Plan: | Trechtweg 9 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0352.BpTrechtweg9-va01 |
De gronden die op de plankaart zijn aangewezen als ‘Waarde - Archeologie - 3' zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), bestemd voor doeleinden ter bescherming en veiligstelling van de in de grond aanwezige of verwachte archeologische waarden.
Indien strijd ontstaat tussen het belang van het behoud en de bescherming van archeologische waarden en het bepaalde in artikel 3 prevaleert de bestemming 'Waarde - Archeologie - 3'.
Op de in artikel 4.1.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten behoeve van een overige aan deze gronden toegekende bestemming worden gebouwd, mits op basis van archeologisch onderzoek is vastgesteld dat ter plaatse geen behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn of de aanwezige behoudenswaardige archeologische waarden niet onevenredig worden geschaad.
Artikel 4.2.1 is niet van toepassing op bouwplannen die betrekking hebben op plangebieden die niet groter zijn dan 500 m2 of bouwaanvragen waarbinnen de bodem tot maximaal 50 cm onder maaiveld wordt geroerd.
In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige of verwachte archeologische waarden, is het
verboden op of in de gronden aangewezen als 'Waarde - Archeologie - 3' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Lid 4.4.1 is niet van toepassing op:
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien:
Voor zover de in lid 4.4.1 genoemde werken en werkzaamheden kunnen leiden tot onevenredige verstoring van behoudenswaardige archeologische waarden, kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde in lid 4.4.7 indien aan de vergunning een of een combinatie van de volgende voorschriften wordt verbonden:
Het in lid 4.4.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:
De onder lid 4.4.2 genoemde uitzonderingsbepalingen gelden niet indien in de periode van 24 maanden voor de datum van voorgenomen werken of werkzaamheden een uitzonderingsbepaling van toepassing is geweest op aangrenzende terreinen of terreinen op een afstand van minder dan 25 meter van het onderhavige terrein.
Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen als bedoeld in lid 4.4.1, wint het bevoegd gezag advies in van een door hen aan te wijzen ter zake deskundige.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen in die zin dat: