Veegplan Amstelveen 2024
Status: | vastgesteld |
Identificatie: | NL.IMRO.0362.BP01-VG01 |
Plantype: | bestemmingsplan |
TOELICHTING
Inhoudsopgave
1.1 Aanleiding en doelstelling
1.2 Ligging en begrenzing plangebied
HOOFDSTUK 2 BESCHRIJVING VAN HET PLAN
4.1 Economische uitvoerbaarheid
4.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
HOOFDSTUK 5 MILIEU- EN OMGEVINGSASPECTEN
HOOFDSTUK 1 INLEIDING
1.1 Aanleiding en doelstelling
Voorliggend plan betreft onder meer een zogenaamd 'Veegplan'. In dit bestemmingsplan worden omissies in bestaande bestemmingsplannen 'Amstelveen Midden West 2022' en 'Wester Amstel 2018' hersteld. De omissies hebben onder andere betrekking op het terugbrengen van omissies op de verbeelding behorende bij het geldende bestemmingsplan. De doelstelling van dit bestemmingsplan is het herstellen van fouten in bestaande bestemmingsplannen, zodat een actueel en correct kader ontstaat waaraan (toekomstige) aanvragen voor omgevingsvergunningen kunnen worden getoetst.
1.2 Ligging en begrenzing plangebied
Het veegplan is een gedeeltelijke herziening op een tweetal bestemmingsplannen: 'Amstelveen Midden West 2022' (vastgesteld op 14 december 2022) en 'Wester Amstel 2018' (vastgesteld op 12 december 2018). Voor een zestal locaties komt zal voorliggend veegplan het huidige bestemmingsplan vervangen.
1.3 Juridische status
Zoals ook uit de naam van dit plan volgt, gaat het hier om een veegplan. Dat houdt in dat dit bestemmingsplan de bestemmingsplannen 'Amstelveen Midden West 2022' en 'Wester Amstel 2018' voor een zestal locaties vervangt. Beide bestemmingsplannen blijven onverkort van toepassing voor zover daarin met dit plan geen wijzigingen worden aangebracht. Hetzelfde geldt ook voor de toelichting: de toelichting horend bij de bestemmingsplannen 'Amstelveen Midden West 2022' en 'Wester Amstel 2018' blijft ook relevant voor zover daarin met dit plan geen wijzigingen worden aangebracht.
1.4 Leeswijzer
Na dit inleidende hoofdstuk worden in hoofdstuk 2 de verschillende reparaties van het plan beschreven en toegelicht. Hoofdstuk 3 bevat vervolgens een juridische planbeschrijving. Hoofdstuk 4 bevat de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan. Tot slot wordt in hoofdstuk 5 de milieu- en omgevingsaspecten toegelicht.
HOOFDSTUK 2 BESCHRIJVING VAN HET PLAN
2.1 Inleiding
Dit hoofdstuk bevat een beschrijving van de verschillende locaties die meegenomen zijn in dit plan. Per locatie is aangegeven wat het vigerend bestemmingsplan is en waarom de locatie herzien wordt.
2.2 De locaties
2.2.1 Handweg 3
Het perceel Handweg 3 te Amstelveen is gelegen binnen het vigerende bestemmingsplan ‘Amstelveen Midden West 2022’, vastgesteld door de gemeenteraad op 14 december 2022. Voornoemde bestemmingsplan heeft het oude bestemmingsplan ‘Amstelveen Midden West’, welke onherroepelijk is vastgesteld op 18 februari 2009, vervangen. Middels het vigerend bestemmingsplan zijn nieuw beleid en nieuwe ontwikkelingen meegenomen. Verder betreft het vigerend bestemmingsplan een overwegend conserverend plan.
Het perceel aan de Handweg 3 heeft van oorsprong een functieaanduiding ‘wonen toegestaan’. Met de vaststelling van het vigerend bestemmingsplan is deze functieaanduiding niet overgenomen. In onderhavig veegplan wordt dit hersteld door de aanduiding alsnog op te nemen.
Vertaling naar het bestemmingsplan
Middels het voorliggende bestemmingsplan wordt de omissie hersteld door aan de gronden de functieaanduiding 'wonen toegestaan’ toe te voegen. Verder wordt de geldende enkelbestemming, het bouwvlak, de dubbelbestemming, functie- en gebiedsaanduidingen en maatvoeringseisen overgenomen.
2.2.2 Ouderkerkerlaan 4-4D, 5-5D en 5E-J
Het perceel Ouderkerkerlaan 4-5 te Amstelveen is gelegen binnen het vigerende bestemmingsplan ‘Amstelveen Midden West 2022’, vastgesteld door de gemeenteraad op 14 december 2022. Bestemmingsplan ‘Amstelveen Midden West 2022’ heeft het oude bestemmingsplan ‘Amstelveen Midden West’, welke onherroepelijk is vastgesteld op 18 februari 2009, vervangen. Middels het vigerend bestemmingsplan zijn nieuw beleid en nieuwe ontwikkelingen meegenomen. Verder betreft het vigerend bestemmingsplan een overwegend conserverend plan.
Het perceel Ouderkerkerlaan 4-4D, 5-5D en 5E-J heeft van oorsprong een bouwvlak met een maatvoering: de maximum goothoogte is 8 meter en de maximum bouwhoogte is 11 meter. In het vigerend bestemmingsplan is dit bouwvlak niet overgenomen. In onderhavig bestemmingsplan wordt dit hersteld door het bouwvlak met maatvoering alsnog op te nemen.
Vertaling naar het bestemmingsplan
Middels het voorliggende bestemmingsplan wordt de omissie hersteld door aan de gronden een bouwvlak met maatvoering toe te kennen. Verder worden de geldende enkelbestemming, de dubbelbestemmingen en gebiedsaanduidingen overgenomen.
2.2.3 Dorpsstraat 38-50
De percelen op de Dorpsstraat 40-50 te Amstelveen zijn gelegen binnen het vigerende bestemmingsplan ‘Amstelveen Midden West 2022’, vastgesteld door de gemeenteraad op 14 december 2022. Bestemmingsplan ‘Amstelveen Midden West 2022’ heeft het oude bestemmingsplan ‘Amstelveen Midden West’, welke onherroepelijk is vastgesteld op 18 februari 2009, vervangen. Middels het vigerend bestemmingsplan zijn nieuw beleid en nieuwe ontwikkelingen meegenomen. Verder betreft het vigerend bestemmingsplan een overwegend conserverend plan.
Het perceel op de Dorpstraat 38 heeft van oorsprong de bestemming maatschappelijk. In het vigerend bestemmingsplan heeft dit perceel de bestemming ‘cultuur en ontspanning’. Echter, het voormalige schoolgebouw heeft altijd de bestemming ‘Maatschappelijk’ gekend. Daarom zal de vorige bestemming ‘Maatschappelijk’ weer teruggebracht worden.
De percelen op de Dorpstraat 40-50 hebben van oorsprong de bestemming Gemengd (III – artikel 7). In het vigerend bestemmingsplan hebben deze percelen hebben de bestemming ‘cultuur en ontspanning’. Daarmee zijn gebruiksmogelijkheden van deze gebouwen verdwenen. Daarom zal de vorige bestemming ‘Gemengd 3’ weer teruggebracht worden.
Vertaling naar het bestemmingsplan
Middels het voorliggende bestemmingsplan wordt de omissie hersteld door aan de gronden de bestemmingen 'Maatschappelijk' en ' Gemengd 3’ toe te kennen. Verder worden de geldende de dubbelbestemmingen, het bouwvlak, maatvoeringseisen en de functie- en gebiedsaanduidingen overgenomen.
2.2.4 Van der Hooplaan 23
Het perceel Van der Hooplaan 23 te Amstelveen is gelegen binnen het vigerende bestemmingsplan ‘Amstelveen Midden West 2022’, vastgesteld door de gemeenteraad op 14 december 2022. Bestemmingsplan ‘Amstelveen Midden West 2022’ heeft het oude bestemmingsplan ‘Amstelveen Midden West’, welke onherroepelijk is vastgesteld op 18 februari 2009, vervangen. Middels het vigerend bestemmingsplan zijn nieuw beleid en nieuwe ontwikkelingen meegenomen. Verder betreft het vigerend bestemmingsplan een overwegend conserverend plan.
Het perceel Van der Hooplaan 23 heeft van oorsprong een bouwvlak met een maatvoering: zowel de maximum goothoogte als de maximum bouwhoogte is 4 meter. In het vigerend bestemmingsplan is het bouwvlak en de maatvoering niet overgenomen. In onderhavig veegplan wordt dit hersteld door het bouwvlak met maatvoering alsnog op te nemen.
Vertaling naar het bestemmingsplan
Middels het voorliggende bestemmingsplan wordt de omissie hersteld door aan de gronden een bouwvlak met maatvoering toe te kennen. Verder worden de geldende enkelbestemming, de dubbelbestemming en functie- en gebiedsaanduidingen overgenomen.
2.2.5 Vuurdoornlaan 19
Het perceel Voordoornlaan 19 te Amstelveen is gelegen binnen het vigerende bestemmingsplan ‘Amstelveen Midden West 2022’, vastgesteld door de gemeenteraad op 14 december 2022. Bestemmingsplan ‘Amstelveen Midden West 2022’ heeft het oude bestemmingsplan ‘Amstelveen Midden West’, welke onherroepelijk is vastgesteld op 18 februari 2009, vervangen. Middels het vigerend bestemmingsplan zijn nieuw beleid en nieuwe ontwikkelingen meegenomen. Verder betreft het vigerend bestemmingsplan een overwegend conserverend plan.
Het perceel Vuurdoornlaan 19 heeft van oorsprong een bouwvlak met maatvoering. Zowel de maximum goothoogte als de maximum bouwhoogte is 4 meter. In het vigerend bestemmingsplan is dit bouwvlak met maatvoering niet overgenomen. In onderhavig veegplan wordt dit hersteld door het bouwvlak met maatvoering alsnog op te nemen.
Vertaling naar het bestemmingsplan
Middels het voorliggende bestemmingsplan wordt de omissie hersteld door aan de gronden een bouwvlak met maatvoering toe te kennen. Verder worden de geldende enkelbestemming, de dubbelbestemming en gebiedsaanduidingen overgenomen.
2.2.6 Escapade 7 en 9
De percelen Escapade 7 en 9 te Amstelveen zijn gelegen binnen het vigerende bestemmingsplan ‘Wester Amstel 2018’, vastgesteld door de gemeenteraad op 12 december 2018. Bestemmingsplan ‘Wester Amstel 2018’ heeft het oude bestemmingsplan ‘Wester Amstel’, welke is vastgesteld op 21 maart 2007, vervangen. Middels het vigerend bestemmingsplan zijn nieuw beleid en nieuwe ontwikkelingen meegenomen. Verder betreft het vigerend bestemmingsplan een overwegend conserverend plan.
Voor de percelen Escapade 7 en 9 is in respectievelijk 2005 en 2013 een vrijstelling verleend voor het gebruik als buitenschoolse opvang. In het vigerend bestemmingsplan is een functieaanduiding ‘naschoolse opvang’ opgenomen voor Escapade 9, maar Escapade 7 heeft deze functieaanduiding niet gekregen. Tevens dekt de functieaanduiding niet volledig de dekking van het gebruik van beide panden: de opvang vindt in de praktijk niet enkel plaats na school, maar ook in de vakantieperiodes. In onderhavig veegplan wordt dit hersteld door de functieaanduiding ‘buitenschoolse opvang’ op te nemen voor zowel Escapade 7 en 9.
Vertaling naar het bestemmingsplan
Middels het voorliggende bestemmingsplan wordt aan de gronden een functieaanduiding ‘buitenschoolse opvang’ toegevoegd. Verder worden de geldende enkelbestemming, de dubbelbestemming, het bouwvlak, maatvoeringseisen en gebiedsaanduidingen overgenomen.
HOOFDSTUK 3 PLANOPZET
3.1 Algemeen
Voor het bestemmingsplan is gebruik gemaakt van de in de Wet ruimtelijke ordening opgenomen standaardvorm van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP 2012). Het juridische deel van het bestemmingsplan bestaat uit de verbeelding en de regels. Deze onderdelen zijn bindend voor de burger. De regels bevatten het juridisch instrumentarium voor het regelen van het gebruik van de gronden en bepalingen omtrent de toegelaten bebouwing. De verbeelding heeft een ondersteunende rol voor de toepassing van de regels alsmede de functie van visualisering van de bestemmingen. De toelichting is niet juridisch bindend, maar wordt als handvat en beleidskader/interpretatiekader voor het bestemmingsplan gebruikt.
3.2 De planregels
De regels zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken:
Hoofdstuk 1: inleidende regels; met daarin definities en de wijze van meten en berekenen en de reikwijdte van dit bestemmingsplan.
Hoofdstuk 2: bestemmingsregels; die het hart van ieder bestemmingsplan vormen. Hierin worden de regels voor de op de verbeelding opgenomen bestemmingen gegeven, in dit geval de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' met daaraan gekoppeld een getal. Dat is van belang omdat de wijze waarop de archeologie wordt beschermd afhangt van de waarde die aan het betreffende gebied is toegekend of wordt verwacht. In de bestemmingregels worden de bouwregels gegeven, waarin voor alle bouwwerken de van toepassing zijnde bouwbepalingen worden geregeld. Ten behoeve van de archeologische waarden is tevens een aanlegvergunningstelsel opgenomen (omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden).
Hoofdstuk 3: algemene regels; deze hebben betrekking op in beginsel alle voorafgaande regels. Hierbij gaat het om de anti-dubbeltelbepaling.
Hoofdstuk 4: overgang- en slotregels.
Hieronder volgt een artikelsgewijze beschrijving van de regels en bestemmingen.
Hoofdstuk 1 Inleidende regels
Begrippen (artikel 1)
hierin worden de begrippen gedefinieerd die in de planregels worden gebruikt.
Wijze van meten (artikel 2)
hierin wordt aangegeven hoe de diverse maten worden gemeten en de oppervlakte van bouwwerken worden berekend om zo een eenduidige toepassing van de bebouwingregeling te bewerkstelligen.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Gemengd - 3 (artikel 3)
Deze bestemming komt voor op locaties waarbij wonen wordt gecombineerd met andere bestemmingen, zoals bedrijven, kantoor, maatschappelijke voorzieningen, dienstverlening, sport, en gezondheidszorg. Binnen deze bestemming zitten de activiteiten vaak op de begane grond en het wonen daarboven. Deze bestemming komt overeen met de bestemming Gemengd - 3 uit het bestemmingsplan Amstelveen Midden West 2022. De locatie Dorpsstraat 40-50 wordt middels voorliggend bestemmingsplan op de planverbeelding herzien, waardoor de geldende regels voor afzonderlijke leesbaarheid opnieuw zijn opgenomen in voorliggend bestemmingsplan.
Horeca (artikel 4)
Deze bestemming is opgenomen voor zelfstandige horecavestigingen in de vorm van restaurants. Deze bestemming komt overeen met de bestemming Horeca uit het bestemmingsplan Amstelveen Midden West 2022. De locaties Handweg 3 en Van der Hooplaan 23 worden middels voorliggend bestemmingsplan op de planverbeelding herzien, waardoor de geldende regels voor afzonderlijke leesbaarheid opnieuw zijn opgenomen in voorliggend bestemmingsplan.
Maatschappelijk (artikel 5)
De voor maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor sociale, religieuze, medische (zoals een hospice, huisartsenpraktijk, fysiotherapeut, zorginstelling, culturele en (openbare) educatieve voorzieningen, alsmede kinderopvang. Deze bestemming komt overeen met de bestemming Maatschappelijk uit het bestemmingsplan Amstelveen Midden West 2022. De locaties Dorpsstraat 38 en Vuurdoornlaan 19 worden middels voorliggend bestemmingsplan op de planverbeelding herzien, waardoor de geldende regels voor afzonderlijke leesbaarheid opnieuw zijn opgenomen in voorliggend bestemmingsplan.
Sport (artikel 6)
De bestemming sport is opgenomen voor sportvoorzieningen. Deze bestemming komt overeen met de bestemming Sport uit het bestemmingsplan Wester Amstel 2018. De locatie Escapade 7 en 9 wordt middels voorliggend bestemmingsplan op de planverbeelding herzien, waardoor de geldende regels voor afzonderlijke leesbaarheid opnieuw zijn opgenomen in voorliggend bestemmingsplan.
Tuin (artikel 7)
In de tuinbestemming zijn naast 'bouwwerken, geen gebouwen zijnde' erkers of entreeportalen toegestaan. Deze bestemming komt overeen met de bestemming Tuin uit het bestemmingsplan Amstelveen Midden West 2022. De locatie Ouderkerkerlaan 4-4D, 5-5D en 5E-J wordt middels voorliggend bestemmingsplan op de planverbeelding herzien, waardoor de geldende regels voor afzonderlijke leesbaarheid opnieuw zijn opgenomen in voorliggend bestemmingsplan.
Wonen (artikel 8)
Binnen de bestemming wonen zijn woningen mogelijk. Naast het bouwen van een hoofdgebouw zijn er regels opgenomen voor aan- en uitbouwen, bijgebouwen, het bouwen onder de grond en bouwwerken geen gebouwen zijnde. Deze bestemming komt overeen met de bestemming Wonen uit het bestemmingsplan Amstelveen Midden West 2022. De locatie Ouderkerkerlaan 4-4D, 5-5D en 5E-J wordt middels voorliggend bestemmingsplan op de planverbeelding herzien, waardoor de geldende regels voor afzonderlijke leesbaarheid opnieuw zijn opgenomen in voorliggend bestemmingsplan.
Dubbelbestemmingen: Waarde - Archeologie 1-5 (artikel 9), Waarde - Cultuurhistorie (artikel 10) en Waterstaat - Waterkering (artikel 11)
Als dubbelbestemmingen zijn opgenomen archeologie, cultuurhistorie en waterkering. De primaire bestemming mag de belangen welke worden behartigd binnen de dubbelbestemming niet onevenredig schaden. Deze dubbelbestemmingen komen overeen met de dubbelbestemmingen uit de bestemmingsplannen Amstelveen Midden West 2022 en Wester Amstel 2018. Omdat diverse locaties welk worden herzien op de planverbeelding deze dubbelbestemmingen kennen, zijn de geldende regels voor afzonderlijke leesbaarheid opnieuw opgenomen in voorliggend bestemmingsplan.
Hoofdstuk 3 Algemene regels
Anti-dubbeltelregel (artikel 12)
Deze bepaling dient om te voorkomen dat bijvoorbeeld een grondoppervlak dat in een bepaald geval al eens als berekeningsgrondslag voor de toelaatbare oppervlakte aan bebouwing heeft gediend, later nog eens als berekeningsgrondslag voor een ander bouwwerk wordt gebruikt, maar dat dan tot gevolg heeft dat in het eerste geval een situatie ontstaat die afwijkt van het plan.
Algemene bouwregels (artikel 13)
In dit artikel (toegelaten overschrijdingen) wordt aangegeven in welke gevallen de in dit plan aangegeven bestemmingsgrenzen, bouwgrenzen en/of hoogtematen overschreden mogen worden. Dit betreffen bijvoorbeeld liftkokers, schoorstenen en balkons.
Algemene afwijkingsregels (artikel 14)
In dit artikel wordt bepaald in het kader van welke algemene afwijkingen in het
plangebied gebruik gemaakt kunnen worden.
Luchthavenverkeerszone-LIB (artikel 15 t/m 18)
Hier wordt aangegeven waar de gronden binnen de gebiedsaanduidingen en vrijwaringszones (Luchtvaartverkeerzones LIB) voor bedoeld zijn.
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
Overgangsrecht (artikel 19)
Samengevat wordt hierin gewaarborgd dat bouwwerken en gebruiksvormen die bij de totstandkoming van het plan reeds bestaan, maar nu in strijd raken met het plan, mogen blijven bestaan. Daarbij wordt het hierin mogelijk gemaakt om op te treden tegen eerder ontstaan illegaal gebruik.
Slotregel (artikel 20)
Voor de duidelijkheid, o.a. bij benoeming en verwijzing, is hierin een eenduidige naam voor het gehele plan inclusief de toelichting aangegeven.
HOOFDSTUK 4 UITVOERBAARHEID
4.1 Economische uitvoerbaarheid
4.1.1 Financieel-economische haalbaarheid
De financiële uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan wordt gewaarborgd doordat de ambtelijke kosten die nodig zijn voor de vervaardiging van het bestemmingsplan worden gedekt uit de algemene middelen van de gemeente.
4.1.2 Verhaal van kosten
Het voorliggende plan voorziet niet in een bouwplan als bedoeld in artikel 6.12, eerste lid, Wro. Het is daarom niet nodig een exploitatieplan op te stellen. Er doet zich dus geen mogelijkheid voor een kostenverhaal op te stellen, zoals bedoeld is in afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening.
Geconcludeerd kan worden dat het vaststellen van een exploitatieplan niet noodzakelijk is en het bestemmingsplan economisch uitvoerbaar is.
4.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
4.2.1 Inspraak
Het ontwerp zal gedurende zes weken ter inzage worden gelegd. Gedurende de termijn van ter inzage legging zal eenieder de gelegenheid hebben om schriftelijk zienswijzen kenbaar te maken.
4.2.2 Bro-partners
In het kader van het wettelijk vooroverleg op grond van het Besluit op de ruimtelijke ordening is het voorontwerp toegezonden aan de hieronder genoemde provinciale en rijksdiensten en andere instanties op 8 december 2023.
De toezending is gedaan met het verzoek om binnen vier weken te reageren en met de mededeling, dat indien niet binnen die termijn zal zijn gereageerd, wordt aangenomen, dat het voorontwerp bestemmingsplan geen aanleiding heeft gegeven tot het maken van opmerkingen.
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland
Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht
Hoogheemraadschap Rijnland
Brandweer Amstelland
Rijkswaterstaat
Gasunie
Liander
Steunpunt Monumenten en Archeologie (MOOI Noord-Holland)
De instaties welke staan vermeld onder de nummers 2, 3, 5, 6 en 8 hebben niet gereageerd, zodat mag worden aangenomen, dat het voorontwerp geen aanleiding heeft gegeven tot het maken van opmerkingen.
De instanties welke staan vermeld onder 1, 4 en 7 hebben te kennen gegeven, dat zij geen opmerkingen hebben, dan wel dat het voorontwerp geen onderwerpen raken waarbij deze instantie belang heeft.
4.3 Handhaving
4.3.1 Uitvoerings- en handhavingsbeleid
Handhaving op het gebied van ruimtelijke ordening spitst zich toe op het gebruik van de gronden en opstallen, de maatvoering van bouwwerken en het uitvoeren van werken en werkzaamheden waarvoor een omgevingsvergunning nodig is. Handhaving kan kortweg worden omschreven als: elke handeling die er op is gericht de naleving van rechtsregels te bevorderen of een overtreding te beëindigen. Handhaving is geen doel op zich maar draagt bij aan de realisatie van de ruimtelijke doelstellingen die met het bestemmingsplan worden beoogd en de bescherming van de verschillende belangen die worden gewaarborgd.
Een bestemmingsplan bevat daarom een handhavingsparagraaf. Hierin wordt een toelichting gegeven op de wijze waarop de gemeente het juridische normenkader van het bestemmingsplan handhaaft, dat door middel van de planregels in samenhang met de planverbeelding in het leven is geroepen.
Het niet naleven van een bestemmingsplan komt neer op het ondergraven van één van de meest waardevolle en invloedrijkste instrumenten van de gemeentelijke overheid.
Daarnaast is het een inbreuk op en aantasting van de belangrijkste waarborgen die de burger en bedrijven op gemeentelijk niveau hebben. De maatschappij mag immers verwachten en eisen van de gemeentelijke overheid dat zij de regelgeving die zij in het bestemmingsplan heeft opgenomen ook zal handhaven. Het niet naleven en handhaven van het bestemmingsplan tast de geloofwaardigheid van de gemeente in het algemeen aan. Om deze redenen is het noodzakelijk het bestemmingsplannen te handhaven en te blijven handhaven.
De gemeente is verplicht om uitvoerings (vergunningverlening) en handhavingsbeleid vast te stellen in een of meer documenten, waarin gemotiveerd wordt aangegeven welke doelen wij onszelf stellen bij de uitvoering en handhaving en welke activiteiten we daarvoor zullen uitvoeren. Deze verplichting is nu al opgenomen in het Besluit omgevingsrecht en komt ook in de Omgevingswet terug.
De gemeente heeft aan deze verplichting invulling gegeven in het actuele VTH beleidsplan, waarin zowel het uitvoerings als het handhavingsbeleid is opgenomen. Deze nota beschrijft de visie, doelstellingen, prioriteiten, uitgangspunten en strategieën op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Het is gebaseerd op een analyse van de problemen die zich kunnen voordoen met betrekking tot de naleving van de geldende wetgeving, waaronder dit bestemmingsplan. Een ander belangrijk uitgangspunt zijn de toepasselijke algemeen verbindende voorschriften, de beleidskaders en een analyse van inzichten, technieken en werkwijzen die gebruikt kunnen worden voor de uitvoering.
Het gehele uitvoerings en handhavingsbeleid geeft ten minste inzicht in:
De prioriteiten bij de uitvoering van voorgenomen activiteiten.
De methodiek die de gemeente gebruikt om te bepalen of gestelde doelen worden bereikt.
De objectieve criteria voor het beoordelen van aanvragen voor en beslissingen over een omgevingsvergunning en het afhandelen van meldingen.
De werkwijze bij vergunningverlening en het afhandelen van meldingen.
De afspraken die door de gemeente met de Omgevingsdienst en met de organen die belast zijn met de strafrechtelijke handhaving zijn gemaakt.
De wijze waarop het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de betrokken wetten bepaalde wordt uitgeoefend om de gestelde doelen te bereiken.
De wijze waarop bestuurlijke sancties en de termijnen die bij het geven en uitvoeren daarvan worden gehanteerd en de strafrechtelijke handhaving onderling worden afgestemd, waarbij tevens aandacht wordt besteed aan de aard van de geconstateerde overtredingen.
De wijze waarop de gemeente handelt na overtredingen die zijn begaan door of in naam van de eigen gemeente of van andere organen behorende tot de overheid.
In de jaarlijkse uitvoeringsprogramma’s worden deze prioriteiten vertaald in daadwerkelijke activiteiten. Jaarlijks evalueert de gemeente de uitgevoerde inspanningen en wordt de bijdrage getoetst aan de beleidsdoelstellingen. Doen we nog de juiste dingen op de juiste wijze of signaleren we ontwikkelingen die een aanpassing van het (ruimtelijke) beleid vragen? Het uitvoeringsprogramma, jaarverslag en de evaluatie worden toegestuurd aan de gemeenteraad.
HOOFDSTUK 5 MILIEU- EN OMGEVINGSASPECTEN
In een bestemmingsplan dient aangetoond te worden dat er sprake is van een 'goede ruimtelijke ordening'. Onderdeel hiervan is dat het plan niet in strijd mag zijn met de geldende regelgeving die betrekking heeft op milieu- en omgevingsaspecten, zoals op het gebied van geluid, geur, externe veiligheid, luchtkwaliteit, water, ecologie, etc.
Het voorliggende bestemmingsplan voorziet in het herstellen van enkele omissies in bestaande bestemmingsplannen. Het plan heeft geen invloed op en daarmee geen negatieve gevolgen voor milieu- en omgevingsaspecten. Het plan is derhalve niet in strijd met de regelgeving voor milieu- en omgevingsaspecten. Een uitgebreide toetsing aan die regelgeving is daarom niet noodzakelijk.