vastgesteld |
NL.IMRO.0355.BPValckenbosch-VS01 |
Met betrekking tot luchtkwaliteit moet rekening worden gehouden met het gestelde in de Wet Milieubeheer, hoofdstuk 5, titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen en de bijbehorende bijlagen. Op basis van artikel 5.16 Wm kan, samengevat, een bestemmingsplan of ruimtelijke onderbouwing worden vastgesteld indien:
Van een verslechtering van de luchtkwaliteit "in betekende mate" als bedoeld onder c is sprake indien zich één van de volgende ontwikkelingen voordoet:
Het criterium "niet in betekende mate" kan pas worden toegepast als het NSL en de (nieuwe regionale programma"s zijn vastgesteld en dat is sedert 1 augustus 2009 het geval. Daarom kan nu van de 3%-regeling gebruik gemaakt worden (het percentage van de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie van PM10 of NO2, waarmee de luchtkwaliteit verslechtert als gevolg van het project), maar geldt de 1%-grens. Voor woningbouw betekent dat bijvoorbeeld dat de luchtkwaliteit "niet in betekende mate" verslechtert zolang het aantal woningen niet boven de 1.500 uitkomt.
Het bestemmingsplan voorziet in de toename van 4 woningen ten op zichte van wat het voorheen geldende bestemmingsplan toestaat. Dat is aanmerkelijk minder dan de grens van 1.500 woningen in het Besluit Niet in Betekenende Mate. Op basis daarvan kan worden geconcludeerd dat de beoogde ontwikkeling niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtverontreiniging.
Het besluit gevoelige bestemmingen is gericht op bescherming van mensen met een verhoogde gevoeligheid voor fijn stof en stikstofdioxide, met name kinderen, ouderen en zieken. Daartoe voorziet het besluit in zones waarbinnen luchtkwaliteitsonderzoek nodig is: 300 meter aan weerszijden van rijkswegen en 50 meter langs provinciale wegen, in beide gevallen gemeten vanaf de rand van de weg. Onderhavig plangebied ligt niet binnen voornoemde zones.
Via Geoloket van de Milieudienst Zuidoost is informatie opgevraagd over de bestaande luchtkwaliteitssituatie. Deze is in figuur 4.4 in beeld gebracht. Daaruit blijkt dat er rond het plangebied geen sprake is van een onvoldoende goede luchtkwaliteit.
Concluderend kan gesteld worden dat er geen belemmeringen zijn vanuit het aspect luchtkwaliteit voor het onderhavige bestemmingsplan.
Figuur 4.4: uitsnede uit de luchtkwaliteitskaart met daarin het plangebied aangepijld