direct naar inhoud van Artikel 14: Gemengd - Molen
Plan: Oudorp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0361.BP00100-0305

Artikel 14: Gemengd - Molen

14.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - Molen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een molen;
  • b. woningen, al dan niet in combinatie met de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep / bedrijf;

met daaraan ondergeschikt:

  • c. ondergeschikte detailhandel;
  • d. detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';

met de daarbij behorende:

  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. voet- en rijwielpaden;
  • h. waterlopen en waterpartijen;
  • i. groenvoorzieningen;
  • j. bouwwerken.
14.2. Bouwregels
14.2.1. Molen

Voor het bouwen van een molen gelden de volgende regels:

  • a. een molen mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' is aangegeven.

14.2.2. Bijgebouwen bij een molen

Voor het bouwen van bijgebouwen bij een molen gelden de volgende regels:

  • a. het aantal bijgebouwen mag per molen ten hoogste één bedragen;
  • b. de oppervlakte van een bijgebouw zal ten hoogste 12 m² bedragen;
  • c. de bouwhoogte van een bijgebouw zal ten hoogste 3,00 m bedragen.

14.2.3. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn ten hoogste 1,00 m mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3,00 m bedragen, met dien verstande dat voor de voorgevelrooilijn geen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan anders dan erf- en terreinafscheidingen als bedoeld in sub a.
14.3. Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • d. ter waarborging van de verkeersveiligheid; en
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
14.4. Specifieke gebruiksregels
14.4.1. Aan huis verbonden beroep / bedrijf

Voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep / bedrijf als ondergeschikte activiteit bij een woonfunctie gelden de volgende regels:

  • a. de oppervlakte bedraagt maximaal 30% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bebouwing tot een maximum van 60 m²;
  • b. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;
  • c. detailhandel mag alleen plaatsvinden als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan huis verbonden beroep / bedrijf;
  • d. de activiteit mag geen inrichting zijn die is vermeld in Bijlage 1 onderdeel C van het Besluit omgevingsrecht (Bor);
  • e. het straat- en bebouwingsbeeld mag niet onevenredig worden geschaad.

14.4.2. Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. kamerverhuur;
  • b. de bewoning van een woning door meer dan één huishouden;
  • c. detailhandel, met uitzondering van detailhandel als bedoeld in lid 14.1 sub c en sub d;
  • d. prostitutie;
  • e. seksinrichting;
  • f. de opslag en verkoop van consumenten vuurwerk;
  • g. de opslag en verkoop van professioneel vuurwerk.
14.5. Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.4.1 sub a ten behoeve van een verruiming van het maximale oppervlak dat mag worden gebruikt voor een aan huis verbonden beroep- of bedrijf tot een maximum van 100 m².