direct naar inhoud van Hoofdstuk 1 SAMENVATTING EN CONCLUSIE
Plan: Omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan Landelijk Gebied - Bovenkerkerweg 102
Status: onherroepelijk
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0362.OIAVHB09xG-OH01

Hoofdstuk 1 SAMENVATTING EN CONCLUSIE

Bij de gemeente Amstelveen is een bouwplan ingediend voor uitbreiding van agrarische bedrijfsruimte op het perceel Bovenkerkerweg 102. De beoogde ontwikkeling betreft de uitbreiding van de reeds aanwezige agrarische bedrijfsruimte met 800 m2. De nieuwbouw zal worden gebruikt als opslagruimte voor het agrarisch bedrijf ter plaatse en dient ter vervanging van bedrijfsruimte die momenteel aan de Zijdelweg 3 is gelegen, maar in de toekomst mogelijk zal verdwijnen.

De beoogde ontwikkeling is in strijd met het geldende bestemmingsplan 'Landelijk Gebied' ter plaatse, aangezien het bouwplan buiten het aanwezige bouwvlak is gesitueerd. Binnen de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch Bedrijf 1' is echter een wijzigingsbevoegdheid opgenomen, waarmee -onder voorwaarden- de agrarische bouwvlakken vergroot kunnen worden.


De voorwaarden waarbinnen het bouwvlak vergroot kan worden door toepassing van de wijzigingsbevoegdheid zijn als volgt:

  • a. het bouwperceel mag geen grotere oppervlakte verkrijgen dan 2 hectare;


Het huidige bouwvlak zoals momenteel in het bestemmingsplan opgenomen omvat circa 1.440 m2. De beoogde ontwikkeling omvat een uitbreiding van de bestaande bedrijfsbebouwing met 800 m2. Het totaal te bebouwen perceel komt daarmee in de nieuwe situatie op circa 2.240 m2 en blijft dus ruimschoots onder de 2 hectare (20.000 m2).

  • b. een doelmatige bedrijfsvoering moet vergroting van het bouwvlak noodzakelijk maken, hetgeen middels een bedrijfsplan moet worden aangetoond;


De uitbreiding van de opslagruimte op de projectlocatie dient ter vervanging van (een deel van de) opslaglocatie die de initiatiefnemer momenteel gebruikt op de gronden van de heer N.J. Immink, Zijdelweg 3. Het zal naar verwachting vanaf 2013 niet meer mogelijk zijn om de opslagruimte aldaar te gebruiken, waardoor er behoefte is ontstaan naar vervangende opslagruimte nabij de eigen woning en agrarische gronden van de initiatiefnemer.

  • c. er mag geen onevenredige afbreuk plaatsvinden van de bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van de nabijgelegen (agrarische) bedrijven;


De aard (opslag oogst/gewassen) en omvang (800 m2), alsmede de situering van de bedrijfsbebouwing is dermate ondergeschikt dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de nabijgelegen bedrijven. De afstand tot de zuiderburen bedraagt in de toekomstige situatie hemelsbreed nog steeds circa 110 meter. De ontwikkelingsmogelijkheden van de nabijgelegen bedrijven worden tevens niet beïnvloed door de ontwikkeling.

  • d. het woon- en leefklimaat van nabijgelegen woningen mag niet onevenredig worden aangetast;


Gezien de aard (opslag oogst/gewassen) en omvang (800 m2), alsmede de situering van de bedrijfsbebouwing wordt het woon- en leefklimaat van nabijgelegen woningen niet onevenredig aangetast.

  • e. er mag geen sprake zijn van onevenredige aantasting van de bestaande landschappelijke waarden.


De uitbreiding is zodanig gesitueerd dat het bestaande verkavelings- en slotenpatroon gehandhaafd blijft. Met de uitbreiding komt de agrarische bedrijfsbebouwing gecentreerd achter de bedrijfswoning te liggen. De aanwezige doorzichten vanaf de Bovenkerkerweg worden hierdoor in stand gehouden. Dit is in overeenstemming met de Ontwikkelstrategie Amstelscheg, waarin onder andere de gemeente Amstelveen, het Waterschap Amstel Gooi en Vecht (AGV) en de provincie Noord-Holland het beleid voor het landelijk gebied hebben neergelegd.

De beoogde ontwikkeling voldoet derhalve aan alle voorwaarden om het agrarische bouwvlak ter plaatse te vergroten. De gemeente Amstelveen wil in dit geval echter om tijdswinst te boeken het bouwplan planologisch mogelijk maken middels een omgevingsvergunning voor afwijking van het bestemmingsplan ex artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Onderdeel van de omgevingsvergunning is een goede ruimtelijke onderbouwing. Voorliggend rapport vormt deze goede ruimtelijke onderbouwing.

Op grond van de inhoud van de ruimtelijke onderbouwing kan gesteld worden dat de ontwikkeling past binnen de voorwaarden zoals gesteld in de wijzigingsbevoegdheid uit het bestemmingsplan 'Landelijk Gebied', alsmede het overige relevante beleid. Vanuit de verschillende omgevingsaspecten zijn er tevens geen belemmeringen. Bij de uiteindelijke uitvoer van de werkzaamheden dient wel de zorgplicht in het kader van de Flora- en Faunawet in acht genomen te worden.

De algehele conclusie luidt dan ook dat de ontwikkeling niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en zodoende, redelijkerwijs, doorgang kan vinden.