direct naar inhoud van 4.4 Luchtkwaliteit
vastgesteld
NL.IMRO.0355.BPValckenbosch-VS01

4.4 Luchtkwaliteit

Met betrekking tot luchtkwaliteit moet rekening worden gehouden met het gestelde in de Wet Milieubeheer, hoofdstuk 5, titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen en de bijbehorende bijlagen. Op basis van artikel 5.16 Wm kan, samengevat, een bestemmingsplan of ruimtelijke onderbouwing worden vastgesteld indien:

  • a. aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan of ruimtelijke onderbouwing biedt, niet leiden tot het overschrijden van een in bijlage 2 (van de Wet Milieubeheer, hfdst. 5, titel 5.2 luchtkwaliteitseisen)opgenomen grenswaarde, of
  • b. aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan of ruimtelijke onderbouwing biedt, leiden tot een verbetering per saldo van de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof dan wel, bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, de luchtkwaliteit per saldo verbetert door een samenhangende maatregel of een optredend effect, of
  • c. aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan of ruimtelijke onderbouwing biedt, niet in betekende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht van een stof waarvoor in eerder genoemde bijlage 2 een grenswaarde is opgenomen of
  • d. het project is genoemd of beschreven dan wel past binnen een programma van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit.

Van een verslechtering van de luchtkwaliteit "in betekende mate" als bedoeld onder c is sprake indien zich één van de volgende ontwikkelingen voordoet:

  • woningbouw: 1.500 woningen netto bij 1 ontsluitende weg of 3000 woningen bij 2 ontsluitende wegen;
  • infrastructuur: 3% concentratiebijdrage (verkeerseffecten gecorrigeerd voor minder congestie);
  • kantoorlocaties: 10.000 m2 brutovloeroppervlak bij 1 ontsluitende weg, 20.000 m2 brutovloeroppervlak bij 2 ontsluitende wegen.

Het criterium "niet in betekende mate" kan pas worden toegepast als het NSL en de (nieuwe regionale programma"s zijn vastgesteld en dat is sedert 1 augustus 2009 het geval. Daarom kan nu van de 3%-regeling gebruik gemaakt worden (het percentage van de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie van PM10 of NO2, waarmee de luchtkwaliteit verslechtert als gevolg van het project), maar geldt de 1%-grens. Voor woningbouw betekent dat bijvoorbeeld dat de luchtkwaliteit "niet in betekende mate" verslechtert zolang het aantal woningen niet boven de 1.500 uitkomt.

Het bestemmingsplan voorziet in de toename van 4 woningen ten op zichte van wat het voorheen geldende bestemmingsplan toestaat. Dat is aanmerkelijk minder dan de grens van 1.500 woningen in het Besluit Niet in Betekenende Mate. Op basis daarvan kan worden geconcludeerd dat de beoogde ontwikkeling niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtverontreiniging.

Het besluit gevoelige bestemmingen is gericht op bescherming van mensen met een verhoogde gevoeligheid voor fijn stof en stikstofdioxide, met name kinderen, ouderen en zieken. Daartoe voorziet het besluit in zones waarbinnen luchtkwaliteitsonderzoek nodig is: 300 meter aan weerszijden van rijkswegen en 50 meter langs provinciale wegen, in beide gevallen gemeten vanaf de rand van de weg. Onderhavig plangebied ligt niet binnen voornoemde zones.

Via Geoloket van de Milieudienst Zuidoost is informatie opgevraagd over de bestaande luchtkwaliteitssituatie. Deze is in figuur 4.4 in beeld gebracht. Daaruit blijkt dat er rond het plangebied geen sprake is van een onvoldoende goede luchtkwaliteit.

Concluderend kan gesteld worden dat er geen belemmeringen zijn vanuit het aspect luchtkwaliteit voor het onderhavige bestemmingsplan.

Figuur 4.4: uitsnede uit de luchtkwaliteitskaart met daarin het plangebied aangepijld
afbeelding "i_NL.IMRO.0355.BPValckenbosch-VS01_0013.png"