direct naar inhoud van 12.1 Algemeen
Plan: Oostelijke eilanden
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.A0901BPSTD-OH01

12.1 Algemeen

De Wet ruimtelijke ordening (artikel 6.12.1) verplicht gemeenten gelijktijdig met een ruimtelijk besluit, zoals een bestemmingsplan een exploitatieplan vast te stellen. Alleen in die gevallen dat op grond van een bestemmingsplan bouwvergunning had kunnen worden verleend en bij de herziening van dat bestemmingsplan geen andere bestemmingsregeling is vastgesteld, blijft de vaststelling van een exploitatieplan buiten toepassing (Wet van 25 juni 2009 tot wijziging van (onder meer) artikel 9.1.20. van de Invoeringswet ruimtelijke ordening, Staatsblad 2009, nr.297).

De stadsdeelraad kan bij de vaststelling van een bestemmingsplan ook besluiten geen exploitatieplan vast te stellen, indien:

  • het verhaal van kosten anderszins verzekerd is;
  • het bepalen van een tijdvak waarbinnen de exploitatie moet plaatsvinden of fasering van de bouwplannen niet noodzakelijk is;
  • het stellen van eisen of regels aan de inrichting, de kwaliteit van bouwlocaties niet noodzakelijk is.

Aan alle drie de voorwaarden moet worden voldaan.

De stadsdeelraad moet bij het vaststellen van het ruimtelijk plan expliciet het besluit nemen om geen exploitatieplan vast te stellen. Er bestaat de verplichting een kostenverhaalsafweging te maken. De kostensoorten die moeten worden verhaald zijn opgesomd in de artikelen 6.2.3. en 6.2.4. van het Besluit ruimtelijke ordening. Zijn er bepaalde kostensoorten aan de orde (bij actualiseringsplannen in ieder geval het opstellen van het bestemmingsplan en planschade), dan moet worden bezien of deze kosten anderszins verzekerd zijn. Dit kan door middel van een anterieure overeenkomst of wanneer sprake is van erfpacht.

Binnen het plangebied van de Oostelijke eilanden is voor het grootste deel sprake van erfpacht. Alleen aan de Eilandenboulevard, in de Czaar Peterbuurt, Het Funen en op het Zeeburgerpad is voor in totaal ongeveer 100 adressen sprake van particulier bezit. Voor deze adressen is het volgende geïnventariseerd:

  • afwijkingen voorgestelde regeling ten opzichte van de geldende regeling;
  • is sprake van een bouwplan zoals gedefinieerd in artikel 6.2.1.(Bro).

Voor geen van de adressen is hiervan sprake. Dit heeft een aantal oorzaken. Voor een groot deel van het plangebied geldt geen regeling. Voor het deel buiten het beschermd stadsgezicht is de bouwverordening dan van toepassing, voor het deel binnen het beschermd stadsgezicht, zoals de panden langs de Eilandenboulevard, ontbreekt een toetsingskader. In andere gevallen komt de huidige regeling ongeveer overeen met de voorgestelde regeling. Verder geldt dat het nieuwe bestemmingsplan voor de bestaande panden slechts beperkt uitbreidingsmogelijkheden biedt. Wat betreft bouwvolume is ongeveer de huidige situatie vastgelegd, zowel in de bouwregels als op de plankaart. Dit betekent dat geen sprake is van een bouwplan als bedoeld in artikel 6.2.1. Bro. De stadsdeelraad kan besluiten geen exploitatieplan op te stellen.