Plan: | Green Park Aalsmeer deelgebied 5, bouwgrenzen kavel 1 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0358.WPGPA5BOUWGR01-VA01 |
De voor 'Bedrijf-3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en onder de in lid 5.1 genoemde gronden mag slechts worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde bestemming met dien verstande dat:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijzondere bouwlagen gelden, naast het bepaalde in lid 5.2.2, de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het college van Burgemeester en Wethouders is op grond van artikel 3.6, lid 1, onder d. van de Wet ruimtelijke ordening bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering van gebouwen, laad- en losvoorzieningen en/of erfafscheidingen, voor zover dit noodzakelijk is:
Als verboden gebruik in artikel 16 van deze regels wordt in ieder geval aangemerkt het gebruik van de in lid 5.1 genoemde gronden als opslag-, stort- of bergplaats voor puin of afvalstoffen, voor zover dit niet betrekking heeft op geringe hoeveelheden afvalstoffen die afkomstig zijn van het onderhoud van de in het plan begrepen gronden dan wel puin en/of afvalstoffen die verband houden met de verwerkelijking van de bestemming.
In afwijking van het bepaalde in lid 5.1 is het uitoefenen van bedrijfsactiviteiten die voorkomen in milieucategorie 3.1 en 3.2, zoals vermeld in de bij deze regels behorende Bijlage 1: Staat van Bedrijfsactiviteiten, niet toegestaan ter plaatse van de functieaanduiding “bedrijf tot en met categorie 2”, tenzij de bedrijfsactiviteiten ter plaatse van deze gronden in vergelijking met een bedrijf dat valt onder de milieucategorieën 1 of 2, een gelijke of mindere milieuhinder veroorzaakt.
In aanvulling op het bepaalde in lid 5.1 gelden de volgende maxima:
Voor de in lid 5.1 genoemde bedrijven gelden de volgende minimum parkeernormen:
Functie | Aantal parkeerplaatsen | |
minimaal | per | |
Arbeidsextensieve/bezoekersextensieve bedrijven | 0,6 | 100 m² bvo |
(Bijvoorbeeld loods, opslag, groothandel, transportbedrijf, bloemverwerkende bedrijven). | ||
Arbeidsintensieve/bezoekersextensieve bedrijven | 1,7 | 100 m² bvo |
(Bijvoorbeeld: industrie, garagebedrijf, laboratorium, innovators, werkplaats, bedrijfsunits). *) met dien verstande dat voor bedrijfsunits met een bruto vloeroppervlak van minder dan 150 m² een parkeernorm geldt van 2 parkeerplaatsen per unit. | ||
Arbeidsextensieve/bezoekersintensieve bedrijven | 1,2 | 100 m² bvo |
(Bijvoorbeeld: showroom (vrij toegankelijk) , cash and carry). | ||
Showroom (business to business/op afspraak) | 0,5 | 100 m² bvo |
Kantoren (zonder baliefunctie) | 1,5 | 100 m² bvo |
Kantoren (met baliefunctie) | 2,8 | 100 m² bvo |
In aanvulling op het bepaalde in lid 5.4.4 mag een parkeerterrein niet meer dan 35 parkeerplaatsen bevatten, met dien verstande dat meerdere parkeerterreinen per bestemmingsvlak zijn toegestaan.
Per bestemmingsvlak zijn maximaal twee in- en uitritten toegestaan, waarbij de onderlinge afstand tussen de in- en uitritten in een bestemmingsvlak minimaal 20 meter bedraagt en de afstand van een in- en uitrit tot de zijdelingse perceelgrens minimaal 6 meter bedraagt.
Het college van Burgemeester en Wethouders is bevoegd om in afwijking van de in lid 5.1 gegeven gebruiksregels een omgevingsvergunning te verlenen voor het uitoefenen van bedrijfsactiviteiten die niet voorkomen in milieucategorieën 1, 2, 3.1 en 3.2 zoals vermeld in de bij deze regels behorende Bijlage 1: Staat van Bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat alleen het bouwen en het gebruik van gronden en bebouwing ten behoeve van een bedrijf kan worden toegestaan dat:
Het college van Burgemeester en Wethouders is bevoegd om in afwijking van de in lid 5.4.3 aangegeven maximum percentages een omgevingsvergunning te verlenen, met dien verstande dat binnen de bestemmingen 'Bedrijf-1', 'Bedrijf-2', 'Bedrijf-3' en 'Gemengd-2' gezamenlijk niet meer dan 65% van de gronden mag worden gebruikt voor overige bedrijven zoals bedoeld in 1.34.
Het college van Burgemeester en Wethouders is bevoegd om in afwijking van de in lid 5.4.4 aangegeven parkeernormen een omgevingsvergunning te verlenen indien uit onderzoek blijkt dat op andere adequate wijze wordt voorzien in de parkeerbehoefte.
Het college van Burgemeester en Wethouders is bevoegd om in afwijking van de in lid 5.4.5 aangegeven maximale grootte van parkeerterreinen een omgevingsvergunning te verlenen indien een parkeerterrein groter dan 35 parkeerplaatsen leidt tot een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing.
Het college van Burgemeester en Wethouders kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.4.6 voor het realiseren van meer dan twee in- en uitritten per bouwvlak, mits:
Het college van Burgemeester en Wethouders is bevoegd, met in achtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan te wijzigen met dien verstande dat de in lid 5.4.4 genoemde parkeernormen aangevuld dan wel aangepast kunnen worden indien een specifieke bedrijfsfunctie niet voorkomt in lid 5.4.4.
Het college van Burgemeester en Wethouders is bevoegd, met in achtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan te wijzigen door het verplaatsen van bouwvlakgrenzen, met dien verstande dat toepassing van de wijzigingsbevoegdheid uitsluitend is toegestaan: