direct naar inhoud van Artikel 15 Algemene aanduidingsregels
Plan: Boekelermeer Zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0361.BP00112-0305

Artikel 15 Algemene aanduidingsregels

15.1 veiligheidszone - bevi

Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi' gelden ten behoeve van het tegengaan van een te hoog veiligheidsrisico van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten, naast de regels behorende bij de andere daar voorkomende bestemming(en), de volgende aanvullende regels:

15.1.1 Bouwregels

Er mogen op of in de in lid 15.1 bedoelde gronden geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd, met dien verstande dat deze regel niet geldt voor:

  • a. inrichtingen waarvoor op basis van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, of het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (het Activiteitenbesluit) een veiligheidsafstand geldt;
  • b. kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten die een functionele binding hebben met een gebouw of een bouwwerk als bedoeld in artikel 4 dan wel een inrichting als bedoeld in lid 15.1.1 sub a, van het bestemmingsplan Boekelermeer Noord.

15.1.2 Afwijken van de bouwregels
  • a. Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van afwijking van het bepaalde in lid 15.1.1 en toestaan dat beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd, mits:
    • 1. het afwijken van de toepasselijke richtwaarden om gewichtige redenen wordt afgewogen; en
    • 2. het groepsrisico wordt verantwoord.

  • b. Alvorens de omgevingsvergunning te verlenen wint het bevoegd gezag advies in van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en van de Minister van Infrastructuur en Milieu omtrent het afwijken van de toepasselijke richtwaarden en de verantwoording van het groepsrisico.

15.1.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. Onder met de aanduiding 'veiligheidszone - bevi' strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de aanduidingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
    • 1. het gebruiken of laten gebruiken van gebouwen ten behoeve van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten.

 

  • b. Onder met de aanduiding 'veiligheidszone - bevi' strijdig gebruik wordt in ieder geval niet begrepen:
    • 1. het gebruiken of laten gebruiken van gebouwen ten behoeve van inrichtingen waarvoor op basis van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, of het Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer (het Activiteitenbesluit) een veiligheidsafstand geldt;
    • 2. het gebruiken of laten gebruiken van gebouwen ten behoeve van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten die een functionele binding hebben met een gebouw of een bouwwerk als bedoeld in artikel 4 dan wel een inrichting als bedoeld in lid 15.1.1., sub a, van dit bestemmingsplan,

met dien verstande dat een dergelijk gebruik uitsluitend is toegestaan wanneer dit past binnen de andere daar voorkomende bestemming(en).

15.1.4 Afwijken van de gebruiksregels
  • a. Het Bevoegd Gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van afwijking van het bepaalde in lid 15.1.3, onder a, en toestaan dat gebouwen ten behoeve van beperkt kwetsbare objecten worden gebruikt, mits:
    • 1. het afwijken van de toepasselijke richtwaarden om gewichtige redenen wordt afgewogen; en
    • 2. het groepsrisico wordt verantwoord

  • b. Alvorens de omgevingsvergunning te verlenen wint het bevoegd gezag advies in van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en van de Minister van Infrastructuur en Milieu omtrent het afwijken van de toepasselijke richtwaarden en de verantwoording van het groepsrisico.
15.2 veiligheidszone - windturbine

Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - windturbine' gelden, in aanvulling op de regels in de andere daar voorkomende bestemming(en), de volgende regels:

15.2.1 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de daar voorkomende bestemming(en) mogen op of in deze gronden geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd.