direct naar inhoud van 5.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Plan: Windpark Nieuwegein
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0356.BPWINDPARK-VA03

5.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Windparken dragen bij aan het oplossen van een aantal grote problemen. De belangrijkste bijdragen zijn terugdringing van de CO2-uitstoot en het bieden van een alternatief voor eindige fossiele brandstoffen. Uit diverse draagvlakonderzoeken is gebleken, dat in Nederland 90% van de bevolking voor windenergie is. Met name is gebleken dat wanneer omwonenden ook financieel kunnen participeren in een windpark, het lokale draagvlak voor windenergie toeneemt. Dit heeft alles te maken met een gevoel van eerlijke verdeling van lusten en lasten. Om deze reden overweegt Eneco ook voor dit project participatie mogelijk te maken, waardoor omwonenden en het bredere publiek deel kunnen nemen. Eneco is een groot voorstander van deelname van het publiek aan haar windparken. Daarom zal Eneco in de contractfase van het project onderzoeken of participatie voor dit windpark mogelijk is. Eén en ander is afhankelijk van de regelingen van de overheid en het dan geldende wettelijk kader.

Binnen de gemeente Nieuwegein is veel politiek draagvlak voor het windpark. Dit blijkt onder andere uit de pro-actieve rol die de gemeente tot nu toe heeft vervuld. Uit gesprekken met de provincie Utrecht is gebleken dat ook zij positief tegenover dit project staat. De Nederlandse Milieufederaties verenigd in de Stichting Natuur & Milieu staat positief ten opzichte van windparken op bedrijventerreinen. Met het oog op de toekomstige ontwikkeling van bedrijventerrein Het Klooster is er ook vanuit deze kant steun voor het project.

Het bestemmingsplan heeft ter inzage gelegen. Hieronder zijn de inspraakreacties samengevat en van een antwoord voorzien. Verder is het voorontwerpbestemmingsplan voorgelegd aan de overlegpartners (artikel 3.1.1 Bro). Ook deze reacties zijn hieronder samengevat en beantwoord.

5.1.1 Beantwoording inspraakreacties inzake het voorontwerpbestemmingsplan Windpark Nieuwegein

volgno.   reactie   beantwoording gemeente  
1

1.1
 
Inspreker 1

In het verleden is toegezegd dat alles wat zich in het gebied Het Klooster afspeelt medegedeeld zou worden aan insprekers. In het geval van het windmolenpark is dat niet gebeurd. Weliswaar heeft er publicatie plaatsgevonden in het Nieuwegeins weekblad de Molenkruier, publicatie in het Houtens weekblad 't Groentje heeft niet plaatsgevonden. Daardoor is de aan ons gegeven tijd om ons te informeren en adequaat te reageren onaanvaardbaar kort.  


De tervisielegging van het voorontwerpbestemmingsplan is gepubliceerd op de gemeentewebsite en in de regionale nieuwsbladen, waaronder weekblad 't Groentje in Houten. De kennisgeving is te vinden in 't Groentje van 21 september 2011 op p. 38. In het verleden hebben wij u aangegeven dat wij de kennisgevingen voor wat betreft planologische procedures in Het Klooster ook in 't Groentje publiceren, zodat u de mogelijkheid heeft om u van de plannen te vergewissen. Zoals u kunt constateren houden wij ons aan die afspraak.  
1.2   De windturbines op de voorgestane locatie zijn in strijd met de huidige inzichten over daarvoor geschikte plekken. Volgens de huidige inzichten moet de plaatsing van windturbines beperkt worden tot 11 locaties in Nederland waar windparken van circa 100 turbines gebouwd kunnen worden. Een locatie van 5 windturbines veroorzaakt een in verhouding onaanvaardbare overlast.   In de toelichting op het voorontwerpbestemmingsplan wordt uitgebreid ingegaan op het beleid dat ten grondslag ligt aan de gekozen locatie. De realisatie van het windturbinepark past binnen deze beleidsregels en doelstellingen. Zoals in de plantoelichting is beschreven, blijkt uit de onderzoeken dat er geen sprake is van onaanvaardbare overlast.  
1.3   In de provincie Utrecht is er veel minder wind dan bijvoorbeeld aan de kust en zeker minder dan op zee waar ze geen overlast voor bewoners veroorzaken. De opbrengst van een windpark in Nieuwegein zal daarom een in verhouding tot de kosten en overlast te lage opbrengst hebben. Alleen met subsidies kan een dergelijk klein windpark min of meer rendabel worden gemaakt.   De provincie Utrecht heeft op landelijk niveau een doelstelling afgesproken om 50 MW aan windenergie te realiseren (Bestuursovereenkomst Landelijke Ontwikkeling Windenergie). Deze doelstelling is tot op heden nog niet gehaald. Het Windpark Nieuwegein levert een bijdrage aan deze doelstelling. De gekozen locatie biedt door zijn ligging juist voldoende kansen voor rendabele windenergie. Uit de financiële analyses is gebleken dat de investeringen voor de aanleg van het windpark in 7 jaar zijn terugverdiend. Na die tijd is het windpark winstgevend.  
1.4   De turbines zijn in strijd met het streekplan van de provincie Utrecht. Ze staan daar niet in genoemd en komen ook te dicht in de buurt te staan van de windturbines waar de gemeente Houten vergunning voor heeft gegeven.   Het plan is niet in strijd met het streekplan van de provincie Utrecht. In het streekplan zijn regio's aangewezen voor kleinschalige opstellingen voor windenergie. Het windpark ligt in zo'n regio. Uit niets is gebleken dat 'Windpark Nieuwegein' te dicht op het 'Windpark Houten' zou staan.  
1.5   Door de gigantische hoogte zullen de turbines de horizon over een groot gebied vervuilen. De welstand van een zeer groot gebied is in het geding.   In de toelichting is beschreven hoe de opstelling landschappelijk is ingepast. Er wordt niet ontkent dat de windturbines van grote afstand zichtbaar zijn. Wij zijn echter van mening dat de locatie vanuit ruimtelijk oogpunt geschikt is voor een windpark. Bij voorkeur worden windparken namelijk geplaatst langs infrastructurele werken en langs randen van bedrijventerrein, zoals het geval is bij deze locatie.  
1.6   Het constant in beweging zijn van de wieken zal in een groot gebied en met name in onze woonomgeving tot onrust leiden. Om het effect van de ronddraaiende wieken te beoordelen, stellen wij u voor om in de raadzaal een prototype van de vijf windturbines op schaal te laten ronddraaien. U kunt dan zelf constateren hoeveel effect dat heeft op uw functioneren. Daarbij moet u bedenken dat uw bestuur de raadzaal op elk moment kunt verlaten en daarmee de ondervonden overlast kunt beëindigen. Als de bouw doorgaat kunnen wij als bewoners daar niet voor vluchten. Ons woon- en leefklimaat wordt onaanvaardbaar aangetast.   1.6 t/m 1.10: Uit onderzoek blijkt dat aan alle normen uit het Activiteitenbesluit, zoals geluid en externe veiligheid, kan worden voldaan. Daarmee is aangetoond dat geen sprake is onaanvaardbare aantasting van het woon- en leefklimaat. Ook voor andere aspecten die niet door het Activiteitenbesluit zijn geregeld, zoals effecten op ecologie, landschap en schaduwwerking, is uit de onderzoeken gebleken dat er geen sprake is van onaanvaardbare effecten.  
1.7   De windturbines veroorzaken geluidsoverlast, waarbij ook gewezen wordt op de gezondheidsproblemen die met name lage tonen veroorzaken.
 
zie antwoord onder 1.6.  
1.8   Niet alleen de wieken draaien constant, maar ook de daardoor veroorzaakte schaduwen. Er ontstaat een stroboscopisch effect.   zie antwoord onder 1.6.  
1.9   Doordat de – zeer grote – wieken kunnen afbreken (hetgeen al meerdere keren in Nederland daadwerkelijk is gebeurd), ontstaat er een gevaarlijke situatie voor gebouwen, mens en dier.   zie antwoord onder 1.6.  
1.10   Verwacht kan worden dat de gigantische draaiende objecten een negatief effect hebben op de flora en fauna.   zie antwoord onder 1.6.  
1.11   In de praktijk is gebleken dat windturbines een waardedalend effect hebben op de huizenprijzen. Voor de bewoners is dat onaanvaardbaar. Het kan niet zo zijn dat de exploitant van de windturbines – dankzij subsidies – geld aan de turbines verdient en de nadelige gevolgen van die turbines ten laste komen van de bewoners. Ook de gemeente Nieuwegein zal door de lagere WOZ waarde negatieve effecten van de turbines ondervinden.   Het windpark dient in onze ogen een algemeen maatschappelijk belang. Het windpark zal bijdragen aan een vermindering van de CO2-uitstoot. Met de plannen om windenergie op te wekken willen wij uitvoering geven aan het streven om van Nieuwegein in de toekomst een energieneutrale stad te maken. Wij zijn ons ervan bewust dat het windpark, gezien de hoogte van de turbines, van grote afstand zichtbaar is. Dit betekent in onze ogen echter niet zonder meer dat het windpark een waarde dalend effect zal hebben op de huizenprijzen. Mocht er eventueel wel sprake zijn van een waardedaling van uw woning ten gevolge van de plannen voor het windpark, dan biedt de Wet ruimtelijke ordening de mogelijkheid om een verzoek om tegemoetkoming in planschade in te dienen.  
1.12   Inspreker pleit voor het inzetten van zonnepanelen als alternatief voor de geplande windmolens en vraagt de gemeente een andere weg in te slaan dan die nu gevolg wordt.   Bedankt voor uw suggestie ten aanzien van het toepassen van zonnepanelen. Wij zien het toepassen van zonnepanelen echter niet als alternatief voor de windenergieplannen. De gemeente Nieuwegein heeft zoals gezegd het streven om van Nieuwegein een energieneutrale stad te maken. Daarvoor is het noodzakelijk om alle mogelijkheden voor energiebesparing te benutten en daarnaast meerdere duurzame energiebronnen in te zetten. Windenergie is er daarvan één, evenals zonne-energie. Enkel met zonne-energie is het streven naar een energieneutrale stad niet haalbaar. Het windpark zal naar verwachting energie kunnen leveren aan circa 8.000 huishoudens, zijnde bijna 30% van alle huishoudens in Nieuwegein. Om met zonne-energie in dezelfde energiebehoefte te kunnen voorzien zou er 233.333 m² aan zonnepanelen geplaatst moeten worden. Dat achten wij niet haalbaar. Enerzijds vanwege de bezonning, die in veel gevallen niet optimaal is. Anderzijds vanwege de omstandigheid dat het plaatsen van zonnepanelen een vrijwillige investering vergt van de inwoners.  

2

2.1
 
Inspreker 2

In paragraaf 3.5.1. van het voorontwerp wordt gesteld dat er geen grootschalige projecten in de omgeving zijn die in samenhang leiden tot andere milieueffecten. Ook wordt gesteld dat er geen sprake is van met het windpark in Houten samenhangende milieueffecten. Deze conclusie is onjuist, reeds door het gesteld in paragraaf 3.5.2. Daar wordt immers terecht aangegeven dat er cumulatie optreedt van geluid van dit windturbinepark en het geluid van het in ontwikkeling zijnde Windpark Houten-Veerwagenweg. Vanwege deze cumulatie is er dus alle aanleiding om het project wel mer-beoordelingsplichtig te achten. Het in ontwikkeling zijnde Windpark Houten-Veerwagenweg en het Windpark Nieuwegein moeten als één project worden gezien en zijn daarom gezamenlijk mer-boordelingsplichtig.  


In de tekst is aangegeven dat er bij de berekeningen rekening is gehouden met cumulatie van de geluidsemissie, niet dat er cumulatie optreedt. Uit de berekening blijkt verder dat aan de geluidseisen wordt voldaan. Verder heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bepaald (21 juni 2006, no. 200506899/1) dat de windparken Houten en Nieuwegein geen functionele, technische of organisatorische binding hebben en daarmee niet tezamen één inrichting vormen in de zin van de Wet milieubeheer. Het windpark Nieuwegein mag als losstaande ontwikkeling worden gezien. Conform de huidige eisen uit de mer-regelgeving is een zogenaamde voortoets mer-beoordeling uitgevoerd. Uit deze toets blijkt dat er geen sprake is van zodanige negatieve milieueffecten dat een volwaardige mer-beoordeling of milieueffectrapportage noodzakelijk is.  
2.2   Ingevolge het provinciaal beleid is het noodzakelijk voor het Windpark Nieuwegein het type turbine te kiezen dat ook gekozen is voor het in ontwikkeling zijnde Windpark Houten-Veerwagenweg. De provincie acht het plaatsen van een bonte verzameling van turbines met een verschillend uiterlijk niet wenselijk. Derhalve dient voor het Windpark Nieuwegein uitsluitend te worden gerekend met het type Vestas-turbine, dat ook voor het Windpark Houten-Veerwagenweg is gekozen.   Voor het 'Windpark Nieuwegein' wordt één type turbine gekozen. Of dit dezelfde wordt als bij het 'Windpark Houten' is afhankelijk van de uitkomsten van de aanbesteding. Het provinciaal beleid streeft naar een zo groot mogelijke eenheid van de windturbines binnen één opstelling. De turbines binnen één opstelling moeten daarom dezelfde as- en tiphoogte hebben en verder moet er voor één type en fabricaat van masten en turbines worden gekozen. De windturbines in Houten en Nieuwegein zijn twee verschillende opstellingen, zodat voor elke opstelling afzonderlijk de eisen uit het provinciaal beleid gelden.  
2.3   Insprekers vrezen een onaanvaardbare geluidshinder van de windturbines voor de woningen in de omgeving. Er zijn diverse berekeningen bij het voorontwerp gevoegd. Volgens de berekeningen zouden de windturbines nog juist aanvaardbaar zijn, gezien de normen die het Activiteitenbesluit stelt. Ook zou de cumulatie van geluid van de windmolens van Houten en het Windpark Nieuwegein toelaatbaar zijn. De verslaglegging van het geluidsonderzoek is echter nog al summier. De aannames, berekeningen en conclusies zijn daardoor erg lastig en deels niet te verifiëren. Op voorhand twijfelen de insprekers dan ook aan de juistheid van de aannames, berekeningen en conclusies. Een uitgebreidere verslaglegging is geboden. De geluidsrapportage is gemaakt door LBP Sight. Deze firma is ingeschakeld door Eneco, welk bedrijf belang heeft bij het realiseren van het windturbinepark. Uit niets blijkt dat het gemeentebestuur de juistheid en bruikbaarheid van deze rapportages heeft laten verifiëren door een akoestisch specialist die in opdracht van de gemeente werkt. Uw gemeentebestuur, dat gehouden is tot een objectieve en zorgvuldige beoordeling van ingebrachte deskundigenberichten, kan derhalve bij de huidige stand van kennis per definitie niet op goede gronden in staan voor de bruikbaarheid van de geluidsrapportage door LBP Sight en de planologische aanvaardbaarheid van het beoogde windturbinepark. U dient dan ook de geluidsaspecten alsnog door een gekwalificeerde deskundige, handelend in opdracht van de gemeente te laten beoordelen. De berekeningen voor geluid ten aanzien van het Windpark Houten-Veerwagenweg zijn ook door LBP Sight opgesteld. Deze berekeningen zijn sterk bekritiseerd en onjuist bevonden door AV Consulting uit Gouda. Dit zou voor u genoeg aanleiding moeten zijn om de geluidsaspecten door een derde te laten beoordelen.   Naar onze mening wordt met de geluidsonderzoeken inzichtelijk gemaakt dat de plannen voldoen aan de geldende regels. Wij hebben geen reden om aan de juistheid van de onderzoeken te twijfelen. De onderzoeken zijn getoetst door de geluidsdeskundige van de gemeente, zodat wij geen noodzaak zien om voor de beoordeling daarvan een extern bureau in te schakelen.  
3

3.1
 
Inspreker 3

Uit de landkaart waar de (slag)schaduw van de molens is te zien blijkt dat veel woningen op de Prinsseseweg hinder van slagschaduw kunnen ondervinden. Er is in het bestemmingsplan opgenomen dat bewoners niet meer last kunnen krijgen dan 20 minuten en 17 dagen, daarna wordt de (bewuste) molen stil gezet. Echter er zit een beperking op van 10 maal de ashoogte. Met deze beperking zouden de woningen niet meer in aanmerking komen voor deze beveiliging.  


n de toelichting van het voorontwerp bestemmingsplan is gerefereerd aan de Regeling die bij het Activiteitenbesluit behoort. Windturbines moeten op grond van die regeling in bepaalde gevallen zijn voorzien van een automatische stilstandvoorziening teneinde slagschaduw te beperken. Dat is het geval als er slagschaduw optreedt ter plaatse van woningen, voor zover de afstand tussen de windturbine en de woningen minder dan 12 maal de rotordiameter bedraagt en gemiddeld meer dan 17 dagen per jaar gedurende meer dan 20 minuten per dag slagschaduw kan optreden. Woningen die buiten de afstand liggen worden hierdoor ook beschermd. Deze zullen namelijk nooit meer hinder ondervinden van slagschaduw dan de woningen die op een afstand van minder dan 12 maal de rotordiameter tussen de woning en de turbine liggen.  
3.2   Een volgend punt is de controle op naleving van het (tijdelijk) stilzetten van de molen(s) na 20 minuten en 17 dagen. Kan er worden voorgeschreven dat de opdrachtnemer elke 2 of 3 maanden een bewijs levert van metingen en het eventuele stilzetten.   Zoals gezegd bevatten de windturbines een automatische stilstandvoorziening.  

3.2

5.1.2 Beantwoording overlegreacties inzake het voorontwerpbestemmingsplan Windpark Nieuwegein

volgno.   reactie   beantwoording gemeente  
1



1.1























 
Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Inspectie leefomgeving en transport

Rijkswaterstaat heeft met betrekking tot de aanleg van het windpark altijd een positieve grondhouding gehad. Nu een en ander meer concreet is kan het volgende worden opgemerkt:
de door ECOFYS B.V. opgestelde risicoanalyse heeft niet expliciet betrekking op de verkeersveiligheid. Volgens de nu bekende beleidsregel van RWS zijn daaraan namelijk ook rijgedrag beïnvloedende aspecten als afleiding, slagschaduw en reflectie verbonden. Inmiddels is er bestuurlijke overeenstemming over de uitbreiding van het traject Lunetten-Everdingen tot 2x4 rijstroken. Een en ander heeft consequenties voor de vormgeving van de aansluiting op Nieuwegein en verzorgingsplaats De Kroon. Op basis van deze twee punten wordt verzocht om aanvullend onderzoek uit te voeren, waaruit moet blijken dat er geen onaanvaardbaar verhoogd risico is voor de verkeersveiligheid bij een bredere A27.  




Op uw verzoek is het aanvullend onderzoek uitgevoerd. De resultaten hiervan zijn aan u voorgelegd en vervolgens verwerkt in het ontwerpbestemmingsplan.



















 
2

2.1  
Provincie Utrecht

In de provinciale beleidslijn nieuwe Wro zijn de provinciale ruimtelijke belangen benoemd, zoals bedoeld in de Wro. In de Provinciale Ruimtelijke Verordening Provincie Utrecht 2009 zijn algemene regels opgenomen over de inhoud, toelichting of onderbouwing van onder meer bestemmingsplannen. Hiermee is beoogd de provinciale belangen te laten doorwerken naar het gemeentelijk niveau. De beoordeling van het voorontwerp bestemmingsplan is vooral gebaseerd op eventuele strijdigheden met de provinciale ruimtelijke belangen.  


Los van het provinciale ruimtelijk beleid waaraan u refereert, hechten wij er waarde aan om te verwijzen naar de Bestuursovereenkomst Landelijke Ontwikkeling van Windenergie (BLOW). Daarbij heeft de provincie Utrecht zich gecommitteerd aan de realisatie van maximaal 50 MW aan windenergie. Met het Windpark Nieuwegein wordt een wezenlijke bijdrage aan deze taakstelling geleverd.  
2.2   Uit het plan blijkt dat de windmolens deels in de ecologische verbindingszone tussen het Klooster en de A27 worden gerealiseerd. Op grond van het provinciaal beleid zijn nieuwe plannen, projecten of handelingen binnen en in de nabijheid van deze gebieden niet toegestaan indien deze de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied significant aantasten, tenzij er geen reële alternatieven zijn en er sprake is van reden van groot openbaar belang ('nee, tenzij' beleid). Door Bureau Waardenburg wordt geconcludeerd dat er geen significante aantasting zal optreden. In de toelichting ontbreekt echter een onderbouwing van het 'nee, tenzij' beleid.   Naar aanleiding van uw reactie hebben wij Bureau Waardenburg opdracht gegeven aanvullend onderzoek uit te voeren. De resultaten hiervan zijn opgenomen in bijlage 4 bij de toelichting. Geconcludeerd wordt dat de ontwikkeling geen significante belemmering oplevert voor de beoogde ecologische verbindingszone. Daarnaast heeft er op 5 december 2011 overleg plaatsgevonden op het provinciehuis. De bedoeling van de ecologische verbindingszones is om bestaande en nieuwe natuurgebieden aan elkaar te koppelen om zodoende versnippering van natuur tegen te gaan. In het uitwerkingsplan dat geldt voor de deelgebieden 2 en 3 van Het Klooster zijn twee ecologische verbindingszones opgenomen, waarvan er één in oost-westelijke richting langs de Vuilcop loopt. Door aan die zone bij de uitwerking meer aandacht te besteden zal, los van de uitwerking van de onderhavige zone, er sprake zijn van een ononderbroken netwerk van natuur zodat de natuurdoelstellingen verwezenlijkt kunnen worden.  
2.3   Ter voorbereiding van de bouw van de windturbines is archeologisch onderzoek uitgevoerd. Verzocht wordt om op basis van de onderzoeksresultaten één of meerder dubbelbestemmingen op te nemen.   De resultaten van het archeologisch onderzoek zijn inmiddels bekend. Waar nodig is een dubbelbestemming Archeologie in het ontwerp bestemmingsplan opgenomen.  
2.4   In de toelichting wordt aangegeven dat er ten aanzien van het type windturbine nog geen definitieve keuze is gemaakt. Zolang dat nog niet het geval is verdient het aanbeveling om, gelet op de maximale hoogte van 110 m, bij de PR 10-5 contour uit te gaan van een vrijwaringscontour van 55 meter.   In de juridische regeling is, conform het handboek risicozonering windturbines, een vrijwaringscontour opgenomen die minimaal gelijk is aan de halve rotordiameter.  
3

3.1







 
Stichtse Rijnlanden

De Schalkwijkse Wetering valt voor een klein deel in het plangebied. Langs de Schalkwijkse Wetering liggen overige waterkeringen. Deze waterkering is niet opgenomen in het plan. Verzocht wordt om een zone van 12 m vanaf de waterkant te bestemmen als Waterstaat - Waterkering inclusief regels.  


Over het algemeen worden alleen primaire waterkeringen opgenomen in een bestemmingsplan. Wij hebben er echter geen bezwaar tegen om op basis van uw verzoek de waterkering op te nemen in het plan.


 
3.2   Langs de A27 ligt een primaire watergang die voor een deel in het plangebied valt. Delen van deze watergang zijn bestemd als Groen, Verkeer of Bedrijf. Vanwege het belang van deze primaire watergang wordt verzocht om deze te bestemmen als Water.   De watergang is inderdaad niet correct opgenomen op de plankaart. Deze wordt alsnog bestemd voor Water conform de huidige situatie.  
4

4.1


















 
Gemeente Houten

De gemeente Houten is al geruime tijd bezig met de ontwikkeling van drie windturbines langs het Amsterdam – Rijnkanaal. De overlast die de turbines veroorzaken voor bewoners wil de gemeente zoveel mogelijk beperken. Hiervoor zijn afspraken gemaakt met Eneco over geluidsbelasting en slagschaduw die verder gaan dan de wettelijke eisen uit het Activiteitenbesluit. De plannen van gemeente Nieuwegein doorkruisen deze afspraken voor een deel. Het effect is dat er meer overlast kan ontstaan voor Houtense bewoners. Er wordt dan ook verzocht om met Eneco dezelfde afspraken te maken met betrekking tot geluidsbelasting en slagschaduw als voor windpark Houten gaan gelden.  


Nadat er op 10 oktober 2011 ambtelijk overleg met de gemeente Houten heeft plaatsgevonden, hebben we uw schriftelijke reactie op 1 november 2011, na afloop van de overlegperiode, ontvangen. Overigens bevreemdt uw reactie ons. Wij zijn namelijk nooit door de gemeente Houten benaderd om gezamenlijk afspraken te maken over het beperken van eventuele overlast voor uw inwoners.
Niettemin heeft de gemeente besloten om de wettelijke grenswaarden voor geluid te gebruiken voor de toetsing van de cumulatieve geluidsbelasting van zowel de beoogde windturbines als de bestaande windturbines van windpark Houten. Ondanks dat dit waarschijnlijk leidt tot een reductie van het vermogen van twee of meer windturbines. Ook voor schaduwhinder is rekening gehouden met cumulatie. Wij zijn van mening dat hierdoor voldoende bescherming wordt geboden aan de inwoners van Nieuwegein en Houten. Wij zien dan verder ook geen aanleiding om dezelfde afspraken met Eneco te maken als u heeft gedaan.  
4.2


















 
Verzocht wordt om de locatie van de windturbines zodanig aan te passen dat de vrijwaringszone niet meer op Houtens grondgebied ligt.   Eneco heeft besloten de turbine met de grootste rotordiameter, waarmee de vrijwaringszone samenhangt, te laten vervallen. De vrijwaringszone van turbine 1 is in het ontwerp daarom aangepast en ligt nu volledig op Nieuwegeins grondgebied.