direct naar inhoud van Regels
Plan: Sportpark Blikkenburg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0355.SportparkBburg-VS02

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan Sportpark Blikkenburg met identificatienummer NL.IMRO.0355.SportparkBburg-VS02 van de gemeente Zeist;

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0355.SportparkBburg-VS02 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen);

1.3 aanduiding

en geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.4 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.5 aan sport verwante functies

aan sportvoorzieningen verwante detailhandels-, kantine- en serviceverleningsfuncties, die in omvang ondergeschikt zijn aan deze sportvoorziening en geen zelfstandige functie vormen;

1.6 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

1.7 bebouwingspercentage

de oppervlakte van de bebouwing binnen het bouwvlak, het woningvlak of, bij afwezigheid daarvan, het bestemmingsvlak, uitgedrukt in een percentage van de oppervlakte van dat vlak;

1.8 bestaand gebouw, inhoud, omvang

gebouw, inhoud, omvang, zoals die of dat bestaat of rechtens mag bestaan op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerp van het plan;

1.9 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

1.10 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.11 bevoegd gezag

het bestuursorgaan zoals bedoeld in artikel 1.1, lid 1, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, dan wel bij het ontbreken van een bestuursorgaan als bedoeld in dat artikellid, burgemeester en wethouders;

1.12 bijbehorende bouwwerken (bijgebouwen / aan- en uitbouwen)

uitbreiding van een hoofdgebouw, dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;

1.13 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.14 bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

1.15 bouwlaag

een voor mensen toegankelijk deel van een gebouw, dat aan de onder- en bovenzijde door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren wordt begrensd;

1.16 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.17 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel;

1.18 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.19 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.20 bruto horecavloeroppervlakte

de som van de vloeroppervlakten, die voor horeca gebruikt worden, gemeten langs de buitenomtrek, inclusief binnen- en buitenmuren en installatieruimtes, maar exclusief de met sport en/of recreatie gedeelde voorzieningen zoals gedeelde entrees, toilet- en/of schoonmaakruimtes.

1.21 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.22 hoofdgebouw

gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;

1.23 horeca

horecabedrijven die gelet op de aard en de omvang zowel uit functionele als uit milieu-overwegingen in geringe mate storend werken op de bestaande en/of toekomstige functies van de omgeving van deze bedrijven en waarbij het accent ligt op het verstrekken van lunches, snacks en diners (bijvoorbeeld een cafetaria, lunchroom, tearoom, broodjeszaak, ijssalon et cetera) met 21:00 als sluitingstijd. Uitsluitend voor gebruik door betrokkenen bij de sportactiviteiten, kan met maximaal 1 uur na afloop van de laatste wedstrijd of training worden afgeweken van de sluitingstijd;

1.24 maatschappelijke voorzieningen

voorzieningen ter zake van religie, verenigingsleven, onderwijs, opvoeding, kinderopvang, gezondheidszorg, bejaardenzorg en andere openbare en bijzondere dienstverlening en voorzieningen;

1.25 nutsvoorziening

een voorziening ten behoeve van het openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, schakelhuisjes, duikers, gemaalgebouwtjes en telefooncellen;

1.26 onderbouw

een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,2 m boven peil is gelegen;

1.27 peil
  • a. voor een gebouw waarvan de hoofdtoegang direct aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  • b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein voorafgaand aan het verlenen van een omgevingsvergunning voor bouwen;
  • c. indien in, op, of over het water wordt gebouwd: het gemiddelde waterpeil;
  • d. indien de onder a tot en met c genoemde peilen in het veld aanleiding geven tot onduidelijkheid, een door of namens het bevoegd gezag aan te wijzen peil;
1.28 voorgevel

de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die door de ligging, de situatie ter plaatse en/of de indeling van het gebouw als voorgevel moet worden aangemerkt;

1.29 voorgevelrooilijn

de lijn die horizontaal loopt door het buitenwerks vlak van de voorgevel, tot aan de perceelsgrenzen;

1.30 zijdelingse perceelsgrenzen

de grenzen van een bouwperceel aan de zijkanten van het bijbehorende hoofdgebouw.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.2 de dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

2.3 de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.4 de inhoud van een bouwwerk

tussen de bovenzijde van de onderste vloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.5 de ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het diepste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals liftschachten, trappenhuizen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.6 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts dan wel opwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

2.7 het bebouwingspercentage

de som van de oppervlakten van alle bouwwerken binnen een bouwvlak, uitgedrukt in een percentage van dat vlak;

2.8 lengte of breedte van een bouwwerk

Tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van gemeenschappelijke scheidingsmuren).

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' uitsluitend een nutsvoorziening;
  • b. wegen met bijbehorende paden en bermen;
  • c. parkeer- en overige voorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in lid 3.1 mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. bedrijfsgebouwen ten behoeve van de onder 3.1 genoemde bedrijven;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals palen, masten, verkeers-, reclame- en andere tekens, technische installaties en erf- of perceelafscheidingen.

3.2.2 Bouwen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in 3.2.1 gelden de volgende bepalingen:

  • a. de gebouwen zijn uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan;
  • b. het bebouwingspercentage van het bouwvlak mag 100% bedragen, tenzij op de verbeelding een ander maximum bebouwingspercentage voor het bouwvlak of een gedeelte van het bouwvlak is aangeduid;
  • c. ter plaatse van de aanduiding nutsvoorziening mag de bouwhoogte niet meer dan 3 meter bedragen;
  • d. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:

Bouwwerken   maximale bouwhoogte (in m)  
palen, masten, verkeerstekens, technische installaties   10  
communicatiemasten   15  
communicatiemasten op gebouwen   8  
erf- of perceelafscheidingen   2  
overkappingen, luifels en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde   5  
  • e. lichtreclame uitingen en reclame uitingen – anders dan ondergeschikte reclame op verwijzings- en/of naamborden – , gericht op het publiek buiten het sportpark zijn niet toegestaan.

Artikel 4 Groen - Beeldbepalend

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen - Beeldbepalend' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen met cultuurhistorische, landschappelijke en ecologische waarden;
  • b. watergangen en waterpartijen met cultuurhistorische, landschappelijke en ecologische waarden;
  • c. in- en uitritten, kruisende ontsluitingen, entrees en andere ondergeschikte verhardingen; en
  • d. de instandhouding van de karakteristieke, met de historische ontwikkeling samenhangende ruimtelijke structuur en de daar voorkomende monumenten, ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden'.
  • e. behoud en versterking van de landschappelijke en ecologische waarden onder andere door het plaatsen van inheemse soorten ter plaatste van de aanduiding 'landschappelijke waarde bomenrij met houtwal met ecologische waarde'
4.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. op en in de gronden als bedoeld in lid 4.1 mogen uitsluitend worden gebouwd bij de bestemming behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:

Bouwwerken   Max. bouwhoogte (in m)  
licht- en andere masten   4  
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde   3  
4.3 Specifieke gebruiksregels
4.3.1 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het in gebruik hebben van verlichtingsbronnen, die zorgen voor een lichtemissie van meer dan 2 lux tussen 7 en 23 uur en/of 1 lux tussen 23 en 7 uur.
  • b. het in gebruik hebben van verlichtingsbronnen, die zorgen voor een lichtemissie op de Blikkenburgervaart.
4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.4.1 Vergunningplicht

Het is verboden om op of in de gronden met de bestemming ‘Groen - Beeldbepalend’ zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen, veranderen en dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen;
  • b. het vellen en rooien van bomen, hakhout en andere houtopstanden en het verrichten van handelingen, die de dood of ernstige beschadiging daarvan ten gevolge hebben of kunnen hebben;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' het bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder begrepen het kweken en telen van bomen, struiken en heesters.
4.4.2 Uitzondering vergunningplicht

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 4.4.1 is niet vereist voor de volgende werken of werkzaamheden:

  • a. in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  • b. als bedoeld in lid 4.4.1, onder a, voorzover daarvoor een omgevingsvergunning voor bouwen is vereist;
  • c. waarmee is of mag worden begonnen op het tijdstip van onherroepelijk worden van het plan.
4.4.3 Toelaatbaarheid werken en werkzaamheden

Werken en werkzaamheden, als bedoeld in lid 4.4.1, zijn slechts toelaatbaar:

  • a. indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de voor Groen - Beeldbepalend aangewezen gronden, welke het plan beoogt te beschermen,
    • 1. niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel
    • 2. de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
  • b. voor gronden zoals bedoeld in Artikel 8 Waarde - Cultuurhistorie - 1, indien door de uitvoering daarvan, dan wel de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen,
    • 1. daardoor de karakteristieke, met de historische ontwikkeling samenhangende ruimtelijke structuur en stedenbouwkundige kwaliteit van het beschermde stads- en dorpsgezicht niet onevenredig worden aangetast, en
    • 2. ter zake advies is ingewonnen bij de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit of diens opvolger;
  • c. voor gronden zoals bedoeld in Artikel 9 Waarde - Cultuurhistorie - 2, indien door de uitvoering daarvan, dan wel de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen:
    • 1. daardoor cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden aangetast; en
    • 2. ter zake advies is ingewonnen bij de Monumentencommissie van de gemeente Zeist.

Artikel 5 Sport

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sport en recreatie, niet zijnde verblijfsrecreatie;
  • b. groenvoorzieningen;
  • c. speeltoestellen;
  • d. parkeren uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
  • e. de daarbij behorende aan sport verwante functies, zoals gedefinieerd in lid 1.5;
  • f. horeca- activiteiten, ter plaatse van de aanduiding 'horeca', met dien verstande dat horeca-terrassen alleen zijn toegestaan ten behoeve van de functie van direct aangrenzende deel van het hoofdgebouw;
  • g. behoud en versterking van de landschappelijke waarde onder andere door het plaatsen van inheemse soorten ter plaatste van de aanduiding 'landschappelijke waarde bomenrij';
  • h. ontsluitingswegen, wandelpaden met bijhorende voorzieningen;

met buiten de aanduidingen 'landschappelijke waarde bomenrij' daaraan ondergeschikt:

  • i. nutsvoorzieningen, waaronder begrepen installaties ten behoeve van de opwek van duurzame energie;
  • j. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, almede daarbij behorende voorzieningen, zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen;
  • k. een en ander zoals in hoofdlijnen is aangegeven in de Visie Sportpark Blikkenburg-west zoals opgenomen in Bijlage 1 van de regels.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in lid 5.1 mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen; en
  • b. bij een en ander behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals reclametekens, licht-, vlaggen- en andere masten, ballenvangers, beeldende kunstwerken, straatmeubilair, sport- en speeltoestellen en hekwerken.
5.2.2 Bouwen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 5.2.1, gelden de volgende eisen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen bouwvlakken worden gebouwd, waarbij geldt dat per bouwvlak maximaal één hoofdgebouw is toegestaan met een maximaal oppervlak van 1.200 m2; 
  • b. ter plaatse van de aanduidingen 'maximum goothoogte' en 'maximum bouwhoogte' mogen de aangeduide hoogtes niet worden overschreden;
  • c. In afwijking van het bepaalde onder a mogen dug-outs buiten het bouwvlak worden gebouwd, waarbij geldt dat per sportveld, maximaal twee dug-outs zijn toegestaan met ieder een maximaal oppervlakte van 10 m2 en een maximale bouwhoogte van 3 meter;
  • d. per hoofdgebouw mag maximaal 100 m2 aan bijgebouwen voor ondergeschikt gebruik gerealiseerd worden. Voor deze bijgebouwen geldt een maximale bouwhoogte van 3 meter. In afwijking van het bepaalde onder a mag deze 100 m2 gedeeltelijk of geheel buiten het bouwvlak worden gerealiseerd.
  • e. lichtreclame uitingen en reclame uitingen – anders dan ondergeschikte reclame op verwijzings- en/of naamborden – , gericht op het publiek buiten het sportpark zijn niet toegestaan;
  • f. vrijstaande overkappingen zijn niet toegestaan;
  • g. toegestaan zijn overkappingen aan uitsluitend de kopse kant het hoofdgebouw van maximaal 1 meter, gemeten vanaf de buitengevel;
  • h. in afwijking van lid g, is het mogelijk om slechts één overkapping te bouwen, die onlosmakelijk verbonden is met de kopse kant van het hoofdgebouw, met een oversteek van maximaal 3 meter;
  • i. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:

Bouwwerken   maximale bouwhoogte (in meters)  
Licht- en andere masten   18  
Beeldende kunstwerken   10  
Ballenvangers   8  
Luifels   4  
Erf- of perceelafscheidingen   2  
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde   3  
5.2.3 Het bouwen van een steiger

Het bouwen van een steiger is slechts toegestaan wanneer aangetoond is dat de ecologische waarden van water en oever niet in ernstige mate aangetast worden, noch door de bouw van de steiger, noch door het gebruik dat de steiger mogelijk maakt.

5.2.4 Voorwaardelijke verplichting sloop

Het gebruik van het nieuwe hoofdgebouw, dat gerealiseerd kan worden op grond van artikel 5.1 en 5.2, is uitsluitend toegestaan indien het oude clubgebouw en het gebouw van Blik & Burgers met de bij deze twee gebouwen behorende overige gebouwen, bouwwerken en verhardingen, binnen 6 maanden na ingebruikname van het nieuwe gebouw, geheel gesloopt en afgevoerd is.

5.2.5 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de stedenbouwkundige, landschappelijke inpassing en ligging van gebouwen en bouwwerken als bedoeld in lid 5.2.2.

5.3 Specifieke gebruiksregels
5.3.1 Maximaal vloeroppervlakte horeca

Van het in lid 5.2.2 onder a genoemde vloeroppervlak mag maximaal 275 m2 worden gebruikt voor horeca. Van de gronden met de aanduiding 'horeca' mag maximaal 450 m2 gebruikt worden ten behoeve van een terras voor de horeca.

5.3.2 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het in gebruik hebben van meer dan 275 m2 als gebouwd bruto horecavloeroppervlakte ten behoeve van horeca;
  • b. het in gebruik hebben van verlichtingsbronnen, die zorgen voor een lichtemissie van meer dan 2 lux tussen 7 en 23 uur, ter plaatse van aangrenzende gronden met de bestemming 'Groen - Beeldbepalend', en/of 1 lux tussen 23 en 7 uur.
  • c. het in gebruik hebben van verlichtingsbronnen, die zorgen voor een lichtemissie op de Blikkenburgervaart.
  • d. het combineren van al dan niet vergunningvrije zon- en windwering op een terras, op een wijze waardoor het terras feitelijk kan functioneren als een gebouwde, inpandige horeca omgeving.
5.3.3 Voorwaardelijke verplichting waterberging

Ingebruikname van parkeren, sportvelden, gebouwen en bouwwerken als bedoeld in lid 5.2.1 is slechts toegestaan als in het plangebied is voorzien in de aanleg van een waterberging van ten minste 45 liter per vierkante meter bebouwd oppervlak, die na 24 uur na een bui weer voor 90% beschikbaar is.

5.3.4 Voorwaardelijke verplichting groen

Het gebruik van sportvelden, gebouwen en bouwwerken als bedoeld in artikel 5.2.1 is slechts toegestaan als is voorzien in 1-op-1 compensatie binnen het plangebied als gevolg van verloren gegane bomen, struiken en heesters in overeenstemming met de visie, die is opgenomen in Bijlage 1 van deze regels. Het gebruik van de parkeervoorziening grenzend aan het Filosofenlaantje en de Blikkenburgerlaan is slechts toegestaan in geval is voorzien in de inrichting van het parkeerterrein, inclusief de omringende groenvoorzieningen, conform het schetsontwerp dat is opgesteld vooruitlopend op het inrichtingsplan zoals opgenomen in Bijlage 2 van de regels.

5.3.5 Voorwaardelijke verplichting parkeren

Het gebruik van de parkeerterreinen is slechts toegestaan indien voldaan wordt aan de volgende eisen:

  • Het parkeerterrein aan het Filosofenlaantje is uitsluitend toegankelijk tussen 7:00 uur ’s ochtends en 23:00 uur ’s avonds (uitrijden kan altijd);
  • Maatregelen zijn getroffen zodat op het parkeerterrein aan de Blikkenburgerlaan uitsluitend:

1. minder valide bezoekers van de parkeerplaats gebruik kunnen maken;

2. leveranciers van het restaurant van de parkeerplaats gebruik kunnen maken;

3. deelnemers aan de activiteiten van de kynologenclub van de parkeerplaats gebruik kunnen maken;

  • Het gebruik van het parkeerterrein naast het Filosofenlaantje is slechts toegestaan indien de gemeente effectieve maatregelen heeft getroffen om een toename van het gemotoriseerde verkeer over de Blikkenburgerlaan tussen de entree naar landgoed Blikkenburg en de entree naar de kynologenclub met meer dan 10% tegen te gaan. Hierbij wordt geteld aan de Blikkenburgerlaan tussen de beoogde nieuwe entree naar Blik & Burgers en de entree naar het landgoed Blikkenburg.
5.3.6 Voorwaardelijke verplichting spelen

Het gebruik voor Horeca is slechts toegestaan wanneer bij de horecafunctie een voor iedereen toegankelijke en voor kinderen geschikte speeltuin met functionerende speeltoestellen en met een oppervlakte van tenminste 200 m2 in stand wordt gehouden.

5.3.7 Voorwaardelijke verplichting afwatering

Gronden als bedoeld in artikel 5.1, die voorzien zijn van kunstgras, mogen slechts in gebruik genomen worden wanneer op de velden geen gebruik wordt gemaakt van SBR of enig ander systeem waardoor verontreinigende materialen uit kunnen logen of uit kunnen spoelen in het drainagewater.

Artikel 6 Verkeer

Artikel 6 Verkeer

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verhardingen voor (woon)straten, pleinen, auto-, fiets- en voetgangersverkeer en parkeervoorzieningen;
  • b. voorzieningen, zoals in- en uitvoeg- en opstelstroken en geluidwerende voorzieningen;
  • c. bermen, groen- en speelvoorzieningen; en
  • d. watergangen;
  • e. bij een en ander behorende andere voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen, beeldende kunst.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Toegestane bouwwerken

Op de gronden als bedoeld in lid 6.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals lichtmasten, informatieborden, verkeerstekens en- regelinstallaties en straatmeubilair.

6.2.2 Bouwen

Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:

Bouwwerken   maximale bouwhoogte (in meters)  
Licht- en andere masten   10  
Beeldende kunstwerken   8  
Speelvoorzieningen   5  
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde   3  

Artikel 7 Water

 

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. watergangen, waterpartijen en oeverstroken; en
  • b. waterhuishouding en waterberging;

alsmede de:

  • c. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals sluizen, kaden, oeververbindingen, bruggen, duikers, stuwen, faunapassages en nutsvoorzieningen.
7.2 Bouwregels

Op de gronden als bedoeld in lid 7.1, mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde zoals bruggen, steigers, duikers en beschoeiingen, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 4 m mag bedragen.

7.2.1 Het bouwen van een steiger

Het bouwen van een steiger is slechts toegestaan wanneer aangetoond is dat de ecologische waarden van water en oever niet in ernstige mate aangetast worden, noch door de bouw van de steiger, noch door het gebruik dat de steiger mogelijk maakt.

Artikel 8 Waarde - Cultuurhistorie - 1

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie - 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding van de karakteristieke, met de historische ontwikkeling samenhangende ruimtelijke structuur en de daar voorkomende monumenten.

8.2 Bouwregels
8.2.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning te bouwen of laten bouwen op de in 8.1 bedoelde gronden.

8.2.2 Uitzonderingen

Het verbod in 8.2.1 is niet van toepassing op het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de in het eerste lid genoemde Cultuurhistorische doeleinden, zoals terreinafscheidingen en informatie- en aanwijsborden.

8.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.2.1 voor bouwen binnen de waarden van de daar voorkomende monumenten en monumentale structuren, zolang de herkenbaarheid van deze monumenten daardoor niet wordt aangetast en daaromtrent vooraf advies is ingewonnen bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit.

8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
8.4.1 Vergunningplicht

Het is verboden om op of in de gronden met de bestemming ‘Waarde - Cultuurhistorie - 1’ zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ophogen en egaliseren van de gronden, waaronder het aanleggen van geluid- en andere wallen;
  • b. het aanleggen, veranderen en dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen;
  • c. het vellen en rooien van bomen, hakhout en andere houtopstanden en het verrichten van handelingen, die de dood of ernstige beschadiging daarvan ten gevolge hebben of kunnen hebben.
8.4.2 Uitzonderingen vergunningplicht

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 8.4.1 is niet vereist voor de volgende werken of werkzaamheden:

  • a. in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  • b. als bedoeld in lid 8.4.1, onder b, voorzover daarvoor een omgevingsvergunning voor bouwen is vereist;
  • c. waarmee is of mag worden begonnen op het tijdstip van onherroepelijk worden van het plan.
8.4.3 Toelaatbaarheid werken en werkzaamheden

Werken en werkzaamheden, als bedoeld in lid 8.4.1, zijn slechts toelaatbaar:

  • a. indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de voor Waarde - Cultuurhistorie - 1 bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen,
    • 1. niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel
    • 2. de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind;
  • b. ter zake advies is ingewonnen bij de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit of diens opvolger.
8.5 Verbod lichtreclames

Het is verboden om in 8.1 bedoelde gronden lichtreclames, inclusief aangelichte reclames, aan te leggen.

Artikel 9 Waarde - Cultuurhistorie - 2

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie - 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding van de karakteristieke, met de historische ontwikkeling samenhangende ruimtelijke structuur en de daar voorkomende monumenten.

9.2 Bouwregels
9.2.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning te bouwen of laten bouwen op de in 9.1 bedoelde gronden.

9.2.2 Uitzonderingen

Het verbod in 9.2.1 is niet van toepassing op het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de in het eerste lid genoemde Cultuurhistorische doeleinden, zoals terreinafscheidingen en informatie- en aanwijsborden.

9.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2.1 voor bouwen van bouwwerken, zolang de herkenbaarheid van deze monumenten daardoor niet wordt aangetast en daaromtrent vooraf advies is ingewonnen bij de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit.

9.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
9.4.1 Vergunningplicht

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in 9.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ophogen en egaliseren van de gronden, waaronder het aanleggen van geluid- en andere wallen;
  • b. aanleggen, veranderen en dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen;
  • c. vellen en rooien van bomen, hakhout en andere houtopstanden en het verrichten van handelingen, die de dood of ernstige beschadiging daarvan ten gevolge hebben of kunnen hebben.
9.4.2 Uitzonderingen vergunningplicht

Het in 9.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:

  • a. in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  • b. als bedoeld in lid 9.4.1, onder b, voorzover daarvoor een omgevingsvergunning voor bouwen is vereist;
  • c. waarmee is of mag worden begonnen op het tijdstip van onherroepelijk worden van het plan.
9.4.3 Toelaatbaarheid werken en werkzaamheden

Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 9.4.1, zijn slechts toelaatbaar:

  • a. indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de voor Waarde - Cultuurhistorie - 2 bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen,
    • 1. niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel
    • 2. de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind;
  • b. ter zake advies is ingewonnen bij de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit of diens opvolger.
9.5 Verbod lichtreclames

Het is verboden om in 9.1 bedoelde gronden lichtreclames, inclusief aangelichte reclames, aan te leggen.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 10 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 11 Algemene bouwregels

11.1 Bestaande en afwijkende maatvoering en situering
  • a. Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van de maatvoering en situering van gebouwen gelden de bouwregels, zoals die onder de bestemmingen en algemene bouwregels in lid 11.2 zijn voorgeschreven, dan wel de bestaande overschrijding daarvan, zoals deze op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, of kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor bouwen;
  • b. Het bepaalde onder a geldt niet voor bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
11.2 Onderkeldering van gebouwen

Voor het bouwen onder een gebouw gelden de volgende regels:

  • a. onderkeldering is uitsluitend toegestaan binnen de aangegeven bouwvlakken; `
  • b. de bouwdiepte mag maximaal 4 meter bedragen;
  • c. de ondergrondse bebouwing of halfverdiepte bebouwing mag uitsluitend onder het gebouw worden gerealiseerd, met uitzondering van ingangspartijen en voorzieningen voor de toetreding van daglicht;
  • d. de bouwhoogte van keermuren ten behoeve van ingangspartijen mag niet meer dan 1.20 meter bedragen;
  • e. de voorzieningen voor de toetreding van daglicht mogen maximaal 1 meter uit de gevel worden gebouwd.
11.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan in de omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de situering en de omvang van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. het woon- en leefklimaat;
  • c. de verkeersveiligheid.

Artikel 12 Algemene gebruiksregels

12.1 Strijdig gebruik

Als gebruik in strijd met dit bestemmingsplan wordt in ieder geval aangemerkt het gebruik van:

  • a. gronden en bouwwerken als of ten behoeve van een seksinrichting;
  • b. onbebouwde gronden:
    • 1. als stand- of ligplaats van onderkomens;
    • 2. als opslag-, stort- of bergplaats van machines, voer- en vaartuigen en andere al of niet afgedankte stoffen, voorwerpen en producten;

een en ander tenzij dit gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden.

Artikel 13 Algemene wijzigingsregels

13.1 Algemene wijzigingen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de ligging van grenzen van bestemmings- en bouwvlakken en aanduidingen te wijzigen zodanig, dat:

  • a. de geldende oppervlakte van de bij wijziging betrokken vlakken met niet meer dan 10% wordt verkleind of vergroot, en
  • b. geen van de grenzen met meer dan 10 m wordt verschoven.

Artikel 14 Algemene afwijkingsregels

Het bevoegd gezag kan afwijken van het plan:

  • a. ten behoeve van het bouwen van niet voor bewoning bestemde bouwwerken voor nutsvoorzieningen, waarvan de oppervlakte niet meer dan 30 m² en de bouwhoogte niet meer dan 3 m mag bedragen;
  • b. indien en voorzover afwijkingen ten aanzien van de ligging van bestemmings- en bouwgrenzen en van aanduidingsgrenzen noodzakelijk zijn ter aanpassing van het plan aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein, mits die afwijkingen ten opzichte van hetgeen is aangegeven niet meer dan 1 m bedragen;
  • c. ten behoeve van het bouwen van masten en bijbehorende installaties voor telecommunicatie, al of niet op of aan gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot vanaf peil een bouwhoogte van 40 m, waarbij als voorwaarde kan worden gesteld dat gebruik dient te worden gemaakt van bestaande masten voor telecommunicatie of andere bestaande hoge objecten, zoals hoge gebouwen, lichtmasten of hoogspanningsmasten, indien deze aanwezig zijn binnen een redelijke afstand van de gevraagde locatie;
  • d. voor een overschrijding van de in de regels voorgeschreven maten, afmetingen, en percentages, tot maximaal 10% van die maten, afmetingen en percentages.

Artikel 15 Overige regels

15.1 Van toepassingverklaring

Het bestemmingsplan 'Sportpark Blikkenburg', geldt in aanvulling op de regels en de verbeelding van onderstaand bestemmingsplan:

IMRO code   Naam bestemmingsplan   vastgesteld  
NL.IMRO.0355.BPParkeernormenZst-VS01   Paraplubestemmingsplan Parkeernormen Zeist   11 september 2018  

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 16 Overgangsrecht

16.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit, geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor bouwen wordt gedaan binnen 2 jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%.
  • c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.
16.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.

Artikel 17 Slotregel

Deze regels kunnen worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Sportpark Blikkenburg'.