direct naar inhoud van Artikel 12 Water
Plan: Laagraven
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0356.BPLO2010001-VA02

Artikel 12 Water

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. Waterberging;
  • b. Waterhuishouding;
  • c. Waterlopen en waterpartijen;
  • d. Infiltratievoorzieningen;
  • e. Afvoer van hoog oppervlaktewater, ijs en sediment;
  • f. Scheepvaart en geleiding en beveiliging van de scheepvaart;
  • g. Kruisingen en overbruggingen ten behoeve van verkeersdoeleinden;
  • h. Taluds, oevers en onderhoudsstroken;
  • i. Ter plaatse van de aanduiding 'ecologische verbindingszone' tevens voor een ecologische verbindingszone;

Ten dienste van en in verband met deze bestemming zijn toegelaten:

  • j. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
12.2 Bouwregels

Van de hierna genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en geen bouwwerken ten dienste van de scheepvaart zijnde, mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan daarbij is aangegeven:

-   bruggen en viaducten   8 m;  
-   lichtmasten   12 m;  
-   vlaggenmasten   6 m;  
-   overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde   4 m.  
12.3 Specifieke gebruiksregels

Een gebruik in strijd met de bestemming is in ieder geval het gebruik van gronden als ligplaats voor woonschepen.

12.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
12.4.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden ter plaatse van de aanduiding `ecologische verbindingszone´ zonder een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. Het afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem;
  • b. Het aanleggen of verharden van paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • c. Het aanbrengen van boven- of ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatie-leidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
12.4.2 Uitzonderingen op het verbod

Het verbod als bedoeld in sublid 12.4.1, is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. Bestendig beheer en onderhoud ten dienste van de bestemming betreffen;
  • b. Reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. Reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.
12.4.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

De werken of werkzaamheden als bedoeld in sublid 12.4.1, zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de betekenis van de gronden als ecologische verbindingszone niet onevenredig wordt of kan worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel daarvan niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.