direct naar inhoud van Artikel 3 Natuur-Recreatie
Plan: 1e Herziening Amsterdamse Bos A9 - Fokkerweg
Status: voorontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0362.04A-VO01

Artikel 3 Natuur-Recreatie

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur-Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de natuur(wetenschappelijke) en de landschappelijke waarden;
  • b. gebouwen ten behoeve van het beheer;

alsmede voor:

  • c. rijwegen, ruiterpaden, fiets- en voetpaden, sporen en andere terreinverhardingen;
  • d. sloten, beken en daarmee gelijk te stellen waterlopen;
  • e. speel- en ligweiden, groenvoorzieningen en waterlopen en waterpartijen;
  • f. waterhuishoudkundige doeleinden;
  • g. weg- en/of waterbouwkundige constructies;

met daaraan ondergeschikt:

  • h. agrarisch medegebruik;
  • i. infrastructurele voorzieningen;
  • j. openbare nutsvoorzieningen;
  • k. recreatief en educatief medegebruik;
  • l. gebouwen ten behoeve van het medegebruik;

met de daarbij behorende:

  • m. terrassen;
  • n. tuinen, erven en terreinen;
  • o. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 meter;
  • b. de hoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan:
    1. 6 meter voor palen en masten;
    2. 5 meter voor het overige.

3.3 Ontheffingsbepalingen
3.3.1 Ontheffing van de oppervlakte van parkeerterreinen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om ontheffing te verlenen voor het van vorm veranderen van de met ´P´ nader aangeduide terreinen, met in achtneming van de volgende regels:

  • a. de vrijstellingsbevoegdheid mag uitsluitend worden toegepast ten behoeve van de landschappelijke herinrichting van een parkeerterrein;
  • b. het oppervlak van de verharding ten behoeve van het parkeren mag met niet meer dan 10% worden vergroot.

3.4 Specifieke gebruikregels
3.4.1 Gebruiksverbod

Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming.

3.4.2 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 3.4.1 wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van onbebouwde gronden voor opslag-, stort- of bergplaats van al dan niet afgedankte voorwerpen, stoffen of goederen, behoudens voorzover noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte beheer van de gronden;
  • b. het gebruik van gronden voor parkeren buiten de daarvoor aangeduide gebieden;
  • c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
  • d. het gebruik van gronden voor het beproeven van voer- of vaartuigen, voor het beoefenen van auto- of motorsport of de (model) vliegsport en voor het houden wedstrijden met motorvoertuigen of bromfietsen.