direct naar inhoud van Artikel 20 Dubbelbestemming Waarde - cultuurhistorie
Plan: Oostelijke eilanden
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.A0901BPSTD-OH01

Artikel 20 Dubbelbestemming Waarde - cultuurhistorie

20.1 Bestemmingsomschrijving
  • a. De gronden aangewezen voor 'Waarde-cultuurhistorie' zijn naast de op de plankaart aangegeven andere bestemming(en) tevens bestemd voor het behoud, herstel en versterking van de met het beschermde stadsgezicht verbonden cultuurhistorische en architectonische waarden. De voor het stadsgezicht bepalende panden zijn op de
    plankaart aangeduid met de 'specifieke bouwaanduidingen - orde 1, orde 2 en orde 3'.
  • b. De bestemming 'Waarde-cultuurhistorie' is primair ten opzichte van de bestemmingen Gemengd -1, Gemengd - 2, Groen, Tuinen 1, Tuinen 2, Verkeer, Water en Wonen.
20.2 Bouwregels
  • a. Voor bouwwerken die op de plankaart zijn aangeduid met 'specifieke bouwaanduiding orde 2' geldt dat bij verbouwing dient te worden uitgegaan van een restauratieve aanpak van de straatgevels en de kap. Oorspronkelijke gevelelementen dienen te worden gehandhaafd en indien nodig hersteld. Hierbij is het gebruik van niet-authentieke materialen toegestaan, mits deze visueel volledig overeenkomen met de oorspronkelijke vorm, kleur en detaillering. In afwijking hiervan mag de eerste bouwlaag van straten die als detailhandelslint-plus zijn omschreven afwijkend worden vormgegeven, mits de oorspronkelijke, waardevolle karakteristiek van de winkelpui niet wordt verstoord.
  • b. Voor bouwwerken die op de plankaart zijn aangeduid met 'specifieke bouwaanduiding - orde 3' geldt dat bij verbouwing dient te worden uitgegaan van behoud en herstel van de oorspronkelijke gevelelementen. Hierbij zijn veranderingen in materiaal, maatvoering en detaillering toegestaan, mits deze de oorspronkelijke karakteristiek van het gebouw niet verstoren.
  • c. Voor bouwwerken op de plankaart zijn aangeduid met 'specifieke bouwaanduiding - ensembles en seriebouw orde 2' en 'specifieke bouwaanduiding - ensembles en seriebouw orde 3' geldt als uitgangspunt een gezamenlijke aanpak van de bouwwerken die tot het ensemble of de serie behoren.
20.3 Ontheffing bouwregels

Daar waar het dagelijks bestuur ontheffing kan verlenen op grond van de artikelen 4.4, 5.4en 14.4 geldt voor de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde-cultuurhistorie' als aanvullend criterium dat toepassing van die ontheffingsmogelijkheid niet tot gevolg mag hebben dat de karakteristiek van het stadsgezicht in onevenredige mate wordt aangetast en/of aan de ruimtelijke kwaliteit van het plangebied onevenredige afbreuk wordt gedaan.

20.4 Sloopvergunning

Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het dagelijks bestuur, zoals bedoeld in artikel 37 van de Monumentenwet 1988, bouwwerken geheel of gedeeltelijk te slopen.

Het dagelijks bestuur neemt onverminderd het bepaalde in artikel 3.20 van de Wet ruimtelijke ordening, bij de beoordeling van een aanvraag om sloopvergunning het volgende in acht:

  • a. Bouwwerken op de plankaart aangeduid met 'specifieke bouwaanduiding - orde 2' zijn de bouwwerken van vóór 1940 die vanwege hun architectonische kwaliteit, hun plaats in de stedenbouwkundige structuur en/of als toonaangevend element in de gevelwand een belangrijke bijdrage leveren aan het straatbeeld. Uitgangspunt is behoud.
  • b. Bouwwerken op de plankaart aangeduid met 'specifieke bouwaanduiding - orde 3' zijn bouwwerken van vóór 1940, die wat schaal en detaillering betreft passen in de gevelwand, maar geen architectonische of stedenbouwkundige meerwaarde hebben. Uitgangspunt is behoud.
  • c. Voor bouwwerken op de plankaart aangeduid met 'specifieke bouwaanduiding - ensembles en seriebouw orde 2'en 'specifieke bouwaanduiding - ensembles en seriebouw orde 3' geldt als uitgangspunt een gezamenlijke aanpak van de bouwwerken die tot het ensemble of de serie behoren. Voor sloop van slechts één tot een ensembele behorend pand wordt in beginsel geen vergunning verleend. Bij seriebouw kan het dagelijks bestuur voor sloop van een tot de serie behorend pand een vergunning verlenen, mits de eenheid van de serie niet in onevenredige mate wordt aangetast.
  • d. Bouwwerken die op de plankaart niet zijn voorzien van een aanduiding als genoemd in a tot en met c, mogen worden vervangen.