direct naar inhoud van Artikel 31 Wonen - 5
Plan: Amstelveen Noord-Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0362.10-VG01

Artikel 31 Wonen - 5

31.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 5' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis- verbonden beroep of bedrijf tot maximaal 30 % van de vloeroppervlakte van de woning;
  • b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen;

met de daarbij behorende:

  • c. tuinen en erven;
  • d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

31.2 Bouwregels
31.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een hoofdgebouw mag uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. maximaal vier woningen mogen binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • c. de omgevingsvergunning voor bouwen wordt (per kavel) afgegeven wanneer 10% van de verharding van het plangebied wordt gecompenseerd met water overeenkomstig de Keur van AGV;
  • d. maximaal 15 % van de uitgegeven kavel mag worden bebouwd;
  • e. de maximale bruto vloeroppervlakte van de woning is 525 m2;
  • f. het hoofdgebouw bevindt zich op een minimale afstand van 7,5 meter van de erfgrens van de uitgegeven kavel;
  • g. de goot- en bouwhoogte van een hoofdgebouw ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' mag niet worden overschreden, waarbij 40% van de gevellengte een goothoogte mag hebben van maximaal 6 meter;
  • h. de dakhelling van een hoofdgebouw, mag niet meer dan 50º bedragen. Deze contouren gelden voor tenminste twee dakvlakken, die elkaar snijden in een nok.

31.2.2 Aan- en uitbouwen

Aan- en uitbouwen ten behoeve van het vergroten van de woonfunctie mogen worden opgericht:

  • a. de goothoogte van een aan- en uitbouw en een aangebouwd bijgebouw mag niet meer bedragen dan de hoogte van de begane grondbouwlaag van het hoofdgebouw;
  • b. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen is maximaal 6 meter;
  • c. de dakhelling van een aan- en uitbouw en een bijgebouw mag niet meer dan 50° bedragen.

31.2.3 Bijgebouwen

Bijgebouwen mogen worden opgericht:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen mag maximaal 75 m² bedragen;
  • b. de goot- en de bouwhoogte van bijgebouwen mogen niet meer bedragen dan 3 respectievelijk 4,5 meter;
  • c. de dakhelling van een bijgebouw mag niet meer dan 50° bedragen.

31.2.4 Ondergrondse bouwwerken

Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de diepte van ondergrondse bouwwerken mag niet meer bedragen dan één bouwlaag met een diepte (vrije hoogte) van 3 meter;
  • b. voor gronden gelegen buiten het bouwvlak behorende bij de bestemming Wonen met een oppervlakte van 250 m² of meer mag de gezamenlijke oppervlakte van ondergrondse bouwwerken maximaal 75 m² bedragen;
  • c. het realiseren van ondergrondse bouwwerken mag geen nadelige effecten hebben op de bodem- en waterhuishouding. Hiertoe dient de aanvrager (vooraf) een watervergunning aan te vragen bij de Waterbeheerder.

31.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan:
    1. 6 meter voor palen en (licht-)masten;
    2. 3 meter voor het overige.
  • b. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheiding voor de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1 meter mag bedragen;

31.3 Specifieke gebruiksregels
31.3.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruiken of doen gebruiken van meer dan 30% van de vloeroppervlakte van een woning, met inbegrip van de daarbij behorende aan- en/of bijgebouwen, als kantoor- en/of praktijkruimte ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf;
  • b. het gebruiken en inrichten van de daken van aan- en uitbouwen van woningen dan wel van bijgebouwen als dakterras;
  • c. het gebruik van bijgebouwen voor bewoning;
  • d. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting.