direct naar inhoud van 4.4 Bestemmingsbepalingen
Plan: De Liesbosch 2013
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0356.BVL2012001-VA01

4.4 Bestemmingsbepalingen

4.4.1 Toelichting op de regels

Algemeen

De regels bevatten het juridisch instrumentarium voor het regelen van het gebruik van de gronden, bepalingen omtrent de toegelaten bebouwing en regelingen betreffende het gebruik van bebouwing. De regels worden hierna per bestemming nader toegelicht.

Hoofdopzet

De hoofdopzet van de regels is als volgt:

  • Inleidende regels, waarin de nodige begripsomschrijvingen en regels voor de wijze van meten zijn opgenomen.
  • Bestemmingsregels, waarin bepalingen zijn opgenomen met betrekking tot de specifieke bestemmingen in de verordening.
  • Algemene regels en Overgangsregels. Daarin zijn opgenomen: de Anti-dubbeltelbepaling, de Algemene bouwregels, de Algemene gebruiksregels en de Algemene afwijkingsregels. In de Overgangsregels zijn het overgangsrecht en de slotregel opgenomen. Op deze regels wordt hierna nader ingegaan.

Opzet per bestemming

Per bestemming is de opzet van de regels als volgt:

Bestemmingsomschrijving

Met een bestemming wordt tot uitdrukking gebracht welke gebruiksdoelen of functies, met het oog op een goede ruimtelijke ordening, aan de in de verordening begrepen gronden zijn toegekend. Niet iedere functie leent zich voor een eigen bestemming. Of dit zo is, hangt af van de ruimtelijke relevantie, of wel van de mate waarin de betrokken functie invloed heeft op zijn omgeving of daaraan eisen stelt. Behalve om functies gaat het bij bestemmingen altijd om concreet ruimtegebruik of om fysiek aanwezige ruimtelijke objecten. De bestemmingsomschrijving vormt de eerste toetsing van (bouw)initiatieven. Indien een initiatief niet voldoet aan de bestemmingsomschrijving dan moet deze worden beschouwd als strijdig met de beheersverordening.

Aanduidingen

Behalve bestemmingen en dubbelbestemmingen zijn binnen de beheersverordening aanduidingen te onderscheiden. Deze aanduidingen bevatten specificaties van bestemmingen en dubbelbestemmingen met betrekking tot het gebruik of het bouwen.

Er zijn in het algemeen zes soorten aanduidingen te onderscheiden:

  • 1. gebiedsaanduidingen;
  • 2. functieaanduidingen;
  • 3. bouwvlakken;
  • 4. bouwaanduidingen;
  • 5. maatvoeringsaanduidingen;
  • 6. figuren.

Bouwregels

De bouwregels geven samen met de bepalingen op de verbeelding de situering en de maximale afmetingen van gebouwen en andere bouwwerken binnen de betreffende bestemming aan. Soms is een bouwvlak aangegeven waarbinnen het (hoofd)gebouw mag worden gebouwd. Buiten het bouwvlak mag in een enkel geval ook worden gebouwd, maar dan gaat het om bijvoorbeeld erfbebouwing of terreinafscheidingen.

De toetsing hieraan vindt in principe pas plaats indien duidelijk is dat het voorgenomen gebruik van het bouwwerk in overeenstemming is met de bestemmingsomschrijving bij de bestemming.

De bestemmingen zijn vastgelegd in de regels en op de verbeelding. Samen geeft dit de regels voor gebruik en bebouwing van de grond. De bestemmingen worden hierna besproken.

4.4.2 Bestemmingen

Bedrijf - Nutsvoorziening (B-NV)

De grotere nutsvoorzieningen, zoals gebouwen ten behoeve van elektriciteitsvoorzieningen en dergelijke worden aangemerkt als op zichzelf staande bedrijven en zijn in deze bestemming ondergebracht. Deze nutsgebouwen zijn groter dan de nutsgebouwtjes die op grond van de algemene afwijkingsbepalingen kunnen worden toegelaten.

Bedrijventerrein (BT)

Voor het grootste deel van het gebied wordt uitgegaan van deze globale bestemming 'Bedrijventerrein'. Op de gronden binnen deze bestemming zijn, naast bedrijfsvestigingen, ook wegen ter ontsluiting van de betreffende bedrijven toegestaan. Tevens zijn fiets- en voetpaden, water, groen, parkeervoorzieningen, nutsgebouwtjes en dergelijke toegestaan. De hoofdontsluitingswegen en het structurele groen en water zijn apart bestemd.

Milieuzonering bedrijventerrein

Zowel de ruimtelijke ordening als het milieubeleid stelt zich ten doel een goede kwaliteit van het leefmilieu te handhaven en te bevorderen. Dit gebeurt onder andere door milieuzonering. Onder milieuzonering verstaan we het aanbrengen van een voldoende ruimtelijke scheiding tussen milieubelastende bedrijven of inrichtingen enerzijds en milieugevoelige functies als wonen en recreëren anderzijds. De bedrijven op het bedrijventerrein passen allemaal binnen de algemene toelaatbaarheid. De bestaande bedrijven worden dan ook niet in hun bedrijfsmogelijkheden beperkt en kunnen hun huidige activiteiten voortzetten. In de bijlage bij de regels is de Staat van Bedrijfsactiviteiten opgenomen, waarin de toegestane bedrijven zijn benoemd. Deze staat biedt dezelfde mogelijkheden als de oude Staat van Inrichtingen.

Industrieterrein

Een deel van het bedrijventerrein is gezoneerd in de zin van de Wet geluidhinder. Binnen deze zone zijn inrichtingen toegestaan die 'in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken' zoals bedoeld in de wet geluidhinder (Wgh). Dergelijke bedrijven worden ook wel 'grote lawaaimakers' genoemd. Het gezoneerde deel van Liesbosch, is op de verbeelding aangegeven met de gebiedsaanduiding 'gezoneerd industrieterrein'. Met de benaming van deze gebiedsaanduiding wordt aangesloten op de terminologie uit de Wet geluidhinder.

In de regels is bepaald dat binnen de begrenzing van het gezoneerd industrieterrein 'grote lawaaimakers' zijn toegestaan. Op grond van de Wet geluidhinder is rondom dit terrein een 'geluidzone' aangewezen. Aan de realisatie van geluidsgevoelige bestemmingen (zoals woningen) binnen de geluidzone zijn randvoorwaarden verbonden. Buiten de geluidzone mag de geluidsbelasting als gevolg van het betreffende industrieterrein niet meer bedragen dan 50 dB(A). Op het gezoneerd industrieterrein zelf gelden geen geluidsnormen.

Kantoren

Zelfstandige kantoren zijn binnen de bestemming Bedrijventerrein niet mogelijk. Ondergeschikte kantoren zijn in deze bestemming alleen toegestaan kantoren die horen bij en gebonden zijn aan een bedrijf, tot 50% van de brutovloeroppervlakte van het bedrijf, met een maximum van 2.000 m².

Risicovolle inrichtingen

In de regels is vastgelegd dat alleen bestaande risicovolle inrichtingen zijn toegestaan, nieuwe risicovolle inrichtingen zijn uitsluitend na afwijking toegestaan. Hierbij dient onder meer te worden aangetoond dat de risicocontour is gelegen binnen de inrichting of op openbare bestemmingen, zoals Groen, Verkeer, Verkeer - Verblijfsgebied of Water.

Bouwregels

De bouwregels voor gebouwen zijn met name op de verbeelding terug te vinden in de vorm van bouwvlakken, maximale goot- en bouwhoogten evenals bebouwingspercentages. Functies of bouwregels die op een enkele locatie voorkomen hebben een eigen aanduiding gekregen.

Voor de locatie met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' geldt dat nieuwe bebouwing pas is toegestaan indien is aangetoond dat de verkeersstructuur voldoende is om de gevolgen voor de verkeersafwikkeling van de nieuwe bebouwing in goede banen te leiden.

Groen (G)

Binnen de bestemming 'Groen' zijn alleen de hoofdgroenstructuren opgenomen. Het overige groen is niet apart bestemd, maar valt binnen andere verkeersbestemmingen. Binnen de bestemming zijn tevens fiets- en voetpaden mogelijk. In de groenbestemming is tevens de mogelijkheid geboden om bijvoorbeeld waterpartijen aan te leggen. Eveneens zijn binnen deze bestemming geluidswerende voorzieningen toegestaan.

Kantoor (K)

Deze bestemming is toegekend aan de kantoorfuncties aan de Ringwade. Binnen deze bestemming zijn kantoren toegestaan. Gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd in het bouwvlak. De toegestane bouwhoogten staan op de verbeelding aangeduid.

Maatschappelijk (M)

Deze bestemming is toegekend aan de penitentiaire inrichting. De gebouwen moeten worden gebouwd binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak. Voor de maximum toelaatbare oppervlakte van gebouwen en overkappingen is een bebouwingspercentage opgenomen. Vanwege het type inrichting geldt hier voor overige bouwwerken (zoals hekwerken) een ruimere regeling dan elders in het verordeningsgebied.

Verkeer (V) en Verkeer - Verblijfsgebied (V - VB)

De gronden met verschillende verkeersfuncties zijn ondergebracht in twee afzonderlijke bestemmingen, te weten Verkeer (V) en Verkeers - verblijfsgebied (V-VB). Hierbij is onderscheid gemaakt tussen de (hoofd)ontsluitingswegen en verblijfsgebieden (zogenaamde 30 km/h-gebieden en woonerven).

De doorgaande hoofdwegen binnen dit verordeningsgebied zijn hoofdzakelijk bestemd voor 'Verkeer'. De bestemming is ruim genomen, zodat ook aanpassingen aan wegen mogelijk zijn. Het aantal rijstroken mag daarbij echter niet toenemen. De interne ontsluitingswegen op het bedrijventerrein zijn ondergebracht in de bestemming 'Verkeers - Verblijfsgebied (V-VB)'.

Binnen de beide verkeersbestemmingen zijn verschillende verkeersfuncties ondergebracht. Vanwege de mogelijke aanwezigheid van duikers op gronden met een verkeersbestemming zijn ook waterlopen en dergelijke toegestaan. Binnen de beide verkeersbestemmingen kunnen ook geluidswerende voorzieningen worden gerealiseerd.

Water (WA)

Deze bestemming is toegekend aan de in het verordeningsgebied gelegen (hoofd)waterlopen. Op deze gronden zijn alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogelijk ten dienste van het water en de waterhuishouding en het verkeer te water. Daarnaast zijn ook bruggen toegestaan ten behoeve van verkeer.

4.4.3 Dubbelbestemmingen

Leiding - Brandstof, Leiding - Gas, Leiding - Hoogspanningsverbinding, Leiding - Riool

Deze dubbelbestemmingen zijn opgenomen voor de in het verordeningsgebied planologisch relevante leidingen en verbindingen. Binnen de dubbelbestemming geldt dat de betreffende dubbelbestemming primair is ten opzichte van de overige voor deze gronden onderliggende bestemmingen.

Bebouwing ten dienste van deze samenvallende, secundaire, bestemming is uitsluitend toegestaan na verlening van een omgevingsvergunning door het bevoegd gezag. Daarbij wordt getoetst aan de belangen verbonden met de betreffende leiding.

Waarde - Archeologie

Ter bescherming van de mogelijke archeologische waarden in het gebied zijn drie dubbelbestemmingen Waarde - Archeologie opgenomen. De dubbelbestemming Waarde - Archeologie-2 is opgenomen ter plaatse van het gebied dat is aangewezen als bekend terrein met archeologische waarden. Binnen deze bestemming dient bij alle grondroerende werkzaamheden dieper dan 30 cm een omgevingsvergunning te worden aangevraagd. Waarde - Archeologie-4 is opgenomen ter plaatse van een zone met een hoge kans op het aantreffen van archeologische waarden. Hierbij dient bij werkzaamheden dieper dan 30 cm en een plangebied groter dan 500 m² een omgevingsvergunning te worden aangevraagd. Waarde - Archeologie-8 is opgenomen ter plaatse van het terrein met een lage of onbekende kans op archeologische waarden. Hierbij dienen bij werkzaamheden dieper dan 150 cm en bij een plangebied groter dan 10.000 m² een omgevingsvergunning te worden aangevraagd. Vroegtijdig archeologisch onderzoek is een verplichting bij de aan te vragen omgevingsvergunning.

Waterstaat

Ter bescherming van de in het verordeningsgebied aanwezige kaden en andere voorzieningen ten behoeve van waterstaatswerken is in de regels een dubbelbestemming met omgevingsvergunningenstelsel opgenomen. Op deze gronden mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming.

4.4.4 Algemene en overgangsregels

Anti-dubbeltelbepaling

De formulering van de anti-dubbeltelbepaling is voorgeschreven door het Besluit ruimtelijke ordening. Deze bepaling beoogt te voorkomen dat dezelfde oppervlakte aan grond meermaals wordt gebruikt als berekeningsgrondslag voor het toestaan van bouwplannen, waardoor er op een bepaald stuk grond in de praktijk meer wordt gebouwd dan in de beheersverordening de bedoeling is.

Algemene bouwregels

In dit artikel is bepaald welke overschrijdingen van bouwgrenzen zijn toegestaan.

Algemene gebruiksregels

Dit artikel bevat voorbeelden van gebruik van de gronden dat als gebruik strijdig met de verordening wordt aangemerkt.

Algemene afwijkingsregels

Burgemeester en wethouders kunnen op de in dit artikel genoemde, relatief ondergeschikte punten een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van de bepalingen van de verordening. Het gaat daarbij om het realiseren van nutsvoorzieningen van beperkte omvang, ondergeschikte afwijkingen van diverse in de verordening getrokken grenzen en het in beperkte mate afwijken van de diverse maten en percentages.

4.4.5 Bijlagen bij de regels

Bij de regels is in de bijlagen de Staat van Bedrijfsactiviteiten opgenomen.