direct naar inhoud van Artikel 16 Leiding - Leidingstrook
Plan: Blokhoeve 2012
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0356.BPBH2012-OH01

Artikel 16 Leiding - Leidingstrook

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Leidingstrook' bestemde gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van leiding - gas' voor ondergrondse aardgasleidingen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van leiding - brandstof' voor ondergrondse brandstofleidingen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van leiding - hoogspanningsverbinding' voor een hoogspanningsverbinding.

Ten dienste van en in verband met deze bestemming zijn toegelaten:

  • d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
16.2 Bouwregels
16.2.1

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming.

16.2.2

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

16.2.3

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van leiding - hoogspanningsverbinding' mag de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 35 meter bedragen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van leiding - gas' en 'specifieke vorm van leiding - brandstof' mag de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 3 meter bedragen.
16.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan in afwijking van het bepaalde in lid 16.2.1 en 16.2.2 een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van de andere bestemming en toestaan dat bouwwerken worden gebouwd, mits:

  • a. hierdoor de veiligheid van de aardgastransportleiding niet wordt geschaad en er geen kwetsbare objecten of verblijfsgebouwen worden toegelaten;
  • b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.
16.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (aanlegomgevingsvergunning)
16.4.1 Verbod zonder aanlegomgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Leidingstrook' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. ten aanzien van de aanduidingen 'specifieke vorm van leiding - gas' en 'specifieke vorm van leiding - brandstof':
    • 1. het permanent opslaan van goederen;
    • 2. het veranderen van het huidige maaiveldniveau door bodemverlagen, egaliseren, afgraven of ophogen;
    • 3. het aanbrengen of rooien van diepwortelende beplantingen en/of bomen;
    • 4. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of ander wijze indrijven van voorwerpen;
    • 5. diepploegen;
    • 6. het aanleggen van andere kabels en leidingen dan in de doeleindenomschrijving aangegeven, en daarmee verband houdende constructies;
    • 7. het aanleggen van watergangen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande watergangen;
  • b. ten aanzien van de aanduiding 'specifieke vorm van leiding - hoogspanningsverbinding':
    • 1. het aanbrengen van hoogopgaande beplantingen en/of bomen;
    • 2. het veranderen van de maaiveldhoogte of het (grond)waterpeil met meer dan 0,5 meter;
    • 3. het afgraven of anderszins roeren roeren van gronden, dieper dan 0,5 meter, binnen een afstand van 10 meter van een hoogspanningsmast;
    • 4. het opslaan van materialen of stoffen die onder bepaalde omstandigheden gevaar van brand of explosie kunnen opleveren;
    • 5. het aanbrengen van een bovengrondse constructies, installaties of apparatuur, hoger dan 2,5 meter.
16.4.2 Uitzondering op het verbod

Het verbod als bedoeld in lid 16.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
16.4.3 Voorwaarden voor een aanlegomgevingsvergunning

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 16.4.1 zijn slechts toelaatbaar, mits:

  • a. hierdoor de veiligheid van de aardgastransportleiding niet wordt geschaad en er geen kwetsbare objecten of verblijfsgebouwen worden toegelaten;
  • b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.