staan tot het aantal te realiseren hotelkamers, respectievelijk het te realiseren hoteloppervlak. Een voorwaarde is bovendien dat slechts enkele woningen per initatief verloren gaan. Om misbruik te voorkomen worden in het kader van deze beleidsregel voormalige woningen, die kort voor de indiening van het plan om een hotel te realiseren aan hun woonbestemming zijn onttrokken, gelijkgesteld met woningen.

Bed&Breakfast-accommodaties worden niet in het bestemmingsplan opgenomen, aangezien het hierbij gaat om aanbieden van overnachting voor ten hoogste vier personen in een zelfstandige woning die wordt bewoond door de hoofdbewoner. Als aan deze (en een aantal andere) aan Bed&Breakfast verbonden voorwaarden wordt voldaan, dan is sprake van bewoning. Als niet aan deze voorwaarden wordt voldaan, dan is sprake van een logeerverblijfsinrichting, dat wil zeggen hotel.