Veeg- en Herstelplan Aalsmeer 2024
Status: | vastgesteld |
Identificatie: | NL.IMRO.0358.BP01-VG01 |
Plantype: | bestemmingsplan |
TOELICHTING
Inhoudsopgave
1.1 Aanleiding en doelstelling
HOOFDSTUK 2 TOELICHTING OP DE WIJZIGINGEN
2.2 Bestemmingsplan Uiterweg Plasoevers 2021
2.3 Bestemmingsplan Oosteinderweg 2020
4.1 Economische uitvoerbaarheid
4.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
HOOFDSTUK 5 MILIEU- EN OMGEVINGSASPECTEN
HOOFDSTUK 1 INLEIDING
1.1 Aanleiding en doelstelling
Voorliggend plan betreft een zogenaamd 'Veeg- en herstelplan'. In dit bestemmingsplan worden omissies in bestaande bestemmingsplannen hersteld. De omissies hebben onder andere betrekking op verwijzingen in regels en het verduidelijken van aanduidingen op de verbeelding. Daarnaast worden beide bestemmingsplannen op enkele punten geactualiseerd.
Het veeg- en herstelplan is een gedeeltelijke herziening van en aanvulling op een tweetal plannen: ‘Uiterweg – Plasoevers 2021’ (vastgesteld op 2 december 2021 en deels hersteld op 16 november 2023) en ‘Oosteinderweg 2020’ (vastgesteld op 4 maart 2021 en deels hersteld op 2 februari 2023).
Het doel van dit bestemmingsplan is het herstellen van de omissies en het geven van een actueel en correct kader waaraan (toekomstige) aanvragen voor omgevingsvergunningen kunnen worden getoetst.
1.2 Plangebied
Het bestemmingsplan heeft betrekking op enkele locaties binnen de vigerende bestemmingsplannen ‘Uiterweg Plasoevers 2021’ (met identificatienummer NL.IMRO.0358.19-VG02) en ‘Oosteinderweg 2020’ (met identificatienummer NL.IMRO.0358.14-VG03).
1.3 Juridische status
Zoals ook uit de naam van dit plan volgt, gaat het hier om een veeg- en herstelplan. Dat houdt in dat dit bestemmingsplan de bestemmingsplannen ‘Uiterweg Plasoevers 2021’ en ‘Oosteinderweg 2020’ op delen - partieel - wijzigt. Beide bestemmingsplannen blijven onverkort van toepassing voor zover daarin met dit plan geen wijzigingen worden aangebracht. Hetzelfde geldt ook voor de toelichting: de toelichting horend bij de bestemmingsplannen ‘Uiterweg Plasoevers 2021’ en ‘Oosteinderweg 2020’ blijft ook relevant voor zover daarin met dit plan geen wijzigingen worden aangebracht.
1.4 Leeswijzer
In hoofdstuk 2 is een overzicht opgenomen van alle wijzigingen ten opzichte van de bestemmingsplannen ‘Uiterweg Plasoevers 2021’ en ‘Oosteinderweg 2020’. De juridische vormgeving wordt in hoofdstuk 3 toegelicht. Hoofdstuk 4 gaat in op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid. Hoofdstuk 5 bevat de milieu- en omgevingsaspecten.
HOOFDSTUK 2 TOELICHTING OP DE WIJZIGINGEN
2.1 Inleiding
Onderhavig veeg- en herstelplan heeft betrekking op diverse reparaties. Het betreft locaties waarvoor een beoogde regeling niet is opgenomen, of aanduidingen ontbreken. Ook gaat het om het om het actualiseren van bijlagen bij planregels of het herstellen van foute verwijzingen.
2.2 Bestemmingsplan Uiterweg Plasoevers 2021
Kamperen
Het bestemmingsplan 'Uiterweg Plasoevers 2021', vastgesteld op 2 december 2021 heeft het bestemmingsplan ‘Uiterweg-Plasoevers 2005’ dat onherroepelijk is geworden op 3 september 2008, vervangen.
Het kamperen in verenigingsverband (door bijv. scouting) was in bestemmingsplan ‘Uiterweg-Plasoevers 2005’, daar waar deze functie was aangeduid, toegestaan. Die mogelijkheid is in het plan vastgesteld in 2021 niet mee bestemd. Een aantal scoutinglocaties zijn qua gebruik aangeduid overeenkomstig het oude plan maar enkele nieuwe ook niet. Met onderhavig veeg- en herstelplan wordt een planregel toegevoegd voor dit specifieke kampeergebruik en worden ontbrekende aanduidingen toegevoegd aan een drietal percelen. Het gaat om percelen elk bekend onder de kadastrale gemeentenaam Aalsmeer, onder H, nummers 1864 (geheel), 1865 en 2633 (deels).
Woonarken
Aalsmeer is een waterrijke gemeente. Van oudsher bevinden zich in de gemeente dan ook vele woonarken. Oorspronkelijk dienden de woonarken vooral om arbeiders die werkzaam waren op één van de vele tuinbouwbedrijven een onderkomen te bieden. De huidige woonarken in de gemeente zijn onder te verdelen in twee categorieën. Globaal de helft van de woonarken is in gebruik als volwaardig woonverblijf. De andere helft van de arken hebben een functie als recreatieverblijf.
Met onderhavig veeg- en herstelplan wordt de lijst met afwijkende afmetingen bestaande woonarken voor zowel permanente bewoning als niet-permanente bewoning geactualiseerd.
Actualisatie lijst afwijkende afmetingen bestaande woonarken voor permanente bewoning
Uiterweg 27 ws35
Voor de woonark bekend onder AB-bootnummer ’27 ws35’ is in 2023 een vergunning verleend voor een nieuw te plaatsen woonark van 18 x 6 x 4,5 meter. Dit valt binnen de maximale maatvoering zoals deze voor de locatie in het geldende bestemmingsplan is vastgelegd. Met onderhavig veeg- en herstelplan wordt voornoemde woonark van de lijst met afwijkende afmetingen verwijderd.
Uiterweg 91 ws
Voor de woonark bekend onder AB-bootnummer ‘91 ws’ is in 2021 een vergunning verleend voor een nieuw te plaatsen woonark van 15 x 5 x 4,5 meter. Dit valt binnen de maximale maatvoering zoals deze voor de locatie in het geldende bestemmingsplan is vastgelegd. Met onderhavig veeg- en herstelplan wordt voornoemde woonark van de lijst met afwijkende afmetingen verwijderd.
Uiterweg 245 ws2
Voor de woonark bekend onder AB-bootnummer ‘245 ws2’ is in 2022 een vergunning verleend voor een nieuw te plaatsen woonark van 15 x 5 x 4,5 meter. Dit valt binnen de maximale maatvoering zoals deze voor de locatie in het geldende bestemmingsplan is vastgelegd. Met onderhavig veeg- en herstelplan wordt voornoemde woonark van de lijst met afwijkende afmetingen verwijderd.
Uiterweg 417 ws3
Voor de woonark bekend onder AB-bootnummer ‘417 ws3’ is in 2016 een vergunning verleend voor een nieuw te plaatsen woonark van 15 x 5 x 4,5 meter. Dit valt binnen de maximale maatvoering zoals deze voor de locatie in het geldende bestemmingsplan is vastgelegd. Per abuis is deze woonark in de laatste actualisatieronde niet van de lijst met afwijkende afmetingen verwijderd. Met onderhavig veeg- en herstelplan wordt voornoemde woonark van de lijst met afwijkende afmetingen verwijderd.
Actualisatie lijst afwijkende afmetingen bestaande woonarken voor niet-permanente bewoning
Uiterweg 134 ws11
Voor de woonark bekend onder AB-bootnummer ‘134 ws11’ is in 2021 een vergunning verleend voor een nieuw te plaatsen woonark van 13 x 4 x 2,62 meter. Dit valt binnen het maatvoeringbeleid. Met onderhavig veeg- en herstelplan wordt voornoemde woonark van de lijst met afwijkende afmetingen verwijderd.
Uiterweg 363 ws3
Voor de woonark bekend onder AB-bootnummer ‘363 ws3’ is in 2022 een vergunning verleend voor een nieuw te plaatsen woonark van 15 x 5 x 3 meter. Dit valt binnen het maatvoeringbeleid. Met onderhavig veeg- en herstelplan wordt voornoemde woonark van de lijst met afwijkende afmetingen verwijderd.
Uiterweg 377 ws8
De woonark bekend onder AB-bootnummer ‘377 ws8’ is foutief op de lijst met afwijkende maatvoering terecht gekomen. Daarnaast is voor de woonark in 2023 een vergunning verleend voor verbouw van de woonark. De woonark kent de volgende afmeting: 13,2 x 4 x 3. Dit valt binnen het maatvoeringbeleid. Met onderhavig veeg- en herstelplan wordt voornoemde woonark van de lijst met afwijkende afmetingen verwijderd.
Wijziging verbeelding
Uiterweg 377 ws4
De ligging van de woonark bekend onder AB-bootnummer ‘377 ws4’ wordt op de verbeelding gewijzigd opgenomen. De ligplaats wordt namelijk een kwartslag gedraaid. Hiermee kan de woonark, zoals deze er sinds 2012 ligt, met een omgevingsvergunning gelegaliseerd worden.
Herstellen onjuiste verwijzingen planregels
Op het digitaal raadpleegbare bestemmingsplan is een verkeerde verwijzing opgenomen in de bestemming ‘Recreatie – Jachthaven 1’. Er is in artikel 14.4.3 onder a een verwijzing opgenomen naar artikellid 15.1 onder g. Dit moet zijn artikellid 14.1 onder g. Dit wordt in het onderhavige bestemmingsplan hersteld.
Verder is op het digitaal raadpleegbare bestemmingsplan een verkeerde verwijzing opgenomen in de bestemming ‘Recreatie – Jachthaven 2’. Er is in artikel 15.4.1 onder a een verwijzing opgenomen naar artikellid 15.1 onder g. Dit moet zijn artikellid 15.1 onder h. Dit wordt in het onderhavige bestemmingsplan hersteld.
Tot slot is op het digitaal raadpleegbare bestemmingsplan een verkeerde verwijzing opgenomen in de bestemming ‘Recreatie – Jachthaven 2’. Er is in artikel 15.4.1 onder c een verwijzing opgenomen naar artikellid 15.1 onder j. Dit moet zijn artikellid 15.1 onder k. Dit wordt in het onderhavige bestemmingsplan hersteld.
2.3 Bestemmingsplan Oosteinderweg 2020
Woonarken
Aalsmeer is een waterrijke gemeente. Van oudsher bevinden zich in de gemeente dan ook vele woonarken. Oorspronkelijk dienden de woonarken vooral om arbeiders die werkzaam waren op één van de vele tuinbouwbedrijven een onderkomen te bieden. De huidige woonarken in de gemeente zijn onder te verdelen in twee categorieën. Globaal de helft van de woonarken is in gebruik als volwaardig woonverblijf. De andere helft van de arken hebben een functie als recreatieverblijf.
Met onderhavig veeg- en herstelplan wordt de lijst met afwijkende afmetingen bestaande woonarken voor permanente bewoning geactualiseerd.
Actualisatie lijst afwijkende afmetingen bestaande woonarken voor permanente bewoning
Oosteinderweg 207 ws1/2
Dit betreft een twee-onder-een-kap woonark en wordt (sinds oudsher) als zodanig gebruikt. Middels een ander bestemmingsplan wordt de hier juridisch-planologisch toegestane situatie verankerd. Er is daarentegen wel reeds een huisnummerbesluit genomen, het gaat om ‘Oosteinderweg 207 ws1’ en ‘Oosteinderweg 207 ws2’. Op de geactualiseerde lijst is dit opgenomen als 'Oosteinderweg 207 ws 1/2'.
Oosteinderweg 211 ws1
Voor de woonark bekend onder AB-bootnummer ‘211 ws1’ is in 2021 een vergunning verleend voor een nieuw te plaatsen woonark van 18 x 6 x 5 meter. Dit valt binnen de maximale maatvoering zoals deze voor de locatie in het geldende bestemmingsplan is vastgelegd. Met onderhavig veeg- en herstelplan wordt voornoemde woonark van de lijst met afwijkende afmetingen verwijderd.
Oosteinderweg 359 ws
De maatvoeringen van de woonark als opgenomen in bijlage 2 van het bestemmingsplan Oosteinderweg 2020 zijn onjuist voor de woonark bekend onder AB-bootnummer '359 ws'. Namelijk, de woonark is per abuis opgenomen met een breedte van 6,5 meter, terwijl de feitelijke breedte van de woonark 5,3 meter betreft.
Tevens is in 2023 voor deze woonark een vergunning verleend voor het inkorten van de woonark tot 18 meter, waarmee deze valt binnen de maximale maatvoering zoals deze voor de locatie in het geldende bestemmingsplan is vastgelegd. Met onderhavig veeg- en herstelplan wordt voornoemde woonark dan ook van de lijst met afwijkende afmetingen verwijderd.
HOOFDSTUK 3 PLANOPZET
3.1 Algemeen
Voor het bestemmingsplan is gebruik gemaakt van de in de Wet ruimtelijke ordening opgenomen standaardvorm van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP 2012). Het juridische deel van het bestemmingsplan bestaat uit de verbeelding en de regels. Deze onderdelen zijn bindend voor de burger. De regels bevatten het juridisch instrumentarium voor het regelen van het gebruik van de gronden en gebouwen en bepalingen omtrent de toegelaten bebouwing. De verbeelding heeft een ondersteunende rol voor de toepassing van de regels alsmede de functie van visualisering van de bestemmingen. De toelichting is niet juridisch bindend, maar wordt als handvat en beleidskader/interpretatiekader voor het bestemmingsplan gebruikt.
3.2 De planregels
De regels zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken:
Hoofdstuk 1: inleidende regels; met daarin definities en de wijze van meten en berekenen.
Hoofdstuk 2: bestemmingsregels; die het hart van ieder bestemmingsplan vormen. Hierin worden de regels voor de op de verbeelding opgenomen bestemmingen gegeven.
Hoofdstuk 3: algemene regels; deze hebben betrekking op in beginsel alle voorafgaande regels. Hierbij gaat het om de anti-dubbeltelbepaling, algemene bouw- en afwijkingsrelgels, LIB-zones, en de overige regels waarin bijlagen uit het moederplan worden vervangen door aangepaste bijlagen.
Hoofdstuk 4: overgang- en slotregels.
Hieronder volgt een artikelgewijze beschrijving van de regels en bestemmingen.
Hoofdstuk 1 Inleidende regels
Begrippen (artikel 1)
hierin worden de begrippen gedefinieerd die in de planregels worden gebruikt.
Wijze van meten (artikel 2)
hierin wordt aangegeven hoe de diverse maten worden gemeten en de oppervlakte van bouwwerken worden berekend om zo een eenduidige toepassing van de bebouwingregeling te bewerkstelligen.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Agrarisch - Tuinbouw (artikel 3)
deze bestemming heeft betrekking op het aspect 'kamperen' en maakt mogelijk dat het gebruik van onderkomens ten behoeve van scouting niet meer strijdig zijn met het bestemmingsplan.
Agrarisch met waarden (artikel 4)
deze bestemming heeft betrekking op het aspect 'kamperen' en maakt mogelijk dat het gebruik van onderkomens ten behoeve van scouting niet meer strijdig zijn met het bestemmingsplan.
Recreatie - Jachthaven 1 (artikel 5)
deze bestemming beoogd het herstellen van onjuiste verwijzingen in het bestemmingsplan.
Recreatie - Jachthaven 2 (artikel 6)
deze bestemming beoogd het herstellen van onjuiste verwijzingen in het bestemmingsplan.
Water - 2 (artikel 7)
deze bestemming komt overeen met de bestemming Water - 2 uit het bestemmingsplan Uiterweg Plasoevers 2021. De locatie Uiterweg 377 ws4 wordt middels voorliggend bestemmingsplan op de planverbeelding herzien, waardoor de geldende regels voor de afzonderlijke leesbaarheid opnieuw zijn opgenomen in voorliggend bestemmingsplan
Water - Verblijfsrecreatie (artikel 8)
deze bestemming komt overeen met de bestemming Water - Verblijfsrecreatie uit het bestemmingsplan Uiterweg Plasoevers 2021. De locatie Uiterweg 377 ws4 wordt middels voorliggend bestemmingsplan op de planverbeelding herzien, waardoor de geldende regels voor de afzonderlijke leesbaarheid opnieuw zijn opgenomen in voorliggend bestemmingsplan
Waarde - Archeologie 2 (artikel 9)
deze bestemming komt overeen met de dubbelbestemming Archeologie uit het bestemmingsplan Uiterweg Plasoevers 2021. De locatie Uiterweg 377 ws4 wordt middels voorliggend bestemmingsplan op de planverbeelding herzien, waardoor de geldende regels voor de afzonderlijke leesbaarheid opnieuw zijn opgenomen in voorliggend bestemmingsplan.
Hoofdstuk 3 Algemene regels
Anti-dubbeltelregel (artikel 10)
Deze bepaling dient om te voorkomen dat bijvoorbeeld een grondoppervlak dat in een bepaald geval al eens als berekeningsgrondslag voor de toelaatbare oppervlakte aan bebouwing heeft gediend, later nog eens als berekeningsgrondslag voor een ander bouwwerk wordt gebruikt, maar dat dan tot gevolg heeft dat in het eerste geval een situatie ontstaat die afwijkt van het plan.
Algemene bouwregels (artikel 11)
In dit artikel (toegelaten overschrijdingen) wordt aangegeven in welke gevallen de in dit plan aangegeven bestemmingsgrenzen, bouwgrenzen en/of hoogtematen mogen worden overschreden.
Algemene afwijkingsregels (artikel 12)
In dit artikel wordt bepaald in het kader van welke algemene afwijkingen in het plangebied gebruik gemaakt kunnen worden.
Luchthavenverkeerszones-LIB (artikel 13 t/m 17)
Hier wordt aangegeven waar de gronden binnen de gebiedsaanduidingen en vrijwaringszones (Luchtvaartverkeerzones LIB) voor bedoeld zijn.
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
Overgangsrecht (artikel 18)
Samengevat wordt hierin gewaarborgd dat bouwwerken en gebruiksvormen die bij de totstandkoming van het plan reeds bestaan, maar nu in strijd raken met het plan, mogen blijven bestaan. Daarbij wordt het hierin mogelijk gemaakt om op te treden tegen eerder ontstaan illegaal gebruik.
Slotregel (artikel 19)
Voor de duidelijkheid, o.a. bij benoeming en verwijzing, is hierin een eenduidige naam voor het gehele plan inclusief de toelichting aangegeven.
HOOFDSTUK 4 UITVOERBAARHEID
4.1 Economische uitvoerbaarheid
4.1.1 Financieel-economische uitvoerbaarheid
De financiële uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan wordt gewaarborgd doordat de ambtelijke kosten die nodig zijn voor de vervaardiging van het bestemmingsplan worden gedekt uit de algemene middelen van de gemeente.
4.1.2 Verhaal van kosten
Het voorliggende plan voorziet niet in een bouwplan als bedoeld in artikel 6.12, eerste lid, Wro. Het is daarom niet nodig een exploitatieplan op te stellen. Er doet zich dus geen mogelijkheid voor een kostenverhaal op te stellen, zoals bedoeld is in afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening.
Geconcludeerd kan worden dat het vaststellen van een exploitatieplan niet noodzakelijk is en het bestemmingsplan economisch uitvoerbaar is.
4.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
4.2.1 Inspraak
Het ontwerp zal gedurende zes weken ter inzage worden gelegd. Gedurende de termijn van ter inzage legging zal eenieder de gelegenheid hebben om schriftelijk zienswijzen kenbaar te maken.
4.2.2 Bro-partners
In het kader van het wettelijk vooroverleg op grond van het Besluit op de ruimtelijke ordening is het voorontwerp toegezonden aan de hieronder genoemde provinciale en rijksdiensten en andere instanties op 8 december 2023.
De toezending is gedaan met het verzoek om binnen vier weken te reageren en met de mededeling, dat indien niet binnen die termijn zal zijn gereageerd, wordt aangenomen, dat het voorontwerp bestemmingsplan geen aanleiding heeft gegeven tot het maken van opmerkingen.
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland
Hoogheemraadschap Rijnland
Rijkswaterstaat
Steunpunt Monumenten en Archeologie Noord-Holland (MOOI Noord-Holland)
Veiligheidsregio
Gasunie
Liander
De instanties welke staan vermeld onder de nummers 3, 4 en 6 hebben niet gereageerd, zodat mag worden aangenomen, dat het voorontwerp geen aanleiding heeft gegeven tot het maken van opmerkingen.
De instanties welke staan vermeld onder de nummers 1, 2, 5 en 7 hebben te kennen gegeven, dat zij geen opmerkingen hebben, dan wel dat het voorontwerp geen onderwerpen raken waarbij deze instanties belang hebben.
4.3 Handhaving
Handhaving op het gebied van ruimtelijke ordening spitst zich toe op het gebruik van de gronden en opstallen, de maatvoering van bouwwerken en het uitvoeren van werken en werkzaamheden waarvoor een omgevingsvergunning nodig is. Handhaving kan kortweg worden omschreven als: elke handeling die er op is gericht de naleving van rechtsregels te bevorderen of een overtreding te beëindigen. Handhaving is geen doel op zich maar draagt bij aan de realisatie van de ruimtelijke doelstellingen die met het bestemmingsplan worden beoogd en de bescherming van de verschillende belangen die worden gewaarborgd.
Een bestemmingsplan bevat daarom een handhavingsparagraaf. Hierin wordt een toelichting gegeven op de wijze waarop de gemeente het juridische normenkader van het bestemmingsplan handhaaft, dat door middel van de planregels in samenhang met de planverbeelding in het leven is geroepen.
Het niet naleven van een bestemmingsplan komt neer op het ondergraven van één van de meest waardevolle en invloedrijkste instrumenten van de gemeentelijke overheid. Daarnaast is het een inbreuk op en aantasting van de belangrijkste waarborgen die de burger en bedrijven op gemeentelijk niveau hebben. De maatschappij mag immers verwachten en eisen van de gemeentelijke overheid dat zij de regelgeving die zij in het bestemmingsplan heeft opgenomen ook zal handhaven. Het niet naleven en handhaven van het bestemmingsplan tast de geloofwaardigheid van de gemeente in het algemeen aan. Om deze redenen is het noodzakelijk het bestemmingsplannen te handhaven en te blijven handhaven.
De gemeente is verplicht om uitvoerings- (vergunningverlening) en handhavingsbeleid vast te stellen in een of meer documenten, waarin gemotiveerd wordt aangegeven welke doelen wij onszelf stellen bij de uitvoering en handhaving en welke activiteiten we daarvoor zullen uitvoeren. Deze verplichting is nu al opgenomen in het Besluit omgevingsrecht en komt ook in de Omgevingswet terug.
De gemeente heeft aan deze verplichting invulling gegeven in het actuele VTH beleidsplan, waarin zowel het uitvoerings- als het handhavingsbeleid is opgenomen. Deze nota beschrijft de visie, doelstellingen, prioriteiten, uitgangspunten en strategieën op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Het is gebaseerd op een analyse van de problemen die zich kunnen voordoen met betrekking tot de naleving van de geldende wetgeving, waaronder dit bestemmingsplan. Een andere belangrijk uitgangspunt zijn de toepasselijke algemeen verbindende voorschriften, de beleidskaders en een analyse van inzichten, technieken en werkwijzen die gebruikt kunnen worden voor de uitvoering.
Het gehele uitvoerings- en handhavingsbeleid geeft ten minste inzicht in:
De prioriteiten bij de uitvoering van voorgenomen activiteiten.
De methodiek die de gemeente gebruikt om te bepalen of gestelde doelen worden bereikt.
De objectieve criteria voor het beoordelen van aanvragen voor en beslissingen over een omgevingsvergunning en het afhandelen van meldingen.
De werkwijze bij vergunningverlening en het afhandelen van meldingen.
De afspraken die door de gemeente met de Omgevingsdienst en met de organen die belast zijn met de strafrechtelijke handhaving zijn gemaakt.
De wijze waarop het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de betrokken wetten bepaalde wordt uitgeoefend om de gestelde doelen te bereiken.
De wijze waarop bestuurlijke sancties en de termijnen die bij het geven en uitvoeren daarvan worden gehanteerd en de strafrechtelijke handhaving onderling worden afgestemd, waarbij tevens aandacht wordt besteed aan de aard van de geconstateerde overtredingen.
De wijze waarop de gemeente handelt na overtredingen die zijn begaan door of in naam van de eigen gemeente of van andere organen behorende tot de overheid.
In de jaarlijkse uitvoeringsprogramma’s worden deze prioriteiten vertaald in daadwerkelijke activiteiten. Jaarlijks evalueert de gemeente de uitgevoerde inspanningen en wordt de bijdrage getoetst aan de beleidsdoelstellingen. Doen we nog de juiste dingen op de juiste wijze of signaleren we ontwikkelingen die een aanpassing van het (ruimtelijke) beleid vragen? Het uitvoeringsprogramma, jaarverslag en de evaluatie worden toegestuurd aan de gemeenteraad.
HOOFDSTUK 5 MILIEU- EN OMGEVINGSASPECTEN
In een bestemmingsplan dient aangetoond te worden dat er sprake is van een 'goede ruimtelijke ordening'. Onderdeel hiervan is dat het plan niet in strijd mag zijn met de geldende regelgeving die betrekking heeft op milieu- en omgevingsaspecten, zoals op het gebied van geluid, geur, externe veiligheid, luchtkwaliteit, water, ecologie, etc.
Met de vaststelling van het voorliggende plan wil de gemeente Aalsmeer in de bestemmingsplannen ‘Uiterweg Plasoevers 2021’ en ‘Oosteinderweg 2020’ geconstateerde omissies herstellen en daarnaast beide plannen actualiseren. Het veeg- en herstelplan heeft geen invloed op en daarmee geen negatieve gevolgen voor milieu- en omgevingsaspecten. Het plan is derhalve niet in strijd met de regelgeving voor milieu- en omgevingsaspecten. Een uitgebreide toetsing aan die regelgeving is daarom niet noodzakelijk.