direct naar inhoud van Artikel 8 Verkeer
Plan: Windpark Nieuwegein
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0356.BPWINDPARK-VA03

Artikel 8 Verkeer

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verkeersvoorzieningen in de vorm van rijkswegen en op- en afritten;
  • b. verkeersvoorzieningen in de vorm van ontsluitingswegen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg': een verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca- wegrestaurant': een wegrestaurant;
  • e. wegen met een maximale breedte van 5 m en opstelplaatsen ten behoeve van de bouw en het onderhoud van windturbines;
  • f. fiets- en voetpaden;
  • g. kunstwerken;
  • h. en geluidswerende voorzieningen, hekwerken, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en nutsvoorzieningen.

8.2 Bouwregels

op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 3 m en heeft een oppervlak van ten hoogste 25 m²;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a gelden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca- wegrestaurant' de volgende regels:
    • 1. de goothoogte van de gebouwen bedraagt ten hoogste 4,5 meter;
    • 2. de gezamenlijke grondoppervlakte van de gebouwen bedraagt ten hoogste 2500 m2;
    • 3. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 12 meter;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg' gelden de volgende regels:

1. de hoogte van de gebouwen bedraagt ten hoogte 4,5 meter;

2. de gezamenlijke grondoppervlakte van de gebouwen bedraagt ten hoogste 200 m2;

3. de hoogte van luifels en andersoortige overkappingen, bedraagt ten hoogste 6,5 m ;

4. de bebouwde oppervlakte van de luifels bedraagt ten hoogste 900 m2;

  • d. per windturbine is een gebouw ten behoeve van een transformatorstations toegestaan van ten hoogste 10 m² met een maximale bouwhoogte van 3 m;
  • e. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 15 m.

8.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 8.2 onder c en een grondoppervlak van gebouwen toestaan van ten hoogste 500 m2. Hierbij geldt dat:

  • a. dat de afwijking noodzakelijk moet zijn vanuit een oogpunt van doelmatige bedrijfsvoering en een efficiënt gebruik van het bouwperceel of de bouwpercelen;
  • b. de functionele en ruimtelijke structuur niet onevenredig worden aangetast;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
  • d. de verkeersveiligheid, brandveiligheid c.q. branden rampenbestrijdingsmogelijkheden zijn gewaarborgd;
  • e. op het bouwperceel parkeer-, laad- en losruimte van voldoende omvang aanwezig is c.q. zijn.

8.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • b. de oprichting van kwetsbare objecten is niet toegestaan;
  • c. in afwijking van het bepaalde in 8.4 onder b is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-wegrestaurant' een kwetsbaar object toegestaan;
  • d. indien ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-wegrestaurant' sprake is van een object met een oppervlak van meer dan 1.500 m² ten behoeve van een wegrestaurant, wordt een toerentalverlaging toegepast voor de dichtsbijzijnde windturbine zodat de PR 10-6 contour van de windturbine niet reikt tot aan het gebouw.