direct naar inhoud van Artikel 9 Water
Plan: Boekelermeer Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0361.BP00111-0305

Artikel 9 Water

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. waterberging;
  • b. waterhuishouding;
  • c. waterlopen en waterpartijen;
  • d. waterwegen;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. oeverstroken;
  • g. scheepvaartdoeleinden;
  • h. infiltratievoorzieningen;
  • i. kunstwerken;
  • j. beeldende kunst;
  • k. oeververbindingen (bruggen);
  • l. evenement van categorie 1;
  • m. evenement van categorie 2 en evenement van categorie 3 ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein';
  • n. kruisingen en overbruggingen ten behoeve van verkeersdoeleinden.
9.2 Bouwregels
9.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De maximale bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 6 meter.

9.3 Specifieke gebruiksregels
9.3.1 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van grond;
  • b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • c. seksinrichtingen;
  • d. prostitutie;
  • e. ligplaatsen ten behoeve van woonschepen/drijvende woningen.

9.3.2 Evenementen

Voor de in lid 9.1 genoemde gronden gelden de volgende regels:

a evenementen van categorie 2

het aantal dagen dat een evenement van categorie 2 per jaar mag plaatsvinden binnen de gronden als bedoeld in artikel 7.1 en 9.1 samen bedraagt maximaal 10 dagen, exclusief de dagen die nodig zijn voor het op- en afbouwen;

b evenement van categorie 3

het aantal dagen dat een evenement van categorie 3 per jaar mag plaatsvinden binnen de gronden als bedoeld in artikel 7.1 en 9.1 samen bedraagt maximaal 10 dagen, exclusief de dagen die nodig zijn voor het op- en afbouwen;