direct naar inhoud van Artikel 3 Maatschappelijk
Plan: Bergerweg 1
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0361.BP00016-0305

Artikel 3 Maatschappelijk

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen;

met uitzondering van geluidsgevoelige maatschappelijke voorzieningen:

  • b. het wonen, ter plaatse van de aanduiding "wonen";
  • c. verkeer en verblijf;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. parkeervoorzieningen;

met daaraan ondergeschikt:

  • f. openbare nutsvoorzieningen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

Op of in deze gronden mogen uitsluitend de volgende bouwwerken ten behoeve van de in lid 3.1. genoemde bestemming worden gebouwd:

  • a. gebouwen ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen;
  • b. woonhuizen, ter plaatse van de aanduiding "wonen";
  • c. aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij woonhuizen;
  • d. bouwwerken geen gebouwen zijnde.

3.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een hoofdgebouw dient binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de goot- en bouwhoogte van een hoofdgebouw mag ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte (m)" aangegeven hoogte bedragen.

3.2.3 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een woonhuis gelden de volgende regels:

  • a. de aan- en uitbouwen en de bijgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak, ter plaatse van de aanduiding "wonen";
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en de bijgebouwen bij het hoofdgebouw mag ten hoogste 50 m² bedragen;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en de bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 50% van de oppervlakte van het bouwvlak;
  • d. de goothoogte van een bijgebouw mag ten hoogste 3,00 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van een aan- of uitbouw mag ten hoogste 4,50 m bedragen;
  • f. de bouwhoogte van een bijgebouw mag ten hoogste 3,00 m bedragen.

3.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 2,00 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3,00 m bedragen.

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de woonsituatie;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de verkeers- en parkeersituatie;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

3.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor geluidsgevoelige maatschappelijke voorzieningen;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van ondergeschikte horeca, zodanig dat de horecavloeroppervlakte meer bedraagt dan 20% van het bruto vloeroppervlak.