direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Alkmaar Zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0361.BP00009-0305

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven en/of het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten van categorie A en B die staan vermeld in Staat van bedrijven - functiemenging;
  • b. bedrijfsgebonden kantoren tot maximaal 50% van het bruto vloeroppervlak met een maximum van 2000 m² bruto vloeroppervlak per bedrijfsvestiging;
  • c. detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit, waarbij de functie gemaximaliseerd is tot 20% van het totale bruto vloeroppervlak met een maximale winkel vloeroppervlak van 100 m2;
  • d. branchegerelateerde detailhandel, tot maximaal 50% van het bruto vloeroppervlak per bedrijfsvestiging, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - branchegerelateerde detailhandel';
  • e. bouwbedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bouwbedrijf';
  • f. verkooppunt voor motorbrandstoffen, zonder lpg, ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg';
  • g. woning, ter plaatse van de aanduiding 'wonen', al dan niet in combinatie met de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep/bedrijf;
  • h. bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • i. kantoor, ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';
  • j. een onderdoorgang, ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang';
  • k. nutsvoorziening, ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening';
  • l. detailhandel op de eerste verdieping, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';

met daarbij behorende:

  • m. bouwwerken;
  • n. aan- en uitbouwen;
  • o. bijgebouwen bij (bedrijfs)woningen;
  • p. erven;
  • q. (ondergrondse) parkeervoorzieningen;
  • r. nutsvoorzieningen;
  • s. ontsluitingswegen;
  • t. voet- en rijwielpaden;
  • u. waterlopen en waterpartijen;
  • v. groenvoorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Bedrijfsgebouwen
  • a. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
    • 1. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
    • 2. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven;
    • 3. het bouwperceel, voor zover gelegen binnen het bouwvlak, mag niet meer worden bebouwd dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' is aangegeven;
    • 4. de eerste bouwlaag van een hoofdgebouw mag niet worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang'. Ter plaatse van deze onderdoorgang mogen geen bouwwerken ter belemmering van de doorgang worden gebouwd;
    • 5. het aantal woningen bedraagt niet meer dan het bestaande aantal;
    • 6. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m) is aangegeven;
  • b. Voor het bouwen van nutsvoorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' geldt dat de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven.

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt 2,50 meter, met dien verstande dat de maximale hoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn 1,00 meter bedraagt;
  • b. de maximale bouwhoogte van verlichtingsarmaturen en lichtmasten bedraagt 8 meter;
  • c. de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 4 meter, met dien verstande dat voor de voorgevelrooilijn geen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan anders dan erf- en terreinafscheidingen als bedoeld in sub a;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' zijn overkappingen binnen en buiten het bouwvlak toegestaan, waarbij de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 6 meter.

3.2.3 Bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

  • a. bedrijfswoningen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'.

3.2.4 Woningen

Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels:

  • a. woningen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'wonen'.

3.2.5 Bijgebouwen, aan- en uitbouwen bij (bedrijfs-)woningen

Voor het bouwen van bijgebouwen bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

  • a. de maximale goothoogte bedraagt 4 meter;
  • b. de maximale bouwhoogte bedraagt 6 meter;
  • c. de minimale afstand tot de voorgevelrooilijn van de woning bedraagt 3 meter;
  • d. de maximale gezamenlijk oppervlakte van bijgebouwen bedraagt 50 m2;
  • e. de minimale afstand tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt 3 meter.
3.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
3.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 3.2.1 sub a lid 5, onder de voorwaarden dat:

  • a. er geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- leefklimaat van de aangrenzende gronden en bouwwerken optreedt;
  • b. de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving wordt gewaarborgd;
  • c. de parkeerdruk in de directe omgeving niet onevenredig wordt vergroot.
3.5 Specifieke gebruiksregels
3.5.1 Bedrijven

3.5.2 Aan-huis-verbonden beroep/bedrijf

Voor de uitoefening van een aan huis-verbonden-beroep/bedrijf als ondergeschikte activiteit bij een woonfunctie als bedoeld onder 3.1 sub g gelden de volgende regels:

  • a. de oppervlakte bedraagt maximaal 30% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de woning tot een maximum van 60 m²;
  • b. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;
  • c. detailhandel mag alleen plaatsvinden als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep/bedrijf;
  • d. de activiteit mag geen inrichting zijn die is vermeld in Bijlage 1 onderdeel C van het Besluit omgevingsrecht (Bor);
  • e. het straat- en bebouwingsbeeld mag niet onevenredig worden geschaad.

3.5.3 Strijdig gebruik
  • a. wonen, behoudens de reeds gevestigde (bedrijfs-)woningen als bedoeld onder 3.1 sub g en h;
  • b. kamerverhuur;
  • c. de bewoning van een woning door meer dan één huishouden;
  • d. detailhandel, met uitzondering van detailhandel als bedoeld onder 3.1 sub c, d en l alsmede onder 3.5.2 sub c;
  • e. seksinrichtingen;
  • f. prostitutie;
  • g. de opslag en verkoop van vuurwerk;
  • h. bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en bedrijven die vallen onder het Besluit risico's zware ongevallen 1999 (BRZO).
3.6 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde onder 3.1 sub a voor het toestaan van activiteiten die in Bijlage 1 Staat van bedrijven - functiemenging, vallen onder categorie C, onder voorwaarde dat sprake is van een goede aansluiting op de hoofdinfrastructuur;
  • b. het bepaalde onder 3.5.2 sub a in die zin dat ten hoogste 100 m² wordt gebruikt voor een aan huis verbonden beroep of bedrijf.
3.7 Wijzigingsbevoegdheid
3.7.1 Bestemmingswijziging

Het bevoegd gezag kan:

  • a. voor de percelen Nieuwpoortslaan 184, 186 en 188 de bestemming wijzigen in de bestemming “Wonen” als bedoeld in artikel 15 Wonen;
  • b. voor de percelen Regulierslaan 14-15 de bestemming wijzigen in de bestemming “Kantoor” als bedoeld in artikel 9 Kantoor.

3.7.2 Bouwregels
  • a. Na gebruikmaking van de onder 3.7.1 sub c genoemde bevoegdheid gelden voor de percelen Regulierslaan 14-15 de bouwregels onder artikel 9.
  • b. Na gebruikmaking van de onder 3.7.1 sub b genoemde bevoegdheid gelden voor de percelen Nieuwpoortslaan 184, 186 en 188 de volgende regels;
    • 1. tussen de panden Nieuwpoortslaan 182 en 190 kan een nieuw bouwvlak voor woningbouw worden geprojecteerd, waarvan de voorgevelrooilijn minimaal 5 meter achter de voorste perceelsgrens is gesitueerd en de diepte van het bouwvlak maximaal 10 meter bedraagt;
    • 2. de maximale goothoogte, binnen het omschreven bouwvlak onder a, mag maximaal 7 bedragen;
    • 3. de maximale bouwhoogte, binnen het omschreven bouwvlak onder a, mag maximaal 10 bedragen;
    • 4. voor het bouwen van aan- en uitbouwen bij de woningen gelden de volgende regels:
      • het achtererfgebied behorende bij een woning mag niet meer dan 50% worden bebouwd;
      • aan- en uitbouwen mogen alleen worden gebouwd in het verlengde van het hoofdgebouw tot 3 meter achter de achtergevel;
      • de bouwhoogte van aan- en uitbouwen bedraagt niet meer dan 3 meter.
    • 5. de overige gronden mogen voor maximaal 50% worden bebouwd met garageboxen met een maximale bouwhoogte van 3 meter.