direct naar inhoud van 4.2 Luchtkwaliteit
Plan: Zijdelweg 21-23
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0362.11D-OH01

4.2 Luchtkwaliteit

Op 15 november 2007 is een nieuw wettelijk stelsel voor luchtkwaliteitseisen van kracht geworden. De hoofdlijnen van deze nieuwe regelgeving zijn opgenomen in hoofdstuk 5, titel 5.2 van de wet Milieubeheer (Titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen). Omdat titel 5.2 Wm handelt over luchtkwaliteit staat deze ook wel bekend als de 'Wet luchtkwaliteit'. (Wlk)

Hiermee is het Besluit luchtkwaliteit 2005 (Blk 2005) en het Meet- en rekenvoorschrift bevoegdheden luchtkwaliteit 2006 komen te vervallen. Daarvoor in de plaats is een aantal nieuwe Ministeriële regelingen en Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB’s) van kracht geworden, waaronder de AmvB ‘Niet in Betekenende mate' (NIBM). De wet maakt onderscheid tussen grote en kleine projecten De grote projecten verslechteren de luchtkwaliteit ‘in betekenende mate’ (IBM). De kleine projecten zijn projecten die de luchtkwaliteit ‘niet in betekenende mate' (NIBM) verslechteren. Deze projecten hoeven niet meer te worden getoetst aan de grenswaarden.

AmvB Niet In Betekenende Mate (NIBM)

Met het in werking treden van de nieuwe regelgeving is de koppeling tussen ruimtelijke ontwikkelingen en de gevolgen voor de luchtkwaliteit, flexibeler geworden. Belangrijk hierbij is het begrip ‘niet in betekenende mate’ (NIBM). Ontwikkelingen die ‘niet in betekenende mate’ bijdragen aan een verslechtering van de luchtkwaliteit hoeven in principe niet meer afzonderlijk te worden getoetst aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit.

De toekomst: NIBM 3% grens

Projecten dragen ‘niet in betekende mate’ bij aan een verslechtering van de luchtkwaliteit, als aannemelijk is dat de toename van de concentratie veroorzaakt door het project minder is dan 3%. Om het gemeenten wat makkelijker te maken, is de 3%-regel in de Regeling NIBM uitgewerkt voor enkele veelvoorkomende projectvormen. Voorbeelden hiervan zijn:

- woningbouwlocaties met maximaal 1500 woningen en minimaal 1 ontsluitingsweg;

- woningbouwlocaties met maximaal 3000 woningen en minimaal 2 ontsluitingswegen en een gelijkmatige verkeersverdeling;

- kantoorlocaties met een bruto vloeroppervlak van maximaal 100.000 m2 en minimaal 1 ontsluitingsweg;

- kantoorlocaties met een bruto vloeroppervlak van maximaal 200.000 m2 en minimaal 2 ontsluitingswegen en een gelijkmatige verkeersverdeling.

Ook voor mengvormen van woningbouw en kantoren, landbouwinrichtingen en spoorwegemplacementen gelden bepaalde vuistregels. Wanneer een projectvorm niet genoemd is in de Regeling NIBM kan op een aantal andere manieren aannemelijk worden gemaakt dat er sprake is van een NIBM-geval. Hiervoor bestaan in principe vier scenario’s:

- Het project heeft geen gevolgen voor de luchtkwaliteit;

- Er is sprake van een lage achtergrondconcentratie en het geschatte effect van het project is klein (globale berekening);

- Gelet op het effect van soortgelijke projecten in dezelfde omgeving kan aannemelijk worden gemaakt dat er sprake is van NIBM (resultaten eerdere berekeningen);

- Het effect blijkt uit een berekening gemaakt volgens de Regeling Beoordeling Luchtkwaliteit.

Een belangrijke bepaling bij het toetsen van projecten is de zogenaamde anticumulatiebepaling. Hierin is vastgelegd dat projecten die worden gerealiseerd in dezelfde periode (NSL-periode) en gebruik zullen maken van dezelfde ontsluitingsstructuur, bij elkaar horen. Voorwaarde hierbij is dat de projecten aan elkaar grenzen of in elkaars directe nabijheid liggen. De anticumulatiebepaling moet voorkomen dat projecten ten onrechte worden opgesplitst in kleinere deelprojecten.

IBM-projecten

In het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL), die op 1 augustus 2009 formeel in werking is getreden, worden de maatregelen beschreven die de gezamenlijke Nederlandse overheden de komende vijf jaar zullen gaan uitvoeren om de luchtkwaliteit te verbeteren. In het NSL zijn bovendien de projecten beschreven die wel ‘in betekenende mate’ bijdragen aan de verslechtering van de luchtkwaliteit (IBM-projecten). Het gaat bijvoorbeeld om grote woningbouwprojecten met duizenden woningen.

Door de realisatie van het bouwplan zal naar verwachting geen onevenredige toename van het aantal verkeersbewegingen ontstaan. Er kan dan ook vanuit worden gegaan dat de luchtkwaliteit niet zal verslechteren. Doordat er geen verslechtering optreedt van de luchtkwaliteit wordt voldaan aan artikel 5.16, lid 2 van de Wet milieubeheer, en is voor dit bouwplan, geen nader onderzoek naar de luchtkwaliteit vereist.

Onderzoek luchtkwaliteit uitbreiding Transportbedrijf Kaatee BV, te Amstelveen

Op 3 maart 2011 zijn de resultaten van dit onderzoek vastgelegd in het rapport opgesteld door M+P-raadgevende ingenieurs met het kenmerk KT.11.02/tb. Dit onderzoek is verricht voor een melding in het kader van het Activiteitenbesluit, Wet milieubeheer. De melding geschiedt in verband met het uitbreiden van de bedrijfssituatie van de inrichting van Kaatee Transport BV aan de Zijdelweg 23 te Amstelveen. De uitbreiding betreft het bijplaatsen van een bedrijfsgebouw met 2 wasstraten, werkplaats, opslagruimte en sanitaire voorzieningen. Vanwege de wasstraat zal het aantal vrachtwagenbewegingen toenemen.

In dit onderzoek wordt de bijdrage berekend van alle vervoersbewegingen ten gevolge van de totale inrichting en niet alleen de bijdrage van de uitbreiding. De voertuigbewegingen zijn overgenomen uit het verrichte akoestische onderzoek. Het betreft 102 personenwagen- en 122 vrachtwagenbewegingen per etmaal. Deze aantallen zijn representatief voor een zeer drukke dag. Door in de luchtkwaliteitsberekeningen deze aantallen als jaargemiddelde etmaalintensiteit in te voeren wordt de bijdrage van de inrichting overschat.

De bijdrage aan de luchtkwaliteit bedraagt op de nabij gelegen woningen vanwege alle voertuigbewegingen op het terrein van de inrichting maximaal 0,5 ìg/m3 vanwege NO2 en 0,0 ìg/m3 vanwege PM10. De inrichting draagt daarmee Niet in betekenende mate bij aan de lokale luchtkwaliteit.

Op de terreingrens is tevens indicatief de luchtkwaliteit beoordeeld ten gevolge van de achtergrondconcentratie en het autonome verkeer over de Zijdelweg. Deze berekeningen zijn uitgevoerd met behulp van de Saneringstool 3.1 (www.nsl-monitoring.nl). Voor NO2 bedraagt de concentratie in 2011 30,5 ìg/m3 en voor PM10 bedraagt deze 25,6 ìg/m3. De concentraties NO2 en PM10 bevinden zich hier onder de grenswaarde van 40 ìg/m3.

Op basis van bovenstaande gegevens wordt, volgens het onderzoek van M+P-raadgevende ingenieurs voldaan aan hetgeen gesteld in artikel 5.16 van de Wet milieubeheer.