direct naar inhoud van Artikel 6 Wonen
Plan: Dr. Schaepmanlaan
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0355.BPDrSchaepman-VS01

Artikel 6 Wonen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. beroep of bedrijf aan huis;
  • c. tuinen en erven, en
  • d. parkeren.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in lid 6.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. woningen;
  • b. bijbehorende bouwwerken, en
  • c. andere bouwwerken, zoals erf- of perceelafscheidingen en tuinmeubilair, niet zijnde overkappingen.
6.2.2 Bouwen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 6.2.1 gelden de volgende bepalingen:

  • a. binnen bouwvlakken mag het bebouwingspercentage 100% bedragen, met dien verstande dat de voorgeschreven afstanden tot de zijdelingse perceelsgrenzen in acht moeten worden genomen.

woningen

  • b. woningen mogen uitsluitend binnen bouwvlakken worden gebouwd;
  • c. binnen het bouwvlak zijn niet meer woningen toegestaan dan aanwezig bij de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan, tenzij op de verbeelding een ander maximum aantal wooneenheden is aangeduid;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' tevens een onderdoorgang ten behoeve van langzaamverkeer en moet de vrije doorgangshoogte niet minder dan 3 meter bedragen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' mag het aangeduide aantal wooneenheden niet worden overschreden;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte'(m) mogen de aangeduide hoogtes niet worden overschreden;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bebouwing uitgesloten' is geen bebouwing toegestaan;
  • h. balkons zijn toegestaan mits de bouwvlakgrens met niet meer dan 1,50 meter wordt overschreden;
  • i. de dakhelling van een kap op de woning mag niet meer dan 60 graden bedragen;
  • j. de ondergrondse bouwdiepte van woningen mag niet meer dan 4 meter bedragen.

bijbehorende bouwwerken

  • k. bijbehorende bouwwerken mogen ook buiten bouwvlakken worden gebouwd;
  • l. bijbehorende bouwwerken dienen op ten minste 3 m achter de voorgevelrooilijn van de betreffende woning te worden gebouwd, tenzij de bestaande afstand bij deze vrijstaande woningen al kleiner is;
  • m. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak, mag bij elke woning niet meer dan 40 m² bedragen plus 2% van de oppervlakte van het desbetreffende bouwperceel, tot een maximum van 100 m2 en met dien verstande dat het bouwperceel daardoor nooit voor meer dan 50% mag worden bebouwd (inclusief de bij de woning behorende gronden die voor 'Tuin' zijn aangewezen);
  • n. in aanvulling op het bepaalde onder m mag een bouwperceel kleiner dan 150 m2 tot maximaal 60% worden bebouwd (inclusief de bij de woning behorende gronden die voor 'Tuin' zijn aangewezen);
  • o. van bijbehorende bouwwerken mag de goothoogte niet meer dan 3 m bedragen, de bouwhoogte niet meer dan 4,5 m en de dakhelling niet meer dan 60°.

andere bouwwerken

De bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven.

bouwwerken   maximale bouwhoogte  
Vlaggen- en andere masten   6 m.  
Erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn, op een terrein met daarop een gebouw   2 m.  
Overige erf- en perceelafscheidingen   1 m.  
Overige andere bouwwerken   3 m.  
6.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de omvang en situering van de bebouwing vanwege de:

  • a. ruimtelijke structuur;
  • b. een architectonische en/of ecologische ontwikkeling;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. het behoud van parkeergelegenheid op eigen terrein;
  • e. de aansluiting op structurele groenelementen;
  • f. de bebouwingskarakteristiek van de omgeving;
  • g. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken
6.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels in 6.2 voor:

  • a. Meer vierkante meters bijbehorende bouwwerken ten behoeve van lichamelijk gehandicapten, met dien verstande dat:
    • 1. de bijbehorende bouwwerken achter de voorgevelrooilijn van de woning worden gesitueerd;
    • 2. het totale oppervlak aan bijbehorende bouwwerken per woning, buiten het bebouwingsvlak, ten hoogste 100 m² mag bedragen;
    • 3. een bouwperceel, voor zover gelegen naast en achter het aangeduide bouwvlak voor ten hoogste 50 % bebouwd wordt;
  • b. de verhoging van de goothoogte van de woning tot maximaal 9 m;
  • c. de realisering van balustrades, balkonhekken en balkonmuurtjes, met dien verstande dat de totale hoogte niet meer mag bedragen dan 4 m.
6.5 Specifieke gebruiksregels
6.5.1 Beroep of bedrijf aan huis

De gezamenlijke brutovloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een beroep- of bedrijf aan huis mag niet meer bedragen dan 30% van de totale brutovloeroppervlakte van de betreffende woning met bijbehorende bouwwerken en in ieder geval niet meer dan 100 m2.

6.5.2 Strijdig gebruik

Naast hetgeen daaromtrent in de Algemene gebruiksregels is bepaald, moet als strijdig gebruik in ieder geval worden aangemerkt, het gebruik van de in lid 6.5 bedoelde gronden, die onbebouwd zijn, voor:

  • a. buitenopslag van goederen ten behoeve van de uitoefening van een beroep- of bedrijf aan huis, en
  • b. behoudens in- en uitladen, overige bedrijfsactiviteiten in de openbare ruimte rond de betreffende woning;
  • c. het gebruik als opslag-, stort- of bergplaats van al dan niet aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen,-stoffen of-producten, voor zover niet in overeenstemming te achten met de tuin of het erf bij een woning.
6.5.3 Geluidsgevoelige functies

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - dove gevel' zijn geluidgevoelige ruimten alleen toegestaan als de woning ter plaatse van deze aanduiding is voorzien van een dove gevel tenzij de geluidsbelasting op deze gevel voldoet aan de grenswaarden uit het "Activiteitenbesluit".

6.6 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan afwijken ten behoeve van het wonen in een vrijstaand bijbehorend bouwwerk, indien:

  • a. daarvoor dringende sociaal-economische redenen bestaan;
  • b. vooraf vaststaat dat het tijdelijke huisvesting betreft, en
  • c. het aantal zelfstandige woningen niet wordt vergroot.