direct naar inhoud van Regels
Plan: Stationsgebied Driebergen-Zeist
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0355.BPStationsgebDBZ-VS01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan Stationsgebied Driebergen-Zeistmet identificatienummer NL.IMRO.0355.BPStationsgebDBZ-VS01 van de gemeente Zeist;

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlage;

1.3 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.4 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.5 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

1.6 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.7 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.8 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

1.9 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.10 bouwperceelgrens:

de grens van een bouwperceel;

1.11 bouwwerk:

een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;

1.12 escortbedrijf:

het bedrijfsmatig, of in een omvang alsof die bedrijfsmatig is, prostitutie aanbieden door een natuurlijke persoon of rechtspersoon, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend, zoals escortservices en bemiddelingsbureaus;

1.13 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.14 gebruiken:

gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;

1.15 maaiveld:

de hoogte van het afgewerkte (bouw)terrein;

1.16 nutsvoorzieningen:

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalinginstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie;

1.17 omgevingsvergunning:

een vergunning voor het uitvoeren van een project dat invloed heeft op de fysieke leefomgeving, op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo);

1.18 omgevingsvergunning voor het bouwen:

omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk, op grond van de Wabo;

1.19 onderbouw:

een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1.20 m boven peil is gelegen;

1.20 ondergronds bouwen:

het bouwen van bouwwerken welke geheel beneden peil zijn gelegen;

1.21 overkapping:

een bouwwerk, omsloten door maximaal één, al dan niet tot de constructie zelf behorende wand en voorzien van een gesloten dak, waaronder begrepen een carport;

1.22 parkeervoorzieningen:

elke al dan niet overdekte stallinggelegenheid ten behoeve van gemotoriseerd verkeer;

1.23 prostitutie:

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;

1.24 seksinrichting:

een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang als zij het bedrijfsmatig, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische- of pornografische aard plaatsvinden. Hieronder wordt tevens verstaan een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub, (raam)prostitutiebedrijf en een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.25 spoorwegvoorzieningen

dienstgebouwen, stations, rails, perrons, overkappingen, fietsenstallingen, viaducten en onderdoorgangen, taluds, geluidsschermen, (keer-)muren, transformatorgebouwen, stationsvoorzieningen en vergelijkbare gebouwen en bouwwerken behoeve van railvervoer;

1.26 straatmeubilair:

de op of bij de weg behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, zoals verkeerstekens, wegbebakening, bewegwijzering, verlichting, halteaanduiding, parkeerregulerende constructies, brandkranen, informatie- en reclameconstructies, rijwielstandaards, afvalcontainers, zitbanken, plantenbakken, communicatievoorzieningen, gedenktekens, telefooncellen en abri's;

1.27 weg:

alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkantenweg (Wegenverkeerswet).

Artikel 2 Wijze van meten

2.1 Wijze van meten

Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

  • de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens:

de kleinste afstand tussen de zijdelingse bouwperceelgrens en het bouwwerk;

  • de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

  • de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

  • de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

  • de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

  • de breedte en diepte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken of het hart van scheidingsmuren;

  • de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, nederwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

  • het peil:

het niveau gelegen op 4,70 meter + Normaal Amsterdams Peil (NAP).

2.2 Bouwdelen van ondergeschikte aard

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijventerrein

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven die in de van deze regels deel uitmakende bijlage 'Staat van bedrijfsactiviteiten' zijn aangemerkt als categorie 1 t/m 3.1, dan wel indien bedrijven niet genoemd staan in deze 'Staat van bedrijfsactiviteiten', doch naar het oordeel van burgemeester en wethouders naar hun aard gelijk te stellen zijn met de in de 'Staat van bedrijfsactiviteiten' genoemde categorieën 1 t/m 3.1;
  • b. wegen met bijbehorende paden en bermen, ter ontsluiting van bedrijven en voorzieningen;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. gebouwde parkeervoorziening, ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
  • e. fiets- en voetpaden en andere langzaamverkeersvoorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. watergangen en waterpartijen, en
  • h. overige bij de bestemming behorende voorzieningen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in lid 3.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. niet voor bewoning bestemde bedrijfsgebouwen, en;
  • b. andere bouwwerken, zoals palen, masten, verkeers-, reclame- en andere tekens, technische installaties en erf- of perceelafscheidingen.

3.2.2 Bouwen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 3.2.1, gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte' is aangegeven.

3.2.3 Andere bouwwerken
  • a. andere bouwwerken zijn zowel binnen als buiten het bouwvlak toegestaan;
  • b. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:

bouwwerken   max. bouwhoogte  
palen, masten, verkeerstekens, technische installaties   10 m  
erf- of perceelafscheidingen   2 m  
overkappingen, luifels en overige andere bouwwerken   5 m  

3.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 van deze regels, voor zover betrekking hebbend op de gronden gelegen aan de Odijkerweg, voor de bouw van één bedrijfswoning per bedrijf indien dit noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte beheer van de gronden, met dien verstande dat;

  • a. de vloeroppervlakte maximaal 150 m² mag bedragen;
  • b. de bedrijfswoning deel mag uitmaken van het hoofdgebouw;
  • c. indien de bedrijfswoning vrijstaand wordt gebouwd, de goothoogte niet meer mag bedragen dan 5,50 meter en de bouwhoogte niet meer dan 8 meter.

3.4 Specifieke gebruiksregels

Naast hetgeen daaromtrent in de algemene gebruiksregels in artikel 16 is bepaald, moet als strijdig gebruik in ieder geval worden aangemerkt, het gebruik van de gronden en opstallen voor:

  • a. detailhandel, anders dan via de 'Staat van bedrijfsactiviteiten' is toegestaan;
  • b. bedrijven in de categorieën 3.2 t/m 6 van de bij deze regels behorende 'Staat van bedrijfsactiviteiten';
  • c. bedrijven die in belangrijke mate een verhoging van de veiligheidsrisico's kunnen veroorzaken vanwege risicobronnen die buiten de erfgrens van de bedrijfslocatie waarop die risicobronnen aanwezig zijn, een plaatsgebonden risico veroorzaken van meer dan 10-6 per jaar.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 3.4, onder a, van deze regels, voor het gebruik van de desbetreffende gronden voor detailhandel in goederen waarvan de verkoop ongewenst en/of niet goed mogelijk is in woon- en winkelwijken, zoals volumineuze, brandgevaarlijke, explosieve en milieuverstorende goederen;
  • b. lid 3.4, onder b, van deze regels, voor het gebruik ten behoeve van bedrijven die voorkomen in categorie 3.2 van de bij deze regels horende 'Staat van bedrijfsactiviteiten', dan wel van bedrijven die niet zijn genoemd in deze Staat, maar naar de aard gelijk te stellen zijn met de rechtstreeks toelaatbare categorieën, één en ander voorzover deze bedrijven passen binnen de in lid 3.1 aangegeven bestemmingsomschrijving.

Artikel 4 Groen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. watergangen en waterpartijen;
  • c. speelvoorzieningen;
  • d. fiets- en voetpaden, in- en uitritten en andere ondergeschikte verhardingen, en
  • e. overige bij de bestemming behorende voorzieningen.

4.2 Bouwregels

Op en in de gronden als bedoeld in lid 4.1, mogen uitsluitend worden gebouwd bij de bestemming behorende andere bouwwerken, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:

afbeelding "i_NL.IMRO.0355.BPStationsgebDBZ-VS01_0001.png"

Artikel 5 Verkeer - Railverkeer

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. spoorwegvoorzieningen;
  • b. duiker, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - duiker';
  • c. verkeersvoorzieningen;

met daarbij behorende:

  • d. groenvoorzieningen, voorzieningen ten behoeve van flora en fauna, zoals faunapassages, kunstwerken geen gebouw zijnde, geluidwerende voorzieningen, nutsvoorzieningen, voorzieningen voor openbaar vervoer, kunstobjecten, voorzieningen voor verblijf en ontmoeting voorzieningen ten behoeve van de afvalinzameling, waterhuishoudkundige voorzieningen.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen

Op de voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

5.2.2 Bouwen van gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen alleen ten dienste van spoorwegvoorzieningen worden gebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. de maximale oppervlakte per gebouw ten hoogste 15 m² bedraagt, of de oppervlakte zoals aanwezig ten tijde van de ter inzage legging van het ontwerp bestemmingsplan;
    • 2. de bouwhoogte ten hoogste 3,00 m bedraagt, of de bouwhoogte zoals aanwezig ten tijde van de ter inzage legging van het ontwerp bestemmingsplan.

5.2.3 Bouwen van overkappingen

Voor het bouwen van overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. maximaal 50 % van het bestemmingsvlak mag worden voorzien van een overkapping;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan hieronder is aangegeven:

Overkappingen   Maximale bouwhoogte  
perronoverkapping   10 m  
overige overkappingen voor onder andere verblijf en ontmoeting   3,5 m  

5.2.4 Bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde (niet zijnde overkappingen)

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde (niet zijnde overkappingen) geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan hieronder is aangegeven:

Bouwwerken, geen gebouw zijnde (niet zijnde overkappingen)   Maximale bouwhoogte  
lichtmasten   10 m  
bewegwijzering   9 m  
camera's en flitspalen   9 m  
kunstobjecten   6 m  
speeltoestellen   4,5 m  
kunstwerken   7 m  
geluidwerende voorzieningen   2,5 m  
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde (geen overkappingen)   2 m  

Artikel 6 Verkeer - 1

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Verkeer - 1 ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, straten en paden met een doorgaande verkeersfunctie;
  • b. voet- en rijwielpaden;
  • c. verkeersbegeleiders;

met daarbij behorende:

  • d. groenvoorzieningen, voorzieningen ten behoeve van flora en fauna, zoals faunapassages, kunstwerken geen gebouw zijnde, parkeervoorzieningen, geluidwerende voorzieningen, nutsvoorzieningen, voorzieningen voor openbaar vervoer, voorzieningen voor verblijf en ontmoeting, kunstobjecten, voorzieningen ten behoeve van de afvalinzameling, waterhuishoudingvoorzieningen.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Algemeen

Op de voor 'Verkeer - 1' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

6.2.2 Bouwen van overkappingen

Voor het bouwen van overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. de oppervlakte mag maximaal 10 m² per bouwwerk bedragen;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer dan 3,5 m bedragen.

6.2.3 Bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde (niet zijnde overkappingen)

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde (niet zijnde overkappingen) geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan hieronder is aangegeven:

Bouwwerken, geen gebouw zijnde (niet zijnde overkappingen)   Maximale bouwhoogte  
lichtmasten   10 m  
bewegwijzering   9 m  
camera's en flitspalen   9 m  
kunstobjecten   6 m  
speeltoestellen   4,5 m  
kunstwerken   7 m  
geluidwerende voorzieningen   2,5 m  
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde (geen overkappingen)   2 m  

Artikel 7 Verkeer - 2

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, straten en paden met een bestemming verkeers- en verblijfsfunctie;
  • b. voet- en rijwielpaden;
  • c. verkeersbegeleiders;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein uitgesloten' is parkeren niet toegestaan;

met daarbij behorende:

  • e. groenvoorzieningen, voorzieningen ten behoeve van flora en fauna, zoals faunapassages, kunstwerken geen gebouw zijnde, geluidwerende voorzieningen, nutsvoorzieningen, voorzieningen voor openbaar vervoer, voorzieningen voor verblijf en ontmoeting, kunstobjecten, voorzieningen ten behoeve van de afvalinzameling, waterhuishoudingvoorzieningen.

7.2 Bouwregels
7.2.1 Algemeen

Op de voor 'Verkeer - 2' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

7.2.2 Bouwen van overkappingen

Voor het bouwen van overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. de oppervlakte mag maximaal 10 m² per bouwwerk bedragen;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer dan 3,5 m bedragen.

7.2.3 Bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde (niet zijnde overkappingen)

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde (niet zijnde overkappingen) geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan hieronder is aangegeven:

Bouwwerken, geen gebouw zijnde (niet zijnde overkappingen)   Maximale bouwhoogte  
lichtmasten   10 m  
bewegwijzering   9 m  
camera's en flitspalen   9 m  
kunstobjecten   6 m  
speeltoestellen   4,5 m  
kunstwerken   7 m  
geluidwerende voorzieningen   2,5 m  
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde (geen overkappingen)   2 m  

Artikel 8 Water

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. watergangen, waterpartijen en oeverstroken, en
  • b. waterhuishouding, en
  • c. voorzieningen ten behoeve van flora en fauna, zoals faunapassages, en
  • d. bij een en ander behorende voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen.

8.2 Bouwregels

Op de gronden als bedoeld in lid 8.1, mogen uitsluitend worden gebouwd andere bouwwerken, zoals bruggen, steigers, duikers en beschoeiingen, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 4 m mag bedragen.

Artikel 9 Leiding - Olie

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Olie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de olietransportleiding en de daarbij behorende voorzieningen.

9.2 Bouwregels

Op en in de gronden als bedoeld in lid 9.1, mogen, in afwijking van het bepaalde ten aanzien van de andere bestemmingen, uitsluitend worden gebouwd, bouwwerken ten behoeve van de betreffende leiding, waaronder begrepen gebouwtjes met elk een oppervlakte van ten hoogste 30 m² en een bouwhoogte van ten hoogste 3 m.

9.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag is bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 9.2 ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de betreffende andere bestemming van deze gronden, mits:

  • a. hierdoor geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van en de veiligheidssituatie rond de betreffende leiding en
  • b. ter zake daarvan vooraf advies van de leidingbeheerder is ingewonnen.

9.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
9.4.1 Vergunningplicht

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. aanleggen en verharden van wegen en paden en het aanleggen of aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, met uitzondering van het aanleggen van kavelpaden en verhardingen ten behoeve van in- of uitritten, tot elk een oppervlakte van 60 m²;
  • b. verlagen van de bodem en afgraven van gronden, dieper dan 0,3 m onder het maaiveld, anders dan normaal spit en ploegwerk, tenzij daarvoor een vergunning is vereist krachtens de Ontgrondingenwet;
  • c. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen.

9.4.2 Uitzonderingen

Het gestelde verbod in lid 9.4.1 is niet van toepassing op het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden welke:

  • a. in het kader van het normale beheer en onderhoud worden uitgevoerd;
  • b. in het kader van archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen worden uitgevoerd, mits verricht door een ter zake deskundige;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het inwerkingtreden van het plan.

9.4.3 Toepassingscriteria

De werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden als bedoeld in lid 9.4.1, zijn slechts toelaatbaar:

  • a. indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in die artikelen bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen,
    • 1. niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel
    • 2. de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind;
  • b. voor gronden zoals bedoeld in artikel 7 (Waarde - Archeologie - 3 (hoog)) en 8 (Waarde - Archeologie - 4 (middelhoog)), indien door aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport is overgelegd, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van het bevoegd gezag is vastgesteld.

Artikel 10 Waarde - Archeologie - 3 (hoog)

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie - 3 (hoog)' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor bescherming en veiligstelling van aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden.

10.2 Bouwregels
10.2.1 Bouwen van gebouwen en bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in 10.1 mag ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemming(en) niet anders worden gebouwd dan overeenkomstig de volgende regels:

  • a. de aanvrager van een omgevingsvergunning dient in het belang van de archeologische monumentenzorg een rapport over te leggen waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
  • b. in het belang van de archeologische monumentenzorg kunnen aan de vergunning de volgende verplichtingen worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 2. de verplichting tot het doen van opgravingen; of
    • 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties.

10.2.2 Uitzonderingen bouwregels

Het bepaalde in 10.2.1 is niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op:

  • a. vervanging, vernieuwing of verandering van de bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
  • b. een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met een gezamenlijke oppervlakte kleiner dan 150 m², of
  • c. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 0,30 m en zonder heiwerkzaamheden geplaatst kan worden.

10.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
10.3.1 Verbod

In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige dan wel naar verwachting aanwezige archeologische waarden, is het verboden, behoudens het bepaalde in 10.3.2, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op en in de in 10.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, over een oppervlakte van 150 m² of meer:

  • a. het uitvoeren van graafwerkzaamheden, het roeren en omwoelen van gronden, dieper dan 0,3 m onder maaiveld;
  • b. het verlagen van de bodem en afgraven van gronden, dieper dan 0,3 m onder maaiveld;
  • c. het graven of anderszins aanbrengen van watergangen en waterpartijen, dieper dan 0,3 m onder maaiveld;
  • d. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen;
  • e. het ophogen en egaliseren van gronden.

10.3.2 Uitzonderingen

Het in 10.3.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:

  • a. in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  • b. in het kader van het uitvoeren van een bouwplan als bedoeld in lid 10.2.1;
  • c. in het kader van archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen, mits verricht door een ter zake deskundige;
  • d. waarmee op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan:
    • 1. is begonnen, voor zover daarvoor tot dat tijdstip omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden was vereist;
    • 2. is of mag worden begonnen krachtens een verleende omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden;
    • 3. in en op gronden waarvan naar oordeel van bevoegd gezag vaststaat dat daar geen archeologische waarden aanwezig zijn of meer aanwezig zijn.

10.3.3 Toelaatbaarheid

De werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden als bedoeld in 10.3.1, zijn naar het oordeel van het bevoegd gezag slechts toelaatbaar, indien:

  • a. door die werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer archeologische waarden van de betreffende gronden, niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind,
  • b. door aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden een rapport is overgelegd waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord in voldoende mate is vastgesteld, en
  • c. vaststaat dat daarvoor een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet, hetzij niet nodig is, hetzij is of zal worden verleend.

10.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen zodanig dat de bestemming 'Waarde - Archeologie - 3 (hoog)' naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval uit het plan wordt verwijderd, voor zover de -mede aan de hand van de gemeentelijke archeologische beleidskaart- geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.

Artikel 11 Waarde - Archeologie - 4 (middelhoog)

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie - 4 (middelhoog)' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor bescherming en veiligstelling van aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden.

11.2 Bouwregels
11.2.1 Bouwen van gebouwen en bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in 11.1 mag ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemming(en) niet anders worden gebouwd dan in overeenstemming met de volgende regels:

  • a. de aanvrager van een omgevingsvergunning dient in het belang van de archeologische monumentenzorg een rapport over te leggen waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
  • b. in het belang van de archeologische monumentenzorg aan de vergunning de volgende verplichtingen kunnen worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 2. de verplichting tot het doen van opgravingen; of
    • 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties.

11.2.2 Uitzonderingen bouwregels

Het bepaalde in 11.2.1 is niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op:

  • a. vervanging, vernieuwing of verandering van de bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
  • b. een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met een gezamenlijke oppervlakte kleiner dan 1.000 m²;
  • c. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 0,30 m en zonder heiwerkzaamheden geplaatst kan worden.

11.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
11.3.1 Verbod

In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige dan wel naar verwachting aanwezige archeologische waarden, is het verboden, behoudens het bepaalde in 11.3.2, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op en in de in 11.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, over een oppervlakte van 1.000 m² of meer:

  • a. het uitvoeren van graafwerkzaamheden, het roeren en omwoelen van gronden, dieper dan 0,3 m onder maaiveld;
  • b. het verlagen van de bodem en afgraven van gronden, dieper dan 0,3 m onder maaiveld;
  • c. het graven of anderszins aanbrengen van watergangen en waterpartijen, dieper dan 0,3 m onder maaiveld;
  • d. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen;
  • e. het ophogen en egaliseren van gronden.

11.3.2 Uitzonderingen

Het in 11.3.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden:

  • a. in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  • b. in het kader van het uitvoeren van een bouwplan als bedoeld in 11.2.1;
  • c. in het kader van archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen, mits verricht door een ter zake deskundige;
  • d. waarmee op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan:
    • 1. is begonnen, voor zover daarvoor tot dat tijdstip geen omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden was vereist;
    • 2. is of mag worden begonnen krachtens een verleende omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden;
    • 3. in en op gronden waarvan naar oordeel van bevoegd gezag vaststaat dat daar geen archeologische waarden aanwezig zijn of meer aanwezig zijn.

11.3.3 Toelaatbaarheid

De werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden als bedoeld in 11.3.1, zijn naar het oordeel van het bevoegd gezag slechts toelaatbaar, indien:

  • a. door die werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer archeologische waarden van de betreffende gronden, niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind;
  • b. door aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden een rapport is overgelegd waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord in voldoende mate is vastgesteld; en
  • c. vaststaat dat daarvoor een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet, hetzij niet nodig is, hetzij is of zal worden verleend.

11.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen zodanig dat de bestemming 'Waarde - Archeologie - 4 (middelhoog)' naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval uit het plan wordt verwijderd, voor zover de -mede aan de hand van de gemeentelijke archeologische beleidskaart- geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.

Artikel 12 Waarde - Cultuurhistorie - 1

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie - 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding en herstel van de cultuurhistorische waarden.

12.2 Bouwregels
12.2.1 Toegestane bouwwerken

In afwijking van het elders in deze regels bepaalde met betrekking tot het bouwen, mogen op en in de gronden als bedoeld in lid 12.1, andere bouwwerken ten behoeve van de in lid 12.1 aangegeven doeleinden worden gebouwd, zoals terreinafscheidingen en informatie en aanwijsborden.

12.2.2 Aanvullende bepalingen andere bestemmingen

Het bouwen en gebruik krachtens andere bestemmingen van de gronden als bedoeld in lid 12.1, mag uitsluitend geschieden voor zover de cultuurhistorisch belangen dat gedogen en nadat ter zake advies is ingewonnen bij de Monumentencommissie van de gemeente Zeist.

12.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de stedenbouwkundige, landschappelijke en cultuurhistorische inpassing en ligging van bouwwerken.

12.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
12.4.1 Vergunningplicht

Behoudens het bepaalde in lid 12.4.2, is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning, op en in de hierna aangegeven gronden de daarbij aangegeven werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. aanleggen en verharden van wegen en paden en het aanleggen of aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, met uitzondering van het aanleggen van verhardingen ten behoeve van in- of uitritten, tot elk een oppervlakte van 60 m²;
  • b. verlagen van de bodem en afgraven van gronden, dieper dan 0,3 m onder het maaiveld, anders dan normaal spit en ploegwerk, tenzij daarvoor een vergunning is vereist krachtens de Ontgrondingenwet;
  • c. het ophogen en egaliseren van de gronden, waaronder het aanleggen van geluid- en andere wallen;
  • d. aanleggen en dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen;
  • e. het verlagen van het grondwaterpeil, tenzij dit een maatregel is van het bevoegde waterschap;
  • f. aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • g. vellen en rooien van bomen, hakhout en andere houtopstanden en het verrichten van handelingen, die de dood of ernstige beschadiging daarvan ten gevolge hebben of kunnen hebben;
  • h. het uitvoeren van graafwerkzaamheden, grondbewerkingen, het roeren en omwoelen van gronden (incl. diepploegen, ontginnen en het aanleggen van drainage) dieper dan 0,3 meter onder maaiveld;
  • i. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen;
  • j. bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder begrepen het kweken en telen van bomen, struiken en heesters.

12.4.2 Uitzonderingen vergunningplicht

Het in lid 12.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de

volgende werken of werkzaamheden:

  • a. in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  • b. in het kader van archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen, mits verricht door een ter zake deskundige;
  • c. als bedoeld in lid 12.4.1, bij f, voor zover daarvoor een omgevingsvergunning voor bouwen is vereist;
  • d. als bedoeld in lid 12.4.1, bij g, voor zover daarvoor een vergunning is vereist op grond van de gemeentelijke bomenverordening;
  • e. het vellen, rooien of beschadigen van fruitbomen;
  • f. waarmee is of mag worden begonnen op het tijdstip van onherroepelijk worden van het plan.

12.4.3 Toetsingscriteria

Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 12.4.1, zijn slechts toelaatbaar:

  • a. indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in die artikelen bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen,
    • 1. niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel
    • 2. de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind;
  • b. voor gronden zoals bedoeld in artikel 10 Waarde - Archeologie - 3 (hoog) en artikel 11 Waarde - Archeologie - 4 (middelhoog), indien door aanvrager van de vergunning een rapport is overgelegd, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
  • c. voor gronden zoals bedoeld in artikel 12 (Waarde - Cultuurhistorie - 1), indien door de uitvoering daarvan, dan wel de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen:
    • 1. daardoor de karakteristieke, met de historische ontwikkeling samenhangende ruimtelijke structuur van het beschermde stads- en dorpsgezicht niet onevenredig worden aangetast, en
    • 2. ter zake advies is ingewonnen bij de Monumentencommissie van de gemeente Zeist.

Artikel 13 Waterstaat - Waterlopen

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Waterstaat - Waterlopen ' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor waterlopen en bij die functie behorende voorzieningen.

13.2 Bouwregels

In afwijking van het overigens in deze regels bepaalde ten aanzien van het bouwen krachtens de andere bestemmingen van deze gronden, mogen op en in de gronden als bedoeld in lid 13.1, uitsluitend bouwwerken worden gebouwd ten dienste van en behorende bij de daar bedoelde doeleinden.

13.3 Specifieke gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 13.2 ten behoeve van het bouwen krachtens de andere bestemmingen van de gronden als bedoeld in lid 13.1, mits

  • a. de belangen van de waterloop niet onevenredig worden aangetast, en
  • b. vooraf ter zake advies is ingewonnen van de beheerder van de waterloop.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 14 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 15 Algemene bouwregels

15.1 Ondergronds bouwen

Ondergronds bouwen is toegestaan tot een maximale verticale diepte van 11 meter - NAP.

Artikel 16 Algemene gebruiksregels

16.1 Verboden gebruik
  • a. Het is verboden de in het plan begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de in het plan aan de grond gegeven bestemming(en).
  • b. Onder verboden gebruik wordt in elk geval verstaan:
    • 1. een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
    • 2. een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
    • 3. een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van prostitutie en een escortbedrijf.

Artikel 17 Algemene afwijkingsregels

17.1 Algemeen

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:

  • a. in het plan genoemde goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 10% van de goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen;
  • b. de regels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 2,5 m, en deze noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein of uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden en/of de bebouwing;
  • c. de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten behoeve van kunstwerken en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten wordt vergroot tot maximaal 40 m;
  • d. de regels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte voor bouwwerken, geen gebouw zijnde, wordt vergroot tot niet meer dan 10 m,

mits:

  • 1. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • 2. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad;
  • 3. vanuit verkeerstechnisch oogpunt geen onveilige situaties ontstaan.

Artikel 18 Algemene wijzigingsregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de ligging van grenzen van bestemmings- en bouwvlakken en aanduidingen te wijzigen zodanig, dat:

  • a. de geldende oppervlakte van de bij wijziging betrokken vlakken met niet meer dan 10% wordt verkleind of vergroot, en
  • b. geen van de grenzen met meer dan 10 m wordt verschoven.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 19 Overgangsrecht

19.1 Bouwen
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10 %.
  • c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

19.2 Gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 20 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Stationsgebied Driebergen-Zeist .

Bijlage

Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten

   
SBI-CODE   OMSCHRIJVING  
CATEGORIE
 
Tabel 1: Bedrijven    
01   LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW    
014   Dienstverlening t.b.v. de landbouw:    
014   - algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o. > 500 m²   3.1  
014   - algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o.<= 500 m²   2  
014   - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. > 500 m²   3.1  
014   - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. <= 500 m²   2  
0142   KI-stations   2  
05   VISSERIJ- EN VISTEELTBEDRIJVEN    
0501.2   Binnenvisserijbedrijven   3.1  
0502   Vis- en schaaldierkwekerijen    
0502   - visteeltbedrijven   3.1  
14   WINNING VAN ZAND, GRIND, KLEI, ZOUT, E.D.    
1421   Steen-, grit- en krijtmalerijen (open lucht):    
1421   - algemeen   4.1  
15   VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN    
151   Slachterijen en overige vleesverwerking:    
151   - slachterijen en pluimveeslachterijen   3.2  
151   - bewerkingsinrichting van darmen en vleesafval   4.2  
151   - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1000 m²   3.2  
151   - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 1000 m²   3.1  
151   - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 200 m²   3.1  
151   - loonslachterijen   3.1  
151   - vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaar-maaltijden met p.o. < 2.000 m²   3.1  
152   Visverwerkingsbedrijven:    
152   - conserveren   4.1  
152   - roken   4.2  
152   - verwerken anderszins: p.o.> 1000 m²   4.2  
152   - verwerken anderszins: p.o. <= 1000 m²   3.2  
152   - verwerken anderszins: p.o. <= 300 m²   3.1  
1531   Aardappelprodukten fabrieken:    
1531   - vervaardiging van aardappelproducten   4.2  
1531   - vervaardiging van snacks met p.o. < 2.000 m²   3.1  
1532, 1533   Groente- en fruitconservenfabrieken:    
1532, 1533   - jam   3.2  
1532, 1533   - groente algemeen   3.2  
1532, 1533   - met koolsoorten   3.2  
1532, 1533   - met drogerijen   4.2  
1532, 1533   - met uienconservering (zoutinleggerij)   4.2  
1541   Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten:    
1541   - p.c. < 250.000 t/j   4.1  
1541   - p.c. >= 250.000 t/j   4.2  
1542   Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten:    
1542   - p.c. < 250.000 t/j   4.1  
1542   - p.c. >= 250.000 t/j   4.2  
1543   Margarinefabrieken:    
1543   - p.c. < 250.000 t/j   4.1  
1543   - p.c. >= 250.000 t/j   4.2  
1551   Zuivelprodukten fabrieken:    
1551   - melkprodukten fabrieken v.c. < 55.000 t/j   3.2  
1551   - melkprodukten fabrieken v.c. >= 55.000 t/j   4.2  
1551   - overige zuivelprodukten fabrieken   4.2  
1552   Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m²   3.2  
1552   - consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m²   2  
1561   Meelfabrieken:    
1561   - p.c. >= 500 t/u   4.2  
1561   - p.c. < 500 t/u   4.1  
1561   Grutterswarenfabrieken   4.1  
1562   Zetmeelfabrieken:    
1562   - p.c. < 10 t/u   4.1  
1562   - p.c. >= 10 t/u   4.2  
1571   Veevoerfabrieken:    
1571   - drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. < 10 t/u water   4.2  
1571   - mengvoeder, p.c. < 100 t/u   4.1  
1571   - mengvoeder, p.c. >= 100 t/u   4.2  
1572   Vervaardiging van voer voor huisdieren   4.1  
1581   Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:    
1581   - v.c. < 2500 kg meel/week   2  
1581   - v.c. >= 2500 kg meel/week   3.2  
1582   Banket, biscuit- en koekfabrieken   3.2  
1584   Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:    
1584   - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m²   3.2  
1584   - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <= 200 m²   2  
1584   - Suikerwerkfabrieken met suiker branden   4.2  
1584   - Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m²   3.2  
1584   - suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. <= 200 m²   2  
1585   Deegwarenfabrieken   3.1  
1586   Koffiebranderijen en theepakkerijen:    
1586   - theepakkerijen   3.2  
1587   Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden   4.1  
1589   Vervaardiging van overige voedingsmiddelen   4.1  
1589.1   Bakkerijgrondstoffenfabrieken   4.1  
1589.2   Soep- en soeparomafabrieken:    
1589.2   - zonder poederdrogen   3.2  
1589.2   - met poederdrogen   4.2  
1589.2   Bakmeel- en puddingpoederfabrieken   4.1  
1591   Destilleerderijen en likeurstokerijen   4.2  
1592   Vervaardiging van ethylalcohol door gisting:    
1592   - p.c. < 5.000 t/j   4.1  
1592   - p.c. >= 5.000 t/j   4.2  
1593 t/m 1595   Vervaardiging van wijn, cider e.d.   2  
1596   Bierbrouwerijen   4.2  
1597   Mouterijen   4.2  
1598   Mineraalwater- en frisdrankfabrieken   3.2  
16   VERWERKING VAN TABAK    
160   Tabakverwerkende industrie   4.1  
17   VERVAARDIGING VAN TEXTIEL    
171   Bewerken en spinnen van textielvezels   3.2  
172   Weven van textiel:    
172   - aantal weefgetouwen < 50   3.2  
172   - aantal weefgetouwen >= 50   4.2  
173   Textielveredelingsbedrijven   3.1  
174, 175   Vervaardiging van textielwaren   3.1  
1751   Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken   4.1  
176, 177   Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen   3.1  
18   VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT    
181   Vervaardiging kleding van leer   3.1  
182   Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer)   2  
183   Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont   3.1  
19   VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING)    
191   Lederfabrieken   4.2  
192   Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel)   3.1  
193   Schoenenfabrieken   3.1  
20   HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.    
2010.1   Houtzagerijen   3.2  
2010.2   Houtconserveringsbedrijven:    
2010.2   - met creosootolie   4.1  
2010.2   - met zoutoplossingen   3.1  
202   Fineer- en plaatmaterialenfabrieken   3.2  
203, 204, 205   Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout   3.2  
203, 204, 205   Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2   3.1  
205   Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken   2  
21   VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN    
2111   Vervaardiging van pulp   4.1  
2112   Papier- en kartonfabrieken:    
2112   - p.c. < 3 t/u   3.1  
2112   - p.c. 3 - 15 t/u   4.1  
2112   - p.c. >= 15 t/u   4.2  
212   Papier- en kartonwarenfabrieken   3.2  
2121.2   Golfkartonfabrieken:    
2121.2   - p.c. < 3 t/u   3.2  
2121.2   - p.c. >= 3 t/u   4.1  
22   UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA    
2221   Drukkerijen van dagbladen   3.2  
2222   Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen)   3.2  
2222.6   Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen   2  
2223   Grafische afwerking   1  
2223   Binderijen   2  
2224   Grafische reproduktie en zetten   2  
2225   Overige grafische aktiviteiten   2  
223   Reproduktiebedrijven opgenomen media   1  
23   AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERK. IND.; BEWERKING SPLIJT-/KWEEKSTOFFEN    
2320.2   Smeeroliën- en vettenfabrieken   3.2  
2320.2   Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie   4.2  
2320.2   Aardolieproduktenfabrieken n.e.g.   4.2  
24   VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN    
2411   Vervaardiging van industriële gassen:    
2412   Kleur- en verfstoffenfabrieken   4.1  
2413   Anorg. chemische grondstoffenfabrieken:    
2413   - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn"   4.2  
2414.1   Organ. chemische grondstoffenfabrieken:    
2414.1   - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn"   4.2  
2414.1   Methanolfabrieken:    
2414.1   - p.c. < 100.000 t/j   4.1  
2414.1   - p.c. >= 100.000 t/j   4.2  
2414.2   Vetzuren en alkanolenfabrieken (niet synth.):    
2414.2   - p.c. < 50.000 t/j   4.2  
242   Landbouwchemicaliënfabrieken:    
243   Verf, lak en vernisfabrieken   4.2  
2441   Farmaceutische grondstoffenfabrieken:    
2441   - p.c. < 1.000 t/j   4.2  
2442   Farmaceutische produktenfabrieken:    
2442   - formulering en afvullen geneesmiddelen   3.1  
2442   - verbandmiddelenfabrieken   2  
2451   Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken   4.2  
2452   Parfumerie- en cosmeticafabrieken   4.2  
2462   Lijm- en plakmiddelenfabrieken:    
2462   - zonder dierlijke grondstoffen   3.2  
2464   Fotochemische produktenfabrieken   3.2  
2466   Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken   3.1  
2466   Overige chemische produktenfabrieken n.e.g.   4.1  
247   Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken   4.2  
25   VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF    
2511   Rubberbandenfabrieken   4.2  
2512   Loopvlakvernieuwingsbedrijven:    
2512   - vloeropp. < 100 m2   3.1  
2512   - vloeropp. >= 100 m2   4.1  
2513   Rubber-artikelenfabrieken   3.2  
252   Kunststofverwerkende bedrijven:    
252   - zonder fenolharsen   4.1  
252   - met fenolharsen   4.2  
252   - productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen   3.1  
26   VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN    
261   Glasfabrieken:    
261   - glas en glasprodukten, p.c. < 5.000 t/j   3.2  
261   - glas en glasprodukten, p.c. >= 5.000 t/j   4.2  
261   - glaswol en glasvezels, p.c.< 5.000 t/j   4.2  
2615   Glasbewerkingsbedrijven   3.1  
262, 263   Aardewerkfabrieken:    
262, 263   - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW   2  
262, 263   - vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW   3.2  
264   Baksteen en baksteenelementenfabrieken   4.1  
264   Dakpannenfabrieken   4.1  
2652   Kalkfabrieken:    
2652   - p.c. < 100.000 t/j   4.1  
2653   Gipsfabrieken:    
2653   - p.c. < 100.000 t/j   4.1  
2661.1   Betonwarenfabrieken:    
2661.1   - zonder persen, triltafels en bekistingtrille   4.1  
2661.1   - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. < 100 t/d   4.2  
2661.2   Kalkzandsteenfabrieken:    
2661.2   - p.c. < 100.000 t/j   3.2  
2661.2   - p.c. >= 100.000 t/j   4.2  
2662   Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken   3.2  
2663, 2664   Betonmortelcentrales:    
2663, 2664   - p.c. < 100 t/u   3.2  
2663, 2664   - p.c. >= 100 t/u   4.2  
2665, 2666   Vervaardiging van produkten van beton, (vezel)cement en gips:    
2665, 2666   - p.c. < 100 t/d   3.2  
2665, 2666   - p.c. >= 100 t/d   4.2  
267   Natuursteenbewerkingsbedrijven:    
267   - zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m²   3.2  
267   - zonder breken, zeven en drogen: p.o. <= 2.000 m²   3.1  
267   - met breken, zeven of drogen, v.c. < 100.000 t/j   4.2  
2681   Slijp- en polijstmiddelen fabrieken   3.1  
2682   Bitumineuze materialenfabrieken:    
2682   - p.c. < 100 t/u   4.2  
2682   Isolatiematerialenfabrieken (excl. glaswol):    
2682   - steenwol, p.c. >= 5.000 t/j   4.2  
2682   - overige isolatiematerialen   4.1  
2682   Minerale produktenfabrieken n.e.g.   3.2  
2682   Asfaltcentrales: p.c.< 100 ton/uur   4.1  
2682   - asfaltcentrales, p.c. >= 100 ton/uur   4.2  
27   VERVAARDIGING VAN METALEN    
273   Draadtrekkerijen, koudbandwalserijen en profielzetterijen:    
273   - p.o. < 2.000 m2   4.2  
274   Non-ferro-metaalfabrieken:    
274   - p.c. < 1.000 t/j   4.2  
2751, 2752   IJzer- en staalgieterijen/ -smelterijen:    
2751, 2752   - p.c. < 4.000 t/j   4.2  
2753, 2754   Non-ferro-metaalgieterijen/ -smelterijen:    
2753, 2754   - p.c. < 4.000 t/j   4.2  
28   VERVAARD. VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.)    
281   Constructiewerkplaatsen:    
281   - gesloten gebouw   3.2  
281   - gesloten gebouw, p.o. < 200 m2   3.1  
281   - in open lucht, p.o. < 2.000 m2   4.1  
281   - in open lucht, p.o. >= 2.000 m2   4.2  
2821   Tank- en reservoirbouwbedrijven:    
2821   - p.o. < 2.000 m2   4.2  
2822, 2830   Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels   4.1  
284   Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven   4.1  
284   Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d.   3.2  
284   Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2   3.1  
2851   Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:    
2851   - algemeen   3.2  
2851   - stralen   4.1  
2851   - metaalharden   3.2  
2851   - lakspuiten en moffelen   3.2  
2851   - scoperen (opspuiten van zink)   3.2  
2851   - thermisch verzinken   3.2  
2851   - thermisch vertinnen   3.2  
2851   - mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten)   3.2  
2851   - anodiseren, eloxeren   3.2  
2851   - chemische oppervlaktebehandeling   3.2  
2851   - emailleren   3.2  
2851   - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed)   3.2  
2852   Overige metaalbewerkende industrie   3.2  
2852   Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m2   3.1  
287   Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken:    
287   - p.o. < 2.000 m2   4.1  
287   Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.   3.2  
287   Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m2   3.1  
29   VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN    
29   Machine- en apparatenfabrieken:    
29   - p.o. < 2.000 m2   3.2  
29   - p.o. >= 2.000 m2   4.1  
29   - met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW   4.2  
30   VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS    
30   Kantoormachines- en computerfabrieken   2  
31   VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH.    
311   Elektromotoren- en generatorenfabrieken   4.1  
312   Schakel- en installatiemateriaalfabrieken   4.1  
313   Elektrische draad- en kabelfabrieken   4.1  
314   Accumulatoren- en batterijenfabrieken   3.2  
315   Lampenfabrieken   4.2  
316   Elektrotechnische industrie n.e.g.   2  
32   VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH.    
321 t/m 323   Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d.   3.1  
3210   Fabrieken voor gedrukte bedrading   3.1  
33   VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN    
33   Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d.   2  
34   VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS    
341   Autofabrieken en assemblagebedrijven    
341   - p.o. < 10.000 m2   4.1  
341   - p.o. >= 10.000 m2   4.2  
3420.1   Carrosseriefabrieken   4.1  
3420.2   Aanhangwagen- en opleggerfabrieken   4.1  
343   Auto-onderdelenfabrieken   3.2  
35   VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS)    
351   Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:    
351   - houten schepen   3.1  
351   - kunststof schepen   3.2  
351   - metalen schepen < 25 m   4.1  
352   Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen:    
352   - algemeen   3.2  
352   - met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW   4.2  
353   Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven:    
353   - zonder proefdraaien motoren   4.1  
354   Rijwiel- en motorrijwielfabrieken   3.2  
355   Transportmiddelenindustrie n.e.g.   3.2  
36   VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.    
361   Meubelfabrieken   3.2  
361   Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2   1  
362   Fabricage van munten, sieraden e.d.   2  
363   Muziekinstrumentenfabrieken   2  
364   Sportartikelenfabrieken   3.1  
365   Speelgoedartikelenfabrieken   3.1  
3661.1   Sociale werkvoorziening   2  
3661.2   Vervaardiging van overige goederen n.e.g.   3.1  
37   VOORBEREIDING TOT RECYCLING    
372   Puinbrekerijen en -malerijen:    
372   - v.c. < 100.000 t/j   4.2  
372   Rubberregeneratiebedrijven   4.2  
372   Afvalscheidingsinstallaties   4.2  
40   PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER    
40   bio-energieinstallaties electrisch vermogen < 50 MWe:    
40   - covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, GFT en reststromen voedingsindustrie   3.2  
40   - vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa   3.2  
40   Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:    
40   - < 10 MVA   2  
40   - 10 - 100 MVA   3.1  
40   - 100 - 200 MVA   3.2  
40   - 200 - 1000 MVA   4.2  
40   Gasdistributiebedrijven:    
40   - gascompressorstations vermogen < 100 MW   4.2  
40   - gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinst. Cat. A   1  
40   - gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), cat. B en C   2  
40   - gasontvang- en -verdeelstations, cat. D   3.1  
40   Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:    
40   - stadsverwarming   3.2  
40   - blokverwarming   2  
40   windmolens:    
40   - wiekdiameter 20 m   3.2  
40   - wiekdiameter 30 m   4.1  
40   - wiekdiameter 50 m   4.2  
41   WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER    
41   Waterwinning-/ bereiding- bedrijven:    
41   - bereiding met chloorbleekloog e.d. en/of straling   3.1  
41   Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:    
41   - < 1 MW   2  
41   - 1 - 15 MW   3.2  
41   - >= 15 MW   4.2  
45   BOUWNIJVERHEID    
45   Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2.000 m²   3.2  
45   - bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m²   3.1  
45   Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m²   3.1  
45   - aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m²   2  
50   HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS    
501, 502, 504   Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven   2  
502   Groothandel in vrachtauto's (incl. import)   3.2  
5020.4   Autoplaatwerkerijen   3.2  
5020.4   Autobeklederijen   1  
5020.4   Autospuitinrichtingen   3.1  
5020.5   Autowasserijen   2  
503, 504   Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires   2  
51   GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING    
511   Handelsbemiddeling (kantoren)   1  
5121   Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders   3.1  
5121   Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders met een verwerkingscapaciteit van 500 ton/uur of meer   4.2  
5122   Grth in bloemen en planten   2  
5123   Grth in levende dieren   3.2  
5124   Grth in huiden, vellen en leder   3.1  
5125, 5131   Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen   3.1  
5132, 5133   Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën   3.1  
5134   Grth in dranken   2  
5135   Grth in tabaksprodukten   2  
5136   Grth in suiker, chocolade en suikerwerk   2  
5137   Grth in koffie, thee, cacao en specerijen   2  
5138, 5139   Grth in overige voedings- en genotmiddelen   2  
514   Grth in overige consumentenartikelen   2  
5151.1   Grth in vaste brandstoffen:    
5151.1   - klein, lokaal verzorgingsgebied   3.1  
5151.2   Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen:    
5151.2   - vloeistoffen, o.c. < 100.000 m3   4.1  
5151.2   - tot vloeistof verdichte gassen   4.2  
5151.3   Grth minerale olieprodukten (excl. brandstoffen)   3.2  
5152.1   Grth in metaalertsen:    
5152.1   - opslag opp. < 2.000 m2   4.2  
5152.2 /.3   Grth in metalen en -halffabrikaten   3.2  
5153   Grth in hout en bouwmaterialen:    
5153   - algemeen: b.o. > 2000 m²   3.1  
5153   - algemeen: b.o. <= 2000 m²   2  
5153.4   zand en grind:    
5153.4   - algemeen: b.o. > 200 m²   3.2  
5153.4   - algemeen: b.o. <= 200 m²   2  
5154   Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:    
5154   - algemeen: b.o. > 2.000 m²   3.1  
5154   - algemeen: b.o. < = 2.000 m²   2  
5155.1   Grth in chemische produkten   3.2  
5155.2   Grth in kunstmeststoffen   2  
5156   Grth in overige intermediaire goederen   2  
5157   Autosloperijen: b.o. > 1000 m²   3.2  
5157   - autosloperijen: b.o. <= 1000 m²   3.1  
5157.2/3   Overige groothandel in afval en schroot: b.o. > 1000 m²   3.2  
5157.2/3   - overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1000 m²   3.1  
5162   Grth in machines en apparaten:    
5162   - machines voor de bouwnijverheid   3.2  
5162   - overige   3.1  
517   Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.   2  
5261   Postorderbedrijven   3.1  
527   Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen)   1  
55   LOGIES-, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING    
5552   Cateringbedrijven   2  
60   VERVOER OVER LAND    
6022   Taxibedrijven   2  
6023   Touringcarbedrijven   3.2  
6024   Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1000 m²   3.2  
6024   - Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o. <= 1000 m²   3.1  
603   Pomp- en compressorstations van pijpleidingen   2  
63   DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER    
6311.2   Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart:    
6311.2   - containers   4.2  
6311.2   - tankercleaning   4.2  
6311.2   - stukgoederen   3.2  
6311.2   - ertsen, mineralen, e.d., opslagopp. < 2.000 m²   4.2  
6311.2   - granen of meelsoorten , v.c. < 500 t/u   4.2  
6311.2   - steenkool, opslagopp. < 2.000 m2   4.2  
6312   Veem- en pakhuisbedrijven, koelhuizen   3.1  
6321   Autoparkeerterreinen, parkeergarages   2  
6321   Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties)   3.2  
64   POST EN TELECOMMUNICATIE    
641   Post- en koeriersdiensten   2  
642   Telecommunicatiebedrijven   1  
642   zendinstallaties:    
642   - LG en MG, zendervermogen < 100 kW (bij groter vermogen: onderzoek!)   3.2  
642   - FM en TV   1  
642   - GSM en UMTS-steunzenders   1  
71   VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN    
711   Personenautoverhuurbedrijven   2  
712   Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's)   3.1  
713   Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen   3.1  
714   Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.   2  
72   COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE    
72   Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d.   1  
72   Switchhouses   2  
73   SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK    
731   Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk   2  
732   Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek   1  
74   OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING    
747   Reinigingsbedrijven voor gebouwen   3.1  
7481.3   Foto- en filmontwikkelcentrales   2  
7484.3   Veilingen voor landbouw- en visserijprodukten   4.1  
7484.4   Veilingen voor huisraad, kunst e.d.   1  
85   GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSZORG    
853   Kinderopvang   2  
90   MILIEUDIENSTVERLENING    
9001   RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks:    
9001   - < 100.000 i.e.   4.1  
9001   - 100.000 - 300.000 i.e.   4.2  
9001   rioolgemalen   2  
9002.1   Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d.   3.1  
9002.1   Gemeentewerven (afval-inzameldepots)   3.1  
9002.1   Vuiloverslagstations   4.2  
9002.2   Afvalverwerkingsbedrijven:    
9002.2   - kabelbranderijen   3.2  
9002.2   - pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen)   3.1  
9002.2   - oplosmiddelterugwinning   3.2  
9002.2   - afvalverbrandingsinrichtingen, thermisch vermogen > 75 MW   4.2  
9002.2   - verwerking fotochemisch en galvano-afval   2  
9002.2   Composteerbedrijven:    
9002.2   - niet-belucht v.c. < 5.000 ton/jr   4.2  
9002.2   - belucht v.c. < 20.000 ton/jr   3.2  
9002.2   - belucht v.c. > 20.000 ton/jr   4.1  
9002.2   - GFT in gesloten gebouw   4.1  
92   CULTUUR, SPORT EN RECREATIE    
921, 922   Studio's (film, TV, radio, geluid)   2  
9262   Sportscholen, gymnastiekzalen   2  
93   OVERIGE DIENSTVERLENING    
9301.1   Wasserijen en strijkinrichtingen   3.1  
9301.1   Tapijtreinigingsbedrijven   3.1  
9301.2   Chemische wasserijen en ververijen   2  
9301.3   Wasverzendinrichtingen   2  
9301.3   Wasserettes, wassalons   1  
9302   Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten   1  
9304   Fitnesscentra, badhuizen en sauna-baden   2  
9305   Dierenasiels en -pensions   3.2  
9305   Persoonlijke dienstverlening n.e.g.   1  
     
Tabel 2: Opslagen en installaties    
0   OPSLAGEN    
1   butaan, propaan, LPG (in tanks):    
1   - bovengronds, < 2 m3   2  
1   - bovengronds, 2 - 8 m3   3.1  
1   - bovengronds, 8 - 80 m3   3.2  
1   - bovengr., 80 - 250 m3   4.2  
1   - ondergronds, < 80 m3   3.1  
1   - ondergr., 80 - 250 m3   4.1  
2   niet reactieve gassen (incl. zuurstof), gekoeld   3.1  
3   brandbare vloeistoffen (in tanks):    
3   - ondergronds, K1/K2/K3-klasse   1  
3   - bovengronds, K1/K2-kl.: < 10 m3   3.1  
3   - bovengronds, K1/K2-kl.: 10 - 1000 m3   3.2  
3   - bovengronds, K3-klasse: < 10 m3   2  
3   - bovengronds, K3-klasse: 10 - 1000 m3   3.1  
4   Overige gevaarlijke stoffen in tanks:    
4   - bovengronds < 10 m3 en onder drempelwaarde BRZO   1  
4   - overige opslagen onder drempelwaarde BRZO   3.1  
5   Gevaarlijke stoffen (incl. bestrijdingsmiddelen) in emballage of in gasflessen:    
5   - kleine hoeveelheden < 10 ton   1  
5   - beperkte hoeveelheden (< 150 ton) en hoog beschermingsniveau   2  
6   ontplofbare stoffen en munitie:    
6   - < 250.000 patronen en < 25 kg NEM (netto explosieve massa) overig gevarensubklasse 1.4   1  
6   - >= 250.000 patronen en >= 25 kg NEM (netto explosieve massa) overig gevarensubklasse 1.4   2  
8   kunstmest, niet explosief   3.1  
11   INSTALLATIES    
12   gasflessenvulinstallaties (butaan, propaan)   3.2  
13   laadschoppen, shovels, bulldozers   3.1  
14   laboratoria:    
14   - chemisch / biochemisch   2  
14   - medisch en hoger onderwijs   2  
15   luchtbehandelingsinst. t.b.v. detailhandel   1  
16   keukeninrichtingen   2  
17   koelinstallaties freon ca. 300 kW   3.1  
18   koelinstallaties ammoniak < 400 kg   2  
19   koelinstallaties ammoniak > 400 kg   3.1  
20   total energy installaties (gasmotoren) ca. 100 kW   3.1  
21   afvalverbrandingsinstallatie, kleinschalig   3.2  
22   noodaggregaten t.b.v. elektriciteitsopwekking   2  
23   verfspuitinstallaties en moffel- en emailleerovens   3.1  
24   vorkheftrucks met verbrandingsmotor   3.1  
25   vorkheftrucks, elektrisch   2  
26   transformatoren < 1 MVA   1  
28   vatenspoelinstallaties   3.1  
29   hydrofoorinstallaties   2  
30   windmolens:    
31   - wiekdiameter 20 m   3.2  
31   - wiekdiameter 30 m   4.1  
31   - wiekdiameter 50 m   4.2  
31   stookinstallaties>900kW thermisch vermogen:    
32   - gas, < 2,5 MW   2  
32   - gas, 2,5 - 75 MW   3.1  
32   - gas, >= 75 MW   4.1  
32   - olie, < 2,5 MW   2  
32   - olie, 2,5 - 75 MW   3.1  
32   - olie, >= 75 MW   4.1  
32   - kolen, 2,5 - 75 MW   3.2  
32   - kolen, >= 75 MW   4.2  
32   stoomwerktuigen   3.1  
33   luchtcompressoren   2  
34   liftinstallaties   1  
35   motorbrandstofpompen zonder LPG   2  
36   afvalwaterbehandelingsinstallaties < 100.000 i.e.   4.1