direct naar inhoud van 2.2 Provinciaal en regionaal beleid
Plan: De Hertog 5
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0361.BP00102-0401

2.2 Provinciaal en regionaal beleid

Op 21 juni 2010 is de Structuurvisie Noord-Holland 2040 vastgesteld door Provinciale Staten van Noord-Holland. Bij de vaststelling van de structuurvisie is tevens de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (PRVS) vastgesteld.

Structuurvisie Noord-Holland 2040

In de Structuurvisie Noord-Holland 2040 heeft de provincie haar ruimtelijke toekomstvisie vastgelegd en wordt tevens aangegeven hoe deze visie moet worden gerealiseerd. De provinciale belangen vloeien voort uit een zestal criteria.

  • Wettelijke taak. Bijvoorbeeld: luchtkwaliteit, geluidhinder;
  • Juridische doorwerking van Europees-/ Rijksbeleid. Bijvoorbeeld: Algemene Maatregelen van Bestuur, een directe of getrapte aanwijzing van het Rijk;
  • Financiële betrokkenheid. Bijvoorbeeld: een project/ programma dat financieel wordt gesteund door de provincie (gebiedsontwikkeling of aanbesteding);
  • Provinciale hoofdstructuur/gemeentegrensoverschrijdende effecten. Bijvoorbeeld: landschappelijke structuren;
  • Gekoppelde ruimtelijke belangen. Bijvoorbeeld: bij een of meer ontwikkelingen zijn gekoppelde ruimtelijke belangen in het geding. Dat kan ook op kleinere schaal dan bij een gebiedsontwikkeling het geval zijn;
  • Regionaal/ bovenlokaal karakter. Bijvoorbeeld: klimaatverandering, thematische belangen, bijvoorbeeld op het gebied van verkeer en vervoer, milieu, natuur, recreatie enzovoorts.

De Provincie Noord-Holland zorgt dat Noord-Holland een mooie, veelzijdige en internationaal concurrerende provincie blijft door in te zetten op klimaatbestendigheid, ruimtelijke kwaliteit en duurzaam ruimtegebruik.

Om het geschetste toekomstbeeld ruimtelijk te realiseren heeft de Provincie Noord-Holland op basis van de bovengenoemde criteria provinciale belangen benoemd. Deze vallen uiteen in drie hoofdbelangen en twaalf subbelangen. Daarbij richt de Provincie zich uitdrukkelijk op ruimtelijke vraagstukken die op regionaal en bovenregionaal schaalniveau spelen en/of gevolgen hebben. De hoofdbelangen en de daarbij geformuleerde ondergeschikte belangen zijn de volgende.

Ruimtelijke kwaliteit

  • Behoud en ontwikkeling van Noord-Hollandse cultuurlandschappen
  • Behoud en ontwikkeling van natuurgebieden
  • Behoud en ontwikkeling van groen om de stad.

Duurzaam ruimtegebruik

  • Milieukwaliteiten
  • Behoud en ontwikkeling van verkeers- en vervoersnetwerken
  • Voldoende en op de behoefte aansluitende huisvesting
  • Voldoende en gedifferentieerde ruimte voor landbouw en visserij
  • Voldoende en gedifferentieerde ruimte voor economische activiteiten
  • Voldoende en gedifferentieerde ruimte voor recreatieve en toeristische voorzieningen.

Klimaatbestendigheid

  • Voldoende bescherming tegen overstroming en wateroverlast
  • Voldoende en schoon drink-, grond- en oppervlaktewater
  • Voldoende ruimte voor het opwekken van duurzame energie.

De drie hoofdbelangen vormen gezamenlijk de ruimtelijke hoofddoelstelling van de Provincie. Aan de ruimtelijke beslissingen van de Provincie Noord-Holland zal daarom altijd een afweging van deze drie belangen voorafgaan.

Klimaatverandering heeft grote ruimtelijke consequenties. Om hier adequaat op te kunnen inspelen, is klimaatbestendigheid als hoofdbelang van de Provincie benoemd. Voor een aantrekkelijk leef- en vestigingsklimaat is het belangrijk dat de grote variëteit aan cultuur- en natuurlandschappen behouden wordt. Daarom is ruimtelijke kwaliteit als tweede hoofdbelang benoemd. Duurzaam ruimtegebruik is het derde hoofdbelang. Het inpassen van nieuwe woningen, bedrijven, wegen en andere ruimtevragende functies is en blijft op deze manier een hoofdtaak van de Provincie. De Provincie zorgt dat deze inpassing op een efficiënte en toekomstbestendige manier tot stand komt.

Het uitgangspunt in de structuurvisie is om de stedelijke ontwikkelingen zoveel mogelijk te realiseren binnen het bestaand bebouwd gebied (BBG). Het onderhavige plangebied ligt binnen het door de provincie aangewezen bestaand bebouwd gebied

Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie

De Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (PRVS) is het aangewezen instrument als het gaat om algemene regels omtrent de inhoud van gemeentelijke bestemmingsplannen of projectbesluiten. Uiteraard moet altijd het provinciale belang de inzet van de verordening rechtvaardigen. Het uitgangspunt van de wet is dat bevoegdheden ter doorwerking van het ruimtelijke beleid zoveel mogelijk proactief worden ingezet, maar complementair staan reactieve instrumenten zoals overleg, zienswijze en zo nodig een reactieve aanwijzing ook ter beschikking om doorkruising van provinciaal beleid te voorkomen.

Voor Alkmaar zijn hoofdzakelijk de regels in de verordening met betrekking tot het bestaand bebouwd gebied van belang. Het bestaand bebouwd gebied is in de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie opgenomen. In deze verordening is het beleid uit de structuurvisie in regels vastgelegd.

Locatiebeleid 'Een goede plek voor ieder bedrijf' (2005)

De provincie Noord-Holland heeft haar detailhandelbeleid onder andere neergelegd in het beleidsstuk 'Een goede plek voor ieder bedrijf'. Dit is het provinciale locatiebeleid, voortvloeiend uit de uitgangspunten van de Nota Ruimte, om locatiebeleid voor bedrijven en voorzieningen provinciaal te regelen. In het locatiebeleid worden verschillende typen vestigingsmilieus onderscheiden. Grofweg worden stedelijke en specifieke vestigingsmilieus onderscheiden. Voor elk type vestigingsmilieu worden voorwaarden gesteld voor de invulling ervan, zoals de ontsluitingsmogelijkheden.