direct naar inhoud van Artikel 10: Gemengd - 3
Plan: Oudorp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0361.BP00100-0305

Artikel 10: Gemengd - 3

10.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 3' aangegeven gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijk;
  • b. kantoren;
  • c. bedrijven en/of het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën A en B die zijn opgenomen in bijlage 1 Bedrijvenlijst;

met de daarbij behorende:

  • d. erven;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. ontsluitingswegen;
  • h. voet- en rijwielpaden;
  • i. waterlopen en waterpartijen;
  • j. groenvoorzieningen;
  • k. bouwwerken.
10.2. Bouwregels
10.2.1. Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • c. het bouwperceel, voor zover gelegen binnen het bouwvlak, mag niet meer worden bebouwd dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' is aangegeven.

10.2.2. Bijgebouwen, aan- en uitbouwen

Voor het bouwen van bijgebouwen en aan- en uitbouwen bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

  • a. bijgebouwen en aan- en uitbouwen mogen uitsluitend in het achtererfgebied worden gebouwd;
  • b. bijgebouwen en aan- en uitbouwen zullen ten minste 1,00 m vanaf openbaar toegankelijk gebied worden gebouwd;
  • c. de bouwhoogte van bijgebouwen mag ten hoogste 3,00 m bedragen;
  • d. de goothoogte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste 3,00 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste 4,50 m bedragen;
  • f. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen en aan- en uitbouwen bij een hoofdgebouw mag ten hoogste 50 m² bedragen, met dien verstande dat ten hoogste 50% van het achtererfgebied mag worden bebouwd.

10.2.3. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn ten hoogste 1,00 m mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3,00 m bedragen, met dien verstande dat voor de voorgevelrooilijn geen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan anders dan erf- en terreinafscheidingen als bedoeld in sub a.
10.3. Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • d. ter waarborging van de verkeersveiligheid; en
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
10.4. Specifieke gebruiksregels
10.4.1. Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. prostitutie;
  • b. seksinrichting;
  • c. de opslag en verkoop van consumentenvuurwerk;
  • d. de opslag en verkoop van professioneel vuurwerk;
  • e. bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi);
  • f. bedrijven die vallen onder het Besluit risico's zware ongevallen 1999 (Brzo).