direct naar inhoud van 4.4 Milieu
Plan: Blokhoeve 2012
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0356.BPBH2012-OH01

4.4 Milieu

4.4.1 Geluid (weg- en tramverkeer)

Voor het bestemmingsplan Blokhoeve is een akoestisch onderzoek uitgevoerd om te toetsen of er kan worden voldaan aan de eisen uit de Wet geluidhinder (Royal Haskoning, Indicatief akoestisch onderzoek Blokhoeve, 19 juli 2011). De nog te ontwikkelen locaties zijn in figuur 4.6 middels rode cirkels aangegeven. Deze locaties liggen binnen de geluidzones van verschillende (spoor-)wegen in de directe omgeving. Er is per geluidbron onderzocht wat de verwachte geluidbelasting op de plangrenzen zal zijn. Dit is gedaan op basis van verkeersprognoses voor 2022. Aangezien de indeling van de nog te realiseren woningen nog niet bekend is, zijn er contourberekeningen uitgevoerd. Door het maken van contourberekeningen is het mogelijk een indicatie te geven van de te verwachten geluidbelasting van de nog te realiseren gevels.

afbeelding "i_NL.IMRO.0356.BPBH2012-OH01_0017.jpg"

Figuur 4.6: Locaties voor nieuwbouw op de middellange termijn. (N.b: het onderliggende verkavelingsplan is aan wijziging onderhevig.)

De voorkeurswaarde van 48 dB ten gevolge van wegverkeer op de A.C. Verhoeflaan wordt bij één bouwlocatie overschreden (The Edge fase 2). Zie figuur 4.7 voor de geluidcontourenkaart van het verkeer van de A.C. Verhoefweg. Een onderzoek naar maatregelen gericht op het reduceren van het wegverkeerlawaai is noodzakelijk, of indien niet doelmatig, moeten er hogere waarden worden vastgesteld voor de woningen van The Edge fase 2. De maximale ontheffingswaarde van 63 dB wordt niet overschreden. Hier moet een speciaal gebouw komen dat tevens dient als geluidwering voor de rest van De Lamellen, net als The Edge fase 1. De groene zone tussen de beide gebouwen wordt daarom voorzien van een doorzichtige geluidwerende voorziening (bijvoorbeeld een serre).

De voorkeurswaarde van 48 dB ten gevolge van wegverkeer op de overige wegen rond Blokhoeve wordt niet overschreden. Voor de andere geluidkaarten wordt verwezen naar het onderzoeksrapport.

afbeelding "i_NL.IMRO.0356.BPBH2012-OH01_0018.jpg"

Figuur 4.7: Geluidbelasting in Blokhoeve als gevolg van verkeer op de A.C. Verhoefweg.

De interne wegen hebben een 30 km/uur-regime en worden daardoor niet getoetst aan de Wet geluidhinder. In het kader van een goede ruimtelijke ordening zijn deze wegen wel inzichtelijk gemaakt (zie figuur 4.8) op basis van de indicatie van de verkeersintensiteiten op deze straten. De milieusituatie wordt beschouwd als 'stedelijk toelaatbaar' tot 'goed'. Alleen langs de Middelhoeve komen wat bredere zones voor met een geluidbelasting boven de 48 dB. Ten slotte wordt de voorkeurswaarde van 55 dB ten gevolge van de tramlijn niet overschreden op de vijf onderzochte bouwlocaties.

afbeelding "i_NL.IMRO.0356.BPBH2012-OH01_0019.jpg"

Figuur 4.8: Geluidbelasting in Blokhoeve als gevolg van verkeer op de interne straten.

Concluderend kan gesteld worden dat de locaties waar nog nieuwbouwplannen voor worden uitgewerkt, een goed akoestisch klimaat hebben. Alleen The Edge fase 2 vraagt bijzondere aandacht. Op het moment dat de plannen hiervoor concreter worden, zal een gedetailleerd akoestisch onderzoek worden uitgevoerd. Eventueel benodigde hogere waarden zullen samen met de te zijner tijd op te stellen uitwerking van het bestemmingsplan worden vastgesteld. Voor het vaststellen van hogere waarden is het 'beleid hogere waarden Wet geluidhinder' van de gemeente Nieuwegein van toepassing.

4.4.2 Bedrijven en milieuzonering

Het zuidelijk gedeelte van het plangebied (Het Blok) kan gekarakteriseerd worden als een gebied met meerdere functies (bedrijvigheid, horeca en sportaccommodaties, maar ook wonen). Dit gedeelte van het gebied is daarom aan te merken als een gemengd gebied. Het oostelijk deel van Het Eiland en De Lamellen kunnen gekarakteriseerd worden als rustige woonwijk. In een gemengd gebied wordt in het algemeen een bepaalde mate van hinder acceptabel geacht ten opzichte van een rustige woonwijk.

Ten opzichte van de bestaande situatie komen er woningen op kortere afstand van de bedrijven en voorzieningen in Het Blok te liggen. Voor De Lamellen en Het Eiland geldt dat deze potentieel hinderveroorzakende functies op ruim voldoende afstand liggen. De oude boerderij van Blokhoeve (horeca Green Village) ligt op 50 tot 100 meter van de geplande woningen.

Voor Het Blok geldt dat er aan woningbouw op kortere afstand van de potentieel hinderveroorzakende functies gedacht moet worden. Bij deze functies is geluid de bepalende factor. Hoewel in een gemengd gebied lagere eisen worden gesteld aan de mate van hinder dan in een rustige woonwijk, moet er wel een acceptabel woon- en leefklimaat mogelijk zijn voor de geplande woningen. Om deze reden is de geluidproductie van de voorzieningen nader onderzocht. Het is gebleken dat bij de huidige bedrijfsvoering van onder andere het party- en bowlingcentrum en de evenementenruimten de normen voor geluidbelasting op de geplande woningen worden overschreden. Muziekgeluid tijdens feesten en evenementen doet zich met name voor in de avond- en nachturen, waarvoor de normen strenger zijn.

Voor de beoogde woningen op Het Blok moeten nadere maatregelen worden onderzocht. Het toepassen van isolerende en/of afschermende maatregelen bij de bedrijfsgebouwen beperkt de geluidsbelasting voor de omgeving. Aan de kant van de woningen kan gedacht worden aan het toepassen van 'dove' gevels, massieve bebouwing aan de zuidzijde als afschermende wand of het situeren van onbebouwde ruimte als parkeerplaatsen en plantsoenen zo dicht mogelijk tegen de bedrijfsgebouwen. Door één of meerdere van deze maatregelen toe te passen, is woningbouw met een acceptabel woon- en leefklimaat mogelijk op de locaties direct ten noorden en ten oosten van de Heidehal en het bowlingcentrum. Deze maatregelen worden afgewogen bij de verdere uitwerking van de woningbouwplannen voor deze delen van Het Blok.

In de uitwerkingsregels is hiertoe een waarborgende regeling opgenomen. Voor wat betreft geluidhinder vanwege eventuele bedrijven binnen Het Blok wordt opgemerkt dat ook dit bij uitwerking nader moet worden afgewogen. Overigens zijn bij recht alleen bedrijfsactiviteiten tot en met categorie 2 toegestaan. Binnen een gemengd gebied zijn dergelijke activiteiten doorgaans goed inpasbaar.

Ten aanzien van de bestaande woningen op Het Eiland wordt bovendien opgemerkt dat de afstand tot Het Blok zodanig is, dat vanwege bedrijven op laatstgenoemde locatie geen onaanvaardbare geluidhinder zal ontstaan voor de bedoelde woningen.

4.4.3 Besluit milieueffectrapportage (m.e.r.)

Op grond van hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer en het Besluit milieueffectrapportage (Besluit m.e.r.) is het noodzakelijk om ten behoeve van een bestemmingsplan dat kaderstellend is voor of een besluit neemt over projecten met grote milieugevolgen een milieueffectrapportage te doorlopen. Onderdeel C van de bijlage Besluit m.e.r. geeft de omvang van dergelijke projecten.

Van andere projecten moet het bevoegd gezag beoordelen of deze projecten belangrijke negatieve gevolgen voor het milieu kunnen hebben. Deze projecten staan in onderdeel D van de bijlage Besluit m.e.r. Hierbij geldt sinds de aanpassing van het Besluit m.e.r. per 1 april 2011 de omvang als richtwaarde en niet als absolute drempelwaarde. Daarom is altijd een toets noodzakelijk of sprake is van een project met grote milieugevolgen. Deze toets dient plaats te vinden aan de hand van de criteria van Bijlage III, van de EU-richtlijn m.e.r. De hoofdcriteria waaraan moet worden getoetst zijn: kenmerken van de projecten, plaats van de projecten en kenmerken van het potentiële effect. Het mag duidelijk zijn dat wanneer een project ruim beneden de omvang uit de bijlage van het Besluit m.e.r. blijft, deze beoordeling beknopt kan zijn.

Dit bestemmingsplan valt onder de D-lijst van het Besluit m.e.r. Het aantal te realiseren woningen blijft onder de 2000. Hiervoor geldt dan de vergewisplicht.

4.4.4 Externe veiligheid

LPG-tankstation

Toekomstige situatie LPG-tankstation

In de huidige situatie wordt voldaan aan de normen voor het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. In het invloedsgebied zijn geen planontwikkelingen voorzien. Ook in de toekomstige situatie wordt daarom voldaan aan de risiconormen.

Maatgevend scenario LPG-tankstation

Het maatgevend scenario bij een LPG-tankstation is een gaswolkexplosie als gevolg van de ondergrondse tank. Bij zeer stabiel weer bestaat de grootste kans op vorming van een vrije gaswolk, met een effectafstand van circa 240 meter. De grootste effectafstand treedt echter op bij hoge windsnelheid, tot ongeveer 300 meter.

Rampenbestrijding LPG-tankstation

Voor de gemeente als geheel is op 21 juni 2005 het crisisbeheersingsplan gemeente Nieuwegein vastgesteld. Voor het plangebied is geen apart rampenbestrijdingsplan. Wel is er een model rampbestrijdingsplan LPG veiligheidsregio Utrecht i.o. De brandweer zal trachten de uitstroomopening te dichten, ontstekingsbronnen te verwijderen uit de directe omgeving en de gaswolk te verdunnen door deze te vernevelen en te sturen. In de nabijheid van het tankstation zorgt het aanwezige open water voor voldoende bluswater (bereikbaar en bruikbaar). Het is de taak van de politie om het gebied af te zetten bij een vertraagde gaswolkontsteking. Direct na aankomst zal de beslissing genomen worden of de omgeving geëvacueerd moet worden. De procedure en organisatie hiervoor is in het crisisbeheersingsplan opgenomen.

Zelfredzaamheid LPG-tankstation

Onder zelfredzaamheid wordt de mogelijkheid verstaan om zichzelf in geval van een incident tijdig in veiligheid te kunnen brengen. Dat wil zeggen dat omwonenden en ook medewerkers zonder hulp van hulpdiensten op een plaats weten te komen waar zij de schadelijke effecten niet ondervinden. In het gedeelte van het invloedsgebied dat over het plangebied valt, bevinden zich McDonald's, het HTC en de Home Boxx. Hier zijn geen knelpunten wat betreft de zelfredzaamheid. De afstand om tot buiten het effectgebied te vluchten is relatief kort (300 meter).

Buisleidingen

Toekomstige situatie buisleidingen

Binnen het invloedsgebied van de brandstofleiding van defensie en van de 12"-aardgastransportleiding worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Dit betekent dat ook in de toekomstige situatie het groepsrisico vanwege deze twee buisleidingen beneden de oriëntatiewaarde ligt.

In het invloedsgebied van de 36"-aardgastransportleiding zijn nieuwe woningen en voorzieningen gepland. Dit leidt tot een toename van het aantal personen dat binnen het invloedsgebied verblijft. Uit berekeningen met het rekenprogramma Carola blijkt dat er sprake is van een beperkte invloed op de hoogte van het groepsrisico. Door de grote aantallen personen in de huidige situatie als gevolg van de beurs- en congresgebouwen, heeft de bouw van de extra woningen en voorzieningen slechts een kleine toename van het groepsrisico tot gevolg. De overschrijdingsfactor van de oriëntatiewaarde komt maximaal uit op 9,191.

In de huidige situatie is reeds sprake van een forse normoverschrijding. Overschrijding van de normen voor het groepsrisico is ongewenst. De gemeente heeft eerder besloten in principe geen overschrijdingen van het groepsrisico te accepteren (raadsvoorstel beleidsvisie externe veiligheid 2007-304). Voor een sanering is de gemeente echter afhankelijk van de medewerking van de Gasunie.

Het ministerie van Infrastructuur en Milieu is voorafgaand aan de inwerkingtreding van het Besluit externe veiligheid buisleidingen met de Gasunie overeengekomen dat zij bestaande knelpunten oplost. Als acceptabel risiconiveau hanteert het ministerie hierbij de oriëntatiewaarde van het groepsrisico. In 2011 hebben gemeenten bestaande knelpunten met betrekking tot het groepsrisico bij de Gasunie aangedragen. De Gasunie toetst of er sprake is van een overschrijding van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico. Ook wordt gecontroleerd of de beschouwde bevolkingsgegevens zijn gebaseerd op bouwmogelijkheden uit geldende bestemmingsplannen die voor de inwerkingtreding van het Besluit externe veiligheid buisleidingen, zijn vastgesteld. Dit is bij Blokhoeve het geval. Per brief van 25 januari 2012 heeft de Gasunie de gemeente laten weten dat er sprake is van een 'erkend aandachtspunt groepsrisico'.

Alternatieve ruimtelijke inrichting

Een alternatieve ruimtelijke inrichting zonder nieuwe woningen (bijvoorbeeld park of sportterreinen) heeft in dit geval nauwelijks een positief effect op de hoogte van het groepsrisico. De overschrijdingsfactor van de oriëntatiewaarde blijft ongeveer 9. Een alternatieve ruimtelijke inrichting helpt dus niet de hoogte van het groepsrisico aanzienlijk te beperken. Daarnaast is inrichten als park of parkeerplaats vanuit ruimtelijk oogpunt geen wenselijk alternatief, omdat dan onbebouwde grond binnen bestaand bebouwd gebied van Nieuwegein en op korte afstand van een halte van hoogwaardig openbaar vervoer onbenut blijft.

Maatregelen ter beperking van het groepsrisico

De erkende aandachtspunten groepsrisico worden door de Gasunie op een lijst met te saneren groepsrisicosituaties geplaatst. In overleg met het ministerie van Infrastructuur en Milieu wordt een volgorde van prioriteit bepaald. Als eerste stap wordt door de Gasunie de maatregel 'strikte begeleiding van werkzaamheden' als beschreven in de Handleiding risicoberekeningen Bevb ingevoerd voor de erkende groepsrisicosituaties. Het groepsrisico wordt dan met een factor 2,5 verlaagd. Voor Blokhoeve is dit niet toereikend. Op locaties waar dat nodig is, zal de Gasunie vanaf 2014 aanvullende fysieke maatregelen nemen, in volgorde van prioriteit en voor zover het budget het toelaat.

De Gasunie heeft de gemeente laten weten dat de maatregel 'betonplaten met waarschuwingslint' over een lengte van 550 meter de enige maatregel is, waardoor het groepsrisico beneden de oriëntatiewaarde komt te liggen. De overschrijdingsfactor met deze maatregelen bedraagt 0,89. Op grond van de brief van de Gasunie gaat de gemeente ervan uit dat de Gasunie zorgdraagt voor de uitvoering van voorgaande maatregelen en dat dit ergens in de periode 2014-2019 gebeurt.

Het gegeven dat de bouw van extra woningen slechts leidt tot een beperkte toename van het groepsrisico en dat in de planperiode maatregelen worden uitgevoerd ter beperking van het groepsrisico, maakt dat de gemeente de bouw van extra woningen en voorzieningen in Het Blok in de komende tien jaar aanvaardbaar acht, ondanks de huidige overschrijdingsfactor van het groepsrisico. Wel zal de gemeente de situatie bij de vaststelling van de uitwerkingsplannen in de komende planperiode opnieuw beoordelen.

Maatgevend scenario buisleidingen

Een ongeluk met de aardgastransportleiding is maatgevend voor het hele plangebied (en niet het LPG-tankstation of de brandstofleiding). Grondroeren, het verrichten van grondwerkzaamheden door derden in de nabijheid van deze leiding, is de belangrijkste risicofactor. Door breuk of beschadiging van de leiding vindt uitstroming van gas onder hoge druk plaats. Directe ontsteking van het ontsnapte gas bij een breuk resulteert in een vuurbal gevolgd door een brandende verticale fakkel (jet) van enkele honderden meters. Deze geeft zoveel warmtestraling af dat aanwezigen in de directe omgeving hieraan overlijden. Voor de 36 inch-leiding ligt de stralingsbelastingscontour van 35 kW/m² (100% letaliteit) op 180 meter en het 1%-letaliteitsgebied op 430 meter. Een ander mogelijk scenario is een uitstroming met vertraagde ontsteking wat resulteert in een gaswolkexplosie. Dit scenario is echter nog minder waarschijnlijk.

Rampenbestrijding buisleidingen

Het aardgas dat door het transportleidingennet getransporteerd wordt, is geurloos (al zijn eventuele kleine verontreinigingen meestal wel te ruiken). Daardoor kan bij een klein gat (ponsgat tot ca. 20 mm) het enige tijd duren voordat de lekkage ontdekt wordt. Bij een dergelijke lekkage zal de druk in het buisleidingensysteem niet noemenswaardig veranderen, waardoor zowel de leidingbeheerder als afnemer niets significants opmerken. Wanneer lekkage ontdekt wordt en de melding binnenkomt bij de brandweer, politie of leidingbeheerder, zullen deze de relevante instanties alarmeren en zich naar de plaats van het incident begeven. De medewerking van de leidingbeheerder (Gasunie) is onontbeerlijk. Alleen de leidingbeheerder is immers in staat om eventueel het buisleidingtransport stil te leggen (soms is het juist veiliger dit niet te doen). De leidingbeheerder beschikt over een 24-uurs wachtdienst, waarvan de deskundige zich zo snel mogelijk ter plaatse begeeft om de situatie te beoordelen. De opkomsttijd kan 0,5 tot 2,5 uur bedragen, maar tijdens het aanrijden is deze wel telefonisch beschikbaar. De Gasunie beschikt over een "SOS-contract" met een gespecialiseerde firma voor het leveren van specialistisch materieel en deskundigheid tijdens een incident. Dit bronbestrijdingsteam heeft onder andere als taak het lek te beheersen.

De taken voor de hulpdiensten brandweer, politie en GHOR (Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen) wijken in principe niet af van de reguliere taken tijdens incidentbestrijding, zoals vastgelegd in het gemeentelijke crisisbeheersingsplan (voor de hogedruk gasleiding is geen apart rampbestrijdingsplan). Hierin staan de procedures beschreven voor opschaling en afzetting van de omgeving. Het is raadzaam om bij een buisleidingincident op te schalen tot minimaal GRIP1, aangezien dit type incident om veel afstemming vraagt tussen verschillende diensten.

Zelfredzaamheid

Het invloedsgebied valt over het plangebied in een strook van 430 meter vanaf de aardgastransportleiding A-510. Aard en aantal van de ontsluitingswegen in het plangebied is voldoende te noemen. In het plangebied komen geen objecten met verminderde zelfredzaamheid voor, met uitzondering van het geplande kinderdagverblijf in de plint van het appartementengebouw op Het Eiland. Voor dit object wordt bij een eventuele calamiteit de speciale aandacht van de brandweer gevraagd.

Conclusie

In het plangebied wordt voor alle relevante risicobronnen voldaan aan de norm voor het plaatsgebonden risico. Voor het LPG-tankstation, de brandstofleiding van defensie en de 12"-aardgastransportleiding (W-518-03) wordt ook voldaan aan de oriëntatiewaarde van het groepsrisico. De hoogte van het groepsrisico vanwege de 36"-aardgastransportleiding bedraagt 9 maal de oriëntatiewaarde. De geplande extra woningen en voorzieningen op Het Blok leiden tot een kleine toename van het groepsrisico. In de komende planperiode worden maatregelen getroffen om de hoogte van het groepsrisico te beperken tot maximaal de oriëntatiewaarde. Na deze sanering door de Gasunie is de hoogte van het groepsrisico in het plangebied van alle relevante risicobronnen acceptabel. Verder worden door dit bestemmingsplan de mogelijkheden tot zelfredzaamheid of rampenbestrijding niet nadelig beïnvloed. Op grond van het bovenstaande acht de gemeente de huidige situatie met betrekking tot externe veiligheid geen belemmering voor het mogelijk maken van nieuwe woningen en voorzieningen in Het Blok in Blokhoeve.

4.4.5 Luchtkwaliteit

Er is een onderzoek uitgevoerd om te bezien in hoeverre de geplande ontwikkelingen in Blokhoeve zich verenigen met de wettelijke eisen op het gebied van luchtkwaliteit (Royal Haskoning, Luchtkwaliteitsonderzoek Ontwikkelingslocatie Blokhoeve Nieuwegein, 3 januari 2012). In de Wet milieubeheer is een flexibele koppeling aanwezig tussen ruimtelijke ontwikkelingen en luchtkwaliteit. Projecten die 'Niet in betekenende mate' (NIBM) bijdragen aan de luchtverontreinigingen hoeven niet afzonderlijk getoetst te worden aan de wettelijke luchtkwaliteitsnormen (in de vorm van grenswaarden).

Het begrip NIBM bijdragen speelt dus een belangrijke rol in de regelgeving en is uitgewerkt in het Besluit 'Niet in betekenende mate bijdragen' en de Regeling 'Niet in betekenende mate bijdragen'. In de regelgeving zijn alleen voor de componenten NO2 en PM10 NIBM-grenzen opgenomen, aangezien dit in Nederland de meest kritische componenten zijn. Een project is NIBM als aannemelijk is dat het project een toename van de afzonderlijke concentraties van de componenten NO2 en PM10 veroorzaakt van maximaal 3% van de jaargemiddelde grenswaarden van NO2 en PM10. Dit komt overeen met 1,2 µg/m3. Deze maximale bijdrage is van toepassing op de minst gunstige plaats ('worst-place' benadering).

In de Regeling NIBM is categorie 'a' opgenomen, welke de realisatie van 1.500 woningen toestaat bij één ontsluitingsweg en 3.000 woningen bij twee ontsluitingswegen. Ervan uitgaande dat er één ontsluitingsweg is en dat een woning één verkeersbeweging per etmaal veroorzaakt (conservatieve schatting) betekent dit dus dat 1.500 verkeersbewegingen per etmaal een NIBM bijdrage aan de luchtkwaliteit veroorzaken. Wanneer het plan Blokhoeve dus minder dan 1.500 verkeersbewegingen per etmaal veroorzaakt, kan dit project als NIBM worden aangemerkt.

In de mobiliteitstoets van het plan Blokhoeve is weergegeven dat de bedrijfsvloeroppervlakte met commerciële functies 9,5 verkeersbewegingen per etmaal per 100 m2 oplevert (CROW-kentallen). Het te realiseren maximale oppervlak bedraagt 6.000 m2 wat resulteert in 570 verkeersbewegingen per etmaal. Wanneer hierbij het maximale aantal te realiseren woningen wordt opgeteld, te weten 375 woningen à 1 verkeersbeweging per woning resulteert dit in een totale verkeersintensiteit van 945 verkeersbewegingen per etmaal.

De totale verkeersintensiteit van 945 verkeersbewegingen per etmaal is onder de 1.500 verkeersbewegingen per etmaal gelegen. Hieruit kan dus geconcludeerd worden dat het plan Blokhoeve NIBM is. Hierbij kan nog worden opgemerkt dat in deze beschouwing is uitgegaan van conservatieve schattingen omtrent het aantal verkeersbewegingen per woning waarop NIBM is vastgesteld (in de mobiliteitscan wordt uitgegaan van 5,5) en het aantal ontsluitingswegen naar het plangebied (de woningen van The Edge fase 2 en op Het Eiland zijn ontsloten op de Taludweg).

Wanneer hierbij de overige artikelen uit het Besluit worden meegenomen, zoals de anticumulatieregel (artikel 5), blijkt dat ook aan deze artikelen wordt voldaan. Dit betekent dat de ontwikkeling van Blokhoeve als NIBM kan worden aangemerkt. Hieruit volgt dat ongeacht de reeds heersende luchtkwaliteit ter plaatse, de realisatie van het plan Blokhoeve ten aanzien van luchtkwaliteit mogelijk is en niet zal leiden tot knelpunten.

Monitoringstool

Voor een inzicht in de toekomstige luchtkwaliteit is met behulp van de Monitoringstool voor de jaren 2015 en 2020 de concentratie NO2 inzichtelijk gemaakt. De gemeente Nieuwegein heeft bij invoer van de verkeersprognoses in de Monitoringstool expliciet rekening gehouden met de gehele ontwikkeling van het plangebied Blokhoeve. Naar verwachting zijn langs de A.C. Verhoefweg ten zuiden van het kruispunt met de Symfonielaan de NO2-concentraties tussen de 37 en 38 µg/m³ gelegen. Langs de overige ontsluitingswegen zijn alle concentraties beneden de 37 µg/m³ gelegen. Dit betekent dat zich naar verwachting langs de ontsluitingswegen geen knelpunten voordoen in 2015. Dit geldt ook voor 2020. De concentraties liggen dan naar verwachting overal beneden de 37 µg/m³ (zie figuur 4.9). Dit blijft relatief hoog, waardoor de A.C. Verhoefweg een aandachtspunt blijft voor wat betreft luchtkwaliteit.

afbeelding "i_NL.IMRO.0356.BPBH2012-OH01_0020.png"

Figuur 4.9: Resultaten concentratie NO2 (2020) rond het plangebied zoals opgenomen in de Monitoringstool.