Plan: | Sortie 16 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0355.BPSortie16-VS01 |
het bestemmingsplan 'Sortie 16' met identificatienummer NL.IMRO.0355.BPSortie16-VS01 van de gemeente Zeist.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
de oppervlakte van de bebouwing binnen het bouwvlak, het woningvlak of, bij afwezigheid daarvan, het bestemmingsvlak, uitgedrukt in een percentage van de oppervlakte van dat vlak.
het door de bewoners bedrijfsmatig uitoefenen van bedrijfsactiviteiten in de woning en bijbehorende bouwwerken:
een woning in of bij een gebouw of op of bij een terrein, die hoort bij en functioneel gebonden is aan een bedrijf, instelling of voorziening in dat gebouw of op dat terrein.
het door de bewoners beroepsmatig uitoefenen van activiteiten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, educatief, kunstzinnig, maatschappelijk en daarmee gelijk te stellen gebied, in de woning en de bijbehorende bouwwerken, met behoud van de woonfunctie.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
een bij een woning behorend ondergeschikt gebouw, zoals een garage, berging of hobbyruimte, dat al dan niet in directe verbinding staat met de woning en dat indien het vrijstaat van de woning, niet voor bewoning is bestemd.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een voor mensen toegankelijk deel van een gebouw, dat aan de onder- en bovenzijde door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren wordt begrensd, met uitzondering van een onderbouw, kelders en (half)verdiepte parkeervoorzieningen.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
de vloeroppervlakte van alle voor mensen toegankelijke ruimten binnen een gebouw.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en leveren van goederen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
een gevel zoals beschreven in artikel 1.30 van deze regels, waarin geen te openen delen aanwezig zijn en met een karakteristieke geluidwering - conform NEN5077 - die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidsbelasting van die constructie en 33 dB (ingeval van wegverkeerslawaai) en 35 dB(A) (ingeval van industrielawaai), alsmede een bouwkundige constructie waarin alleen bij wijze van uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits die delen niet direct grenzen aan een geluidsgevoelige ruimte, zoals omschreven in artikel 1b, lid 4a en 4b van de Wet geluidhinder.
uitbouw aan de voor- of zijgevel van het hoofdgebouw op de begane grond.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
buitenruimte bij een woning waar de geluidbelasting ten gevolge van wegverkeerslawaai bij voorkeur niet hoger is dan 48 dB Lden, maar zeker niet hoger dan 53 dB Lden voor elk van de onderscheiden wegen (5 dB hoger dan bij de geluidsluwe gevel).
een gevel zoals omschreven in artikel 1.30 van deze regels waarop:
een woning in een gebouw dat (ten minste) twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen bevat.
bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen het dak, zoals omschreven in artikel 1 van de Wet geluidhinder.
woning in de vorm van een twee-aaneengebouwde woning (twee-onder-één-kap woning), meer aaneengebouwde (rijtjeswoning) en/of vrijstaande woning.
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
de kortste afstand van tussen de voorgevel en de oorspronkelijke achtergevel van het hoofdgebouw.
persoon of groep personen die een huishouden voert waarbij sprake is van een onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan, die binnen een woning gebruik maakt van dezelfde voorzieningen.
een woning die deel uitmaakt van een bouwmassa bestaande uit drie of meer hoofdgebouwen.
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,2 m boven peil is gelegen.
een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken, vaar- of voertuig, ark of caravan, voor zover dat of die niet als een bouwwerk is aan te merken, alsook een tent.
de openbare weg, een ontsluitingsweg ten behoeve van meer dan één woonperceel, het openbaar groen of andere openbare verblijfsruimte.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte ruimte vormt, met ten hoogste 1 wand.
het gebied waar dit bestemmingsplan betrekking op heeft.
een inrichting, bestaande uit een of meer voor publiek toegankelijke, besloten ruimten, waarin bedrijfsmatig of op een daarmee vergelijkbare wijze, seksuele handelingen worden verricht; onder een hiervoor bedoelde inrichting wordt in elk geval verstaan een bordeel.
een woning die deel uitmaakt van een bouwmassa bestaande uit twee hoofdgebouwen.
de bouwlagen van een woongebouw die als volgt tellen:
de naar de weg gekeerde of aan de voorzijde van een gebouw gelegen gevel of, indien het een gebouw betreft met meerdere zodanige gevels, één van die gevels.
de lijn die horizontaal loopt door het buitenwerks vlak van de voorgevel, tot aan de perceelsgrenzen.
een bouwmassa bestaande uit één vrijstaand hoofdgebouw.
al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen. Alsmede voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit, zoals duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten.
het verblijven van één huishouden in een woning.
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden, waaronder begrepen eventueel gemeenschappelijk gebruik van bepaalde ruimten.
type woning te onderscheiden in vrijstaand, twee-aaneen, meer aaneen of gestapeld.
een wooneenheid is een deel van een tot permanente bewoning bestemd gebouw door een particulier huishouden en dat voldoet aan alle criteria die van toepassing zijn op woningen.
de grenzen van een bouwperceel aan de zijkanten van het bijbehorende hoofdgebouw.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
de gezamenlijke oppervlakte van alle aanwezige bouwwerken, met uitzondering van de uitstekende delen van halfverdiepte parkeervoorzieningen en balkons, uitgedrukt in een percentage van het bestemmingsvlak.
vanaf het peil tot aan de onderkant van de diepst gelegen vloer, de fundering niet meegerekend.
de kortste afstand tussen de buitenwerkse gevelvlakken van de voorgevel van het hoofdgebouw en de achtergevel van het hoofdgebouw.
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
zoals nader beschreven in het bij deze regels behorende 'Beeldkwaliteitsplan Sortie 16' in Bijlage 2 van deze regels;
alsmede voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 3.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering en omvang van de bebouwing vanwege de ruimtelijke en ecologische kwaliteit zoals genoemd in 3.1 en nader beschreven in het bij deze regels behorende 'Beeldkwaliteitsplan Sortie 16' in Bijlage 2 van deze regels.
Het bevoegde gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2 voor de bouw van andere bouwwerken ten behoeve van extensieve recreatieve medegebruik, bijenteelt en infrastructurele voorzieningen, mits:
het gebruik van de voor 'Bos' aangewezen gronden is in strijd met deze bestemming als de in 3.1 genoemde waarden en kwaliteiten daardoor niet in stand kunnen worden gehouden.
Het is verboden op en in de gronden als bedoeld in lid 3.1, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders, de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 3.6.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden:
De omgevingsvergunning voor werken en/of werkzaamheden kan alleen worden verleend als de in lid 3.1, onder a, van deze regels genoemde waarden, niet onevenredig worden aangetast.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
zoals nader beschreven in het bij deze regels behorende 'Beeldkwaliteitsplan Sortie 16' in Bijlage 2 van deze regels;
alsmede voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 4.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
De bouwhoogte van andere bouwwerken als bedoeld in lid 4.2.1 mag niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
Verlichtingselementen, en vlaggenmasten | 10 m |
geluidsschermen | 6 m |
speelvoorzieningen | 5 m |
overige andere bouwwerken | 3 m |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering en omvang van de bebouwing vanwege de ruimtelijke kwaliteit zoals genoemd in 4.1 en nader is beschreven in het bij deze regels behorende 'Beeldkwaliteitsplan Sortie 16' in Bijlage 2 van deze regels.
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 5.1, mogen uitsluitend worden gebouwd of opnieuw worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 5.2.1 gelden de volgende regels:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
vlaggen- en andere masten | 5 m |
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn, op een terrein met daarop een gebouw | 2 m |
overige erf- en perceelsafscheidingen | 1 m |
overige andere bouwwerken | 2 m |
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 6.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 6.2.1 gelden de volgende bepalingen:
woningen
naam aanduiding | bouwwijze |
'vrijstaand' | vrijstaand |
bijbehorende bouwwerken
andere bouwwerken
bouwwerken | max. bouwhoogte |
vlaggen- en andere masten | 5 m |
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn, op een terrein met daarop een gebouw | 2 m |
overige erf- en perceelafscheidingen | 1 m |
overige andere bouwwerken | 3 m |
Het bevoegd gezag kan in een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de omvang en situering van de bebouwing vanwege de:
De gezamenlijke brutovloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een beroep - of bedrijf aan huis mag niet meer bedragen dan 30% van de totale brutovloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende bijgebouwen en in ieder geval niet meer dan 100 m2.
Naast hetgeen daaromtrent in de Algemene gebruiksregels in 'Algemene gebruiksregels' in Artikel 11 is bepaald, moet als strijdig gebruik in ieder geval worden aangemerkt, het gebruik van de in lid 6.1 bedoelde gronden, die onbebouwd zijn, voor:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 1.14 van deze regels voor het wonen in een vrijstaand bijgebouw, indien:
De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
zoals nader beschreven in het bij deze regels behorende 'Beeldkwaliteitsplan Sortie 16' in Bijlage 2 van deze regels;
Op en in de gronden als bedoeld in lid 7.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van woningen als bedoeld in lid 7.2.1 gelden de volgende bepalingen:
grondgebonden woningen:
gestapelde woningen:
De bouwhoogte van andere bouwwerken, niet zijnde overkappingen, mag niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
vlaggenmasten | 5 m |
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn, op een terrein met daarop een gebouw | 2 m |
overige erf- en perceelafscheidingen | 1 m |
beeldende kunst | 8 m |
licht- en andere masten | 10 m |
speelvoorzieningen | 5 m |
overige andere bouwwerken | 3 m |
De omgevingsvergunning voor bouwen van een woning kan alleen worden verleend als langs de grens met Beukbergen een groene afscherming is gerealiseerd met een hoogte van tenminste 2,5 meter in een boszone met een minimale breedte, conform het bijbehorende 'Beeldkwaliteitsplan Sortie 16' in Bijlage 2 van deze regels.
De omgevingsvergunning voor bouwen van een woning kan alleen worden verleend als over de volle lengte van de aanduidingen 'geluidscherm' op de figuur hierna, een gesloten geluidscherm is gerealiseerd en in stand wordt gehouden met een bouwhoogte van minimaal 7 meter en een gewicht van minimaal 10 kg/m².
De omgevingsvergunning voor bouwen van een woning kan alleen worden verleend als is voorzien in de aanleg van een waterberging met een capaciteit van ten minste 45 liter per vierkante meter bebouwd oppervlak, die na 24 uur na een bui weer voor 90% beschikbaar is en na realisatie ook in stand wordt gehouden.
Het bevoegd gezag kan in een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de omvang en situering van de bebouwing en aan de situering en uitvoering van gevels alsmede de indeling van de woning vanwege:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.2.1, onder c, en bij een gefaseerde ontwikkeling per deelgebied toestaan dat per fase/deelgebied wordt gedifferentieerd, onder de voorwaarden dat is verzekerd dat in het totale plangebied tenminste 20% van de woningen in de categorie sociale huur wordt gebouwd.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.2, onder i, voor een kleinere afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens, mits:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.2, onder h, voor een hoger bebouwingspercentage, mits de ruimtelijke kwaliteit zoals genoemd in lid 7.1 daarbij in stand kan worden gehouden.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.3, onder a, voor het toestaan van bijbehorende bouwwerken op minder dan drie meter van de voorgevel van het hoofdgebouw danwel vóór de voorgevel, mits:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.2.6 van deze regels en een omgevingsvergunning voor het bouwen van woningen verlenen zonder de realisering en/of instandhouding van een geluidscherm, in het geval de bedrijfsactiviteiten van de 'groothandel in papier en afvalscheidingsbedrijf voor papier' op het bedrijventerrein Soesterberg Noord zijn beëindigd en de uitoefening ter plaatse van ten hoogste categorie 3.1 bedrijvigheid is verzekerd.
De gezamenlijke brutovloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een beroep - of bedrijf aan huis mag niet meer bedragen dan 30% van de totale brutovloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende bijgebouwen en in ieder geval niet meer dan 100 m2, met dien verstande dat uitsluitend bedrijven aan huis zijn toegestaan zoals genoemd in de Staat van bedrijfsactiviteiten aan huis in Bijlage 1 van deze regels.
Het gebruik van de voor 'Woongebied' aangewezen gronden is in strijd met deze bestemming:
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor bescherming van aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden, waarbij de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemmingen.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het bepaalde in lid 8.2.1 is niet van toepassing op:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 8.2.1 wint zij schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast, en welke voorschriften aan de vergunning moeten worden verbonden.
Het is verboden om op de voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag:
Het in lid 8.3.1 genoemde verbod is niet van toepassing indien:
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 8.3.1 wordt slechts verleend indien:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 8.3.1 wint zij schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast, en welke voorschriften aan de vergunning moeten worden verbonden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd betreffende de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2', het plan te wijzigen zodanig dat de dubbelbestemming naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval wordt verwijderd, voorzover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor het bouwen onder een gebouw gelden de volgende regels:
Als gebruik in strijd met dit bestemmingsplan wordt in ieder geval aangemerkt het gebruik van:
een en ander tenzij dit gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden.
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - niet gesprongen explosieven' zijn de gronden niet aantoonbaar vrij van niet-gesprongen explosieven en geldt een verbod op het zonder voorafgaand onderzoek naar niet-gesprongen explosieven, uitvoeren van graafwerkzaamheden of grondbewerkingen ten behoeve van de aanleg van werken of de bouw van bouwwerken.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' zijn mede bestemd voor het behoud van de beschermende laag in de bodem van het grondwaterbeschermingsgebied van het grondwaterwingebied Beerschoten. Op deze zone zijn de provinciale regels van toepassing. Zo is het roeren van gronden, zoals het maken van boorputten, grond- en funderingswerkzaamheden, dieper dan 30 meter onder het maaiveld niet toegestaan, tenzij hiervoor toestemming van de provincie Utrecht is verkregen.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het plan voor:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de van deze regels deel uitmakende bijlage 'Staat van bedrijfsactiviteiten aan huis' als volgt te wijzigen:
het toevoegen en schrappen van soorten bedrijven en het veranderen van de categorie-indeling van soorten bedrijven, voor zover veranderingen in de bedrijfsvoering en de milieugevolgen van soorten bedrijven hiertoe aanleiding geven.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten aanzien van de ligging van bestemmingsgrenzen en van aanduidingsgrenzen voor zover die noodzakelijk zijn ter aanpassing van het plan aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein, mits de afwijking ten opzichte van hetgeen is aangegeven niet meer dan 1 m bedraagt.
Met dien verstande dat de omgevingsvergunning voor het afwijken uitsluitend wordt verleend indien de verwachte effecten inzichtelijk zijn gemaakt is aangetoond op welke wijze de hinder voor de directe omgeving geminimaliseerd wordt.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Sortie 16'.