direct naar inhoud van Regels
Plan: Buitengebied, thematische herziening huisvesting seizoensarbeiders
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0352.bgbseizarbeid-bva1

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan 'Buitengebied, thematische herziening huisvesting seizoensarbeiders' met identificatienummer NL.IMRO.0352.bgbseizarbeid-bva1 van de gemeente Wijk bij Duurstede.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.

1.3 veiligheidsprotocol

een protocol waaruit blijkt op welke wijze wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. er dient 24 uur per dag iemand bereikbaar te zijn voor de gemeente en hulpdiensten namens de ondernemer, welke niet alleen de Nederlandse taal spreekt, maar ook de taal van de seizoenarbeiders, om zo een taalbarrière bij incidenten te voorkomen;
  • b. de ondernemer dient te zorgen voor toezicht op de locatie;
  • c. de ondernemer stelt huisregels op en ziet daarop toe;
  • d. de ondernemer beschrijft hoe ongeoorloofd verblijf wordt voorkomen en hoe adequate persoonsregistratie en inzage wordt georganiseerd;
  • e. de ondernemer dient te zorgen voor een aangename woonomgeving, met voldoende leefruimte en privacy voor de seizoenarbeiders;
  • f. de ondernemer zorgt voor voorzieningen op het terrein waar men kan ontspannen en recreëren.

Artikel 2 Van toepassing verklaring

2.1 Algemeen

De regels in dit bestemmingsplan zijn uitsluitend van toepassing op het bestemmingsplan genoemd in lid 2.2.

2.2 Bestemmingsplan
2.2.1 Bestemmingsplan 'Buitengebied 2015'

De regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied 2015' met identificatienummer NL.IMRO.0352.bgbbuitengebied-bva2, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Wijk bij Duurstede op 17 februari 2015 en onherroepelijk geworden bij uitspraak d.d. 9 maart 2016 van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (zaaknummer 201503642/1/R2), zijn onverminderd toepassing, met dien verstande dat het bepaalde in lid 3.4.4 sub k en lid 3.5.15 worden vervangen door de regels in dit bestemmingsplan.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Specifieke gebruiksregels
3.1.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruiken of laten gebruiken van gebouwen voor bewoning, met uitzondering van de bedrijfswoning en met uitzondering van het gebruik voor mantelzorg.

3.2 Afwijken van de gebruiksregels
3.2.1 Huisvesting seizoensarbeiders

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.1.1 voor de tijdelijke huisvesting van arbeidskrachten, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. huisvesting is noodzakelijk in het kader van de tijdelijke grote arbeidsbehoefte op het betreffende agrarische bedrijf, waarbij het bedrijf kan aantonen dat het aantal te realiseren logieseenheden is afgestemd op de eigen behoefte aan tijdelijke arbeidskrachten;
  • b. huisvesting wordt ter plaatse van de aanduiding bouwvlak gerealiseerd;
  • c. huisvesting in stacaravans of andere kampeermiddelen is niet toegestaan;
  • d. uitsluitend werknemers worden gehuisvest die binnen het eigen agrarisch bedrijf werkzaam zijn;
  • e. huisvesting wordt uitsluitend geboden aan werknemers die tijdelijk, dat wil zeggen maximaal negen maanden per jaar, op het bedrijf werkzaam zijn;
  • f. de logieseenheden voldoen aan alle eisen uit het Bouwbesluit en de gemeentelijke bouwverordening of diens rechtsopvolger(s);
  • g. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
  • h. het gebruik leidt niet tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkeling van omliggende (agrarische) bedrijven;
  • i. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast;
  • j. de in de omgeving aanwezige functies en waarden worden niet onevenredig aangetast;
  • k. er is geen sprake van zelfstandige wooneenheden (dus geen toevoeging van woningen in het buitengebied);
  • l. er is geen sprake van permanente bewoning;
  • m. per agrarisch bedrijf mogen niet meer dan 100 arbeidskrachten gehuisvest worden, met dien verstande dat:
    • 1. bij huisvesting van meer dan 20 arbeidskrachten een veiligheidsprotocol wordt overlegd;
    • 2. bij huisvesting van meer dan 20 arbeidskrachten de volgende voorwaarden aan de omgevingsvergunning worden verbonden:
      • maandelijks wordt een nachtregister overlegd waaruit blijkt welke werknemers op het bedrijfsperceel gehuisvest zijn;
      • maandelijks wordt een kopie van de loonadministratie overlegd waaruit blijkt dat de onder 1 genoemde werknemers ook daadwerkelijk in loondienst zijn van de aanvrager;
  • n. bij huisvesting tot 20 arbeidskrachten moet de verblijfsruimte per persoon minimaal 12,5 m2 bedragen;
  • o. bij huisvesting van meer dan 20 arbeidskrachten moet voldaan worden aan:
    • 1. de eisen aan huisvesting gesteld door de Stichting Normering Flexwonen (SNF) of diens rechtsopvolger(s), aan te tonen door een certificaat, of
    • 2. de eisen aan huisvesting gesteld door het Agrarisch Keurmerk Flexwonen (AKF) of diens rechtsopvolger(s), aan te tonen door een certificaat.

3.3 Voorwaardelijke verplichting

Het gebruiken van een gebouw voor de tijdelijke huisvesting van meer dan 20 arbeidskrachten mag niet eerder dan nadat een geldig certificaat van de Stichting Normering Flexwonen (SNF) of van het Agrarisch Keurmerk Flexwonen (AKF), of diens rechtsopvolger(s), is overlegd aan het college van burgemeester en wethouders.

3.4 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de tijdelijke huisvesting van seizoensarbeiders, ten behoeve van:

  • a. de verkeersveiligheid;
  • b. de sociale veiligheid;
  • c. de openbare orde;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de gezondheid en het welzijn van werknemers;
  • f. de situering van en het aantal parkeervoorzieningen op eigen terrein;
  • g. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 5 Overgangsrecht

5.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%.
  • c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

5.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, als bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, als bedoeld onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 6 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied, thematische herziening huisvesting seizoensarbeiders'.