direct naar inhoud van 10.1 Algemeen
Plan: Bestemmingsplan Eerste Partiele Herziening Stationseiland-Fietsflat
Plannummer: A0901BPGST
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.A0901BPGST-OH01

10.1 Algemeen

Het plan is gemaakt met behulp van RO-Plan, een softwarepakket waarmee bestemmingsplannen digitaal en volgens de standaard van het Handboek Amsterdamse bestemmingsplannen kunnen worden getekend en voorzien van de bijbehorende regels.

Het bestemmingsplan is door particulieren te raadplegen op internet. Bij het aanklikken van een bestemming met de muis verschijnen de regels die erop van toepassing zijn in beeld. Op deze wijze wordt het bestemmingsplan toegankelijker voor particulieren. Daarnaast is zoals gebruikelijk een 'papieren plan' beschikbaar dat geraadpleegd kan worden.

Artikel 1

In artikel 1 staat een overzicht van de begrippen die in dit plan zijn gehanteerd. Per begrip is een omschrijving daarvan opgenomen.

Artikel 2

In artikel 2 is uiteengezet op welke wijze er in relatie tot dit plan gemeten moet worden.

Artikel 3

In artikel 3 zijn de regels omtrent de bestemming ("Verkeer") opgenomen. Hierin staan de bestaande afmetingen van de fietsflat opgenomen en het huidige gebruik van de fietsflat.

In het bestemmingsplan Stationseiland heeft de fietsflat de (voorlopige) bestemming "Fietsflat". Deze partiele herziening is opgesteld conform de bestemming Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2008 (SVBP 2008).

De fietsflat heeft conform deze standaarden de bestemming "Verkeer" gekregen waarbij middels de regels alleen het parkeren van fietsen is toegestaan. Daarnaast wordt het beheergebouw juridisch-planologisch mogelijk gemaakt.

Artikel 4 tot en met 8

In artikel 4 tot en met 6 zijn de regels opgenomen die deel uitmaken van ieder bestemmingsplan. Artikel 4 tot en met 6 zijn de algemene regels, die met name bedoeld zijn om kleine afwijkingen van de regels alsnog toe te staan. Artikel 7 regelt het overgangsrecht. Daarin wordt bepaald welke regels van toepassing zijn op het reeds bestaande gebruik en de reeds bestaande bebouwing, op het moment dat het voorliggende plan in werking treedt. In artikel 8 is de naam van het voorliggende plan geregeld, en onder de tekst van artikel 8 staat een paraaf van het bevoegd gezag.