Plan: | Nico Bergsteijnweg 64 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0351.BP2021nbergst64-vg01 |
Aan de Nico Bergsteijnweg 64 is een voormalige bedrijfslocatie van een aannemersbedrijf aanwezig, inclusief een bedrijfswoning. Op dit perceel rust een bedrijfsbestemming. In november 2018 is een vergunning verleend voor de verbouwing van het pand naar een burgerwoning. De eigenaar heeft nu het voornemen om de woning (inpandig) te verbouwen en daarmee op de eerste verdieping twee appartementen en op de tweede verdieping twee studio's te realiseren. Hiervoor is een herziening nodig van het huidige bestemmingsplan.
De Nico Bergsteijnweg 64 is gelegen in de bebouwde kom van Woudenberg. Het perceel is vrijwel direct gelegen te midden van de dorpskern van Woudenberg. Circa 750 meter ten westen van het perceel loopt de N224, de provinciale weg tussen Scherpenzeel en Woudenberg.
Ligging in de omgeving
Het plangebied van dit bestemmingsplan wordt alleen gevormd door het genoemde perceel, voor zover dat nu een bedrijfsbestemming heeft.
Ter plaatse van het plangebied geldt de correctieve herziening van het bestemmingsplan 'Bebouwde Kom Woudenberg', vastgesteld door de gemeenteraad op 26 maart 2020.
Het plangebied heeft de bestemming 'Bedrijf - 1', met de nadere functieaanduidingen 'bedrijfswoning', 'bedrijf tot en met categorie 1' en 'specifieke vorm van bedrijf - aannemersbedrijf 1'. Hiermee is deze grond bestemd voor bedrijven in milieucategorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten en tevens voor een aannemersbedrijf uit maximaal milieucategorie 2. Er is één bedrijfswoning toegestaan. Middels de functieaanduiding bedrijfswoning binnen het bouwvlak is hierin voorzien.
Uitsnede plankaart met het plangebied globaal in rood omkaderd
Binnen het geldende bestemmingsplan is het niet mogelijk om het beschreven voornemen te realiseren. In de bedrijfsbestemming is namelijk maar één bedrijfswoning toegestaan. Met het voornemen komen er, naast de huidige woning op de begane grond, vier nieuwe woningen. Om het voornemen te realiseren is een nieuw bestemmingsplan nodig waarbij de bestemming 'Bedrijf - 1' gewijzigd wordt naar de bestemming 'Wonen'. Derhalve is onderhavig plan opgesteld.
In hoofdstuk 2 van deze onderbouwing wordt ingegaan op het relevante beleidskader. In het derde hoofdstuk wordt de huidige en nieuwe situatie beschreven. In hoofdstuk 4 wordt de uitvoerbaarheid aangetoond. Hoofdstuk 5 beschrijft de juridische planopzet en in het laatste hoofdstuk wordt afgesloten met inspraak en overleg.
In dit hoofdstuk wordt een analyse gegeven van het beleidskader van de omgeving van het plangebied.
De Omgevingsvisie van de provincie Utrecht is vastgesteld door de Provinciale Staten op 10 maart 2021. De Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie (PRS) is opgesteld om te zorgen voor een blijvend aantrekkelijke provincie. Via haar ruimtelijk beleid draagt de provincie bij aan een kwalitatief hoogwaardige fysieke leefomgeving, waarin het ook in de toekomst plezierig wonen, werken en recreëren is. De Omgevingsvisie is uitgewerkt aan de hand van 7 thema's en 3 regio's. De thema's zijn als volgt:
De drie regio's zijn U16, Amersfoort en Foodvalley.
De Omgevingsvisie geeft de ruimtelijke ambities weer van de provincie Utrecht. Hierin staat welke doelstellingen de provincie van provinciaal belang acht, welk beleid bij deze doelstellingen hoort én hoe dit beleid uitgevoerd wordt. Deels loopt deze uitvoering via de Interim Omgevingsverordening, die tegelijk met de Omgevingsvisie is vastgesteld. Op grond van de Wro heeft de Omgevingsvisie alleen een zelfbindende werking. Het is bindend voor de provincie, niet voor andere partijen. De Interim Omgevingsverordening zorgt voor doorwerking van het beleid en is bindend voor de gemeenten.
De Interim Omgevingsverordening van de provincie Utrecht is vastgesteld door de Provinciale Staten op 10 maart 2021. De omgevingsverordening bevat algemene regels die gemeenten in acht moeten nemen bij het opstellen van hun ruimtelijke plannen. In de omgevingsverordening staan geen regels die direct doorwerken naar de burgers. In de omgevingsverordening zijn alleen de algemene regels opgenomen, die noodzakelijk zijn voor het waarborgen van de provinciale belangen.
De omgevingsverordening geeft soms harde ruimtelijke grenzen aan. Soms wordt volstaan met de verplichting om een ruimtelijke keuze voor een bepaald beleidsaspect goed te onderbouwen. Daarnaast bevat de omgevingsverordening ook regels die voortvloeien uit het Barro. Bij de verordening zijn verschillende kaarten opgenomen. Navolgend worden de voor het plangebied relevante bepalingen besproken.
Watersysteem
Op de kaart 'watersysteem' is het plangebied gelegen binnen een overstroombaar gebied. Artikel 2.10 bepaalt hierover het volgende:
Toetsing
Het plangebied is binnendijks gelegen en het initiatief betreft de realisatie van vier woningen in een voormalige bedrijfswoning. Hierdoor hoeft geen rekening gehouden te worden met overstromingsrisico's.
Cultuurhistorie en landschap
Op de kaart 'cultuurhistorie en landschap' is het plangebied gelegen binnen het landschap Gelderse Vallei. Artikel 7.9 bepaalt hierover het volgende:
De kernkwaliteiten voor het landschap Gelderse Vallei zijn als volgt:
Toetsing
Onderhavig plan voorziet in de realisatie van in totaal vier nieuwe wooneenheden binnen een bestaand pand. Daarmee komen de kernkwaliteiten niet in het geding.
Conclusie
Onderhavige ontwikkeling is in overeenstemming met de Interim Omgevingsverordening.
In de structuurvisie Woudenberg geeft de gemeente aan hoe zij denkt over de ruimtelijke invulling voor het wonen, werken en recreëren in Woudenberg voor de komende jaren tot 2030. De redenen voor het opstellen van de structuurvisie zijn enerzijds dat de Wet ruimtelijke ordening het opstellen van een structuurvisie voor de gemeenten verplicht stelt en anderzijds dat er een flink aantal ontwikkelingsplannen voor onder andere woningbouw op stapel staan. Er zal afstemming plaatsvinden met het beleid op het gebied van werken, zorg en welzijn, onderwijs, sport, toerisme en recreatie en mobiliteit.
In de structuurvisie worden de volgende thema's beschreven: landschap en groen, wonen, economie, recreatie, verkeer, maatschappelijke voorzieningen. Het relevante thema voor onderhavige ontwikkeling is 'wonen'.
Wonen
Onder het thema wonen beschrijft de gemeente dat de vraag naar woningen de komende jaren blijft toenemen. Het behoud van de bestaande woonkwaliteit staat centraal. Ook in de toekomst is Woudenberg een vitale woongemeente met een bijpassend compleet voorzieningenniveau. Hiervoor wil de gemeente voldoende woningbouwmogelijkheden behouden.
Toetsing
Specifiek over de locatie van het plangebied wordt niks vermeld in de structuurvisie onder het thema wonen. Wel draagt onderhavig initiatief bij aan de toenemende vraag naar woningen, aangezien er, middels de opheffing van de bedrijfsbestemming met bedrijfswoning, in vier nieuwe woningen voorzien wordt.
Met de Woonvisie 2019+ wil de gemeente bereiken dat het van jong tot oud goed wonen is in Woudenberg. De woonwensen en woningbehoefte van alle inwoners willen zij zoveel mogelijk binnen onze gemeentegrenzen mogelijk maken, waar iedereen duurzaam & toekomstbestendig kan wonen in Woudenberg. Ook dient de Woonvisie als basis voor de prestatieafspraken met Vallei Wonen en de huurdersbelangenvereniging Woudenberg. Zo blijft het prettig wonen in Woudenberg voor iedereen.
In de woonvisie is opgenomen dat de sociale woningvoorraad de komende jaren, mede door het scheefwonen, toe dient te nemen om te voorzien aan de vraag. In de woonvisie is dan ook een streefprogramma opgenomen van minimaal 20% sociale woningbouw. Verder is er behoefte aan kleine woonvormen geschikt voor starters.
De gemeente voert iedere twee jaar een woningbehoefteonderzoek uit om de woningmarkt te kunnen monitoren en waar nodig te kunnen bijsturen. Begin 2020 is het woningbehoefteonerzoek uit 2018 geactualiseerd. Deze resultaten heeft de gemeente verwerkt in de Oplegger 2020+, welke dient als actualisering en aanvulling op de Woonvisie 2019+. De belangrijkste, relelevante uitkomsten van dit onderzoek zijn als volgt:
De Doelgroepenverordening Gemeente Woudenberg 2020 geeft de wettelijk vereiste basis om het gemeentelijke woonbeleid over nieuw te bouwen sociale huurwoningen en goedkope koopwoningen toe te kunnen passen in nieuwe bestemmingsplannen. In deze verordening wordt onder sociale huurwoning het volgende verstaan: 'Huurwoningen met een huurprijs onder de liberalisatiegrens van € 737,14 (prijspeil 2020). Kan zowel door corporaties als particulieren worden aangeboden'.
Toetsing
Met onderhavige ontwikkeling wordt voorzien in sociale huurwoningen. Op grond van de doelgroepenverordening dienen de nieuwe woningen verhuurd te worden als sociale huurwoning. Hierbij worden de inkomensgrenzen en maximale huurprijzen van sociale huurwoningen gehanteerd. Met dit plan wordt dus bijgedragen aan de toenemende vraag naar sociale huurwoningen. Dit plan is in overeenstemming met het gemeentelijke woonbeleid.
Hieronder wordt de bestaande situatie van de omgeving en het plangebied beschreven.
Omgeving
Het plangebied bevindt zich binnen de bebouwde kom van Woudenberg, op circa 700 meter afstand ten oosten van het centrum. Aangezien het plangebied binnen de bebouwde kom ligt, bestaat de omgeving vrijwel alleen uit bebouwing. Grotendeels betreft het woningen, maar er zijn ook enkele maatschappelijke, bedrijfs-, kantoorbestemmingen in de omgeving van het plangebied. Het plangebied ligt aan de westelijke kant van de Nico Bergsteijnweg, die op circa 80 meter afstand aangesloten is op de doorgaande weg Stationsweg West. Verder ligt direct ten noorden van het plangebied de Laan van Blotenburg. Aan de Nico Bergsteijnweg staan voornamelijk twee-onder-een-kapwoningen, waar de huizen een eigen oprit hebben. Het plangebied bevindt zich in een 30 km-zone waar langs de wegen beplanting, bomen en overig groen aanwezig is.
Ligging in de omgeving
Plangebied
Het plangebied is gelegen aan de Nico Bergsteijnweg 64. Dit is een lokale weg die in het zuiden aansluit op de doorgaande weg de Stationsweg West. Op het perceel van circa 575 m2 is bebouwing aanwezig. Het betreft het voormalige bedrijfsgebouw van een aannemersbedrijf. In dit pand was, aan de zijde van de Nico Bergsteijnweg, een bedrijfswoning aanwezig. In 2018 is dit pand middels een omgevingsvergunning verbouwd naar een burgerwoning. Verder herbergt het plangebied een oprit met schuur en aan de andere zijkant, naast het trottoir, is nog een verharde strook waar onder andere geparkeerd kan worden.
Luchtfoto met het plangebied globaal in rood omkaderd
Aanzicht vanaf de Nico Bergsteijnweg
Zijaanzicht vanaf de Nico Bergsteijnweg
Aanzicht vanaf het kruispunt Nico Bergsteijnweg en de Laan van Blotenburg
Aanzicht vanaf de Laan van Blotenburg
Het voornemen is om de huidige woning (inpandig) te verbouwen. De begane grond wordt verbouwd en ingericht voor één woning. Hier worden drie slaapkamers, een woonkamer, keuken, eethoek en badkamer gerealiseerd. Aan de achterkant van de begane grond komt een berging bijhorend bij deze woning.
Op de eerste verdieping worden twee appartementen gerealiseerd. Beide appartementen worden voorzien van een woonkamer, slaapkamer, badkamer en keuken. Ook is er aan de achterkant van de eerste verdieping een gezamenlijke buitenruimte. Beide appartementen hebben een oppervlakte van circa 44 m2.
Op de tweede verdieping is de kap verhoogd. Hier worden twee studio's gerealiseerd. Beide studio's worden ook voorzien van een woonkamer, slaapkamer, badkamer en keuken. Beide studio's hebben een oppervlakte van circa 20 m2. Om te kunnen voorzien in deze studio's is voor dit deel van het gebouw de goot- en bouwhoogte verhoogd met 1 meter tot respectievelijk 7 en 10 meter.
Het deel van het gebouw wat momenteel aan het eind van de oprit staat wordt in de nieuwe situatie gebruikt als gemeenschappelijke berging. Het achterste deel van het pand zal als magazijn gebruikt worden. Voor dit deel van het gebouw is de goot- en bouwhoogte verlaagd naar 4 meter.
In ruimtelijke optiek houden de geschetste wijzigingen dus vrijwel alleen in dat er binnen de huidige bebouwing verbouwd wordt, zodat in totaal voorzien kan worden in 5 woningen.
In de nieuwe situatie dient voorzien te worden in 8 parkeerplaatsen. Voor een nadere toelichting hierop wordt verwezen naar paragraaf 4.5. Om hierin te kunnen voorzien op eigen terrein, wordt door de initiatiefnemer een gedeelte van de openbare ruimte aangekocht. Hier is nu een breed trottoir aanwezig. Het voornemen van de gemeente was om hier het trottoir te versmallen, om ruimte te maken voor nieuw, openbaar groen. Vanwege de voor onderhavige ontwikkeling benodigde parkeerplaatsen is dat niet meer aan de orde. Het (potentiële) groen dat hiermee verloren gaat zal elders gecompenseerd te worden. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering ligt bij de gemeente. Bezien vanaf de voorgevel worden, aan de rechterkant van het perceel, in totaal 6 parkeerplaatsen gerealiseerd. Met de huidige oprit wordt voorzien in de overige 2 parkeerplaatsen.
Tekening nieuwe situatie - begane grond, bergingen, magazijn en parkeerplaatsen
Op grond van artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (verder: Bro) moet de gemeente in de toelichting op het bestemmingsplan een beschrijving opnemen van de wijze waarop de milieukwaliteitseisen bij het plan zijn betrokken. Daarbij moet rekening gehouden worden met de geldende wet- en regelgeving en met de vastgestelde (boven)gemeentelijke beleidskaders. Bovendien is een bestemmingsplan vaak een belangrijk middel voor afstemming tussen de milieuaspecten en ruimtelijke ordening. In deze paragraaf worden de relevante thema's rondom milieu behandeld.
Een nieuwe bestemming mag pas worden opgenomen als aangetoond is dat de bodem geschikt is voor de nieuwe/aangepaste bestemming en dus niet verontreinigd of vervuild is. Voor zover bekend zijn de menselijke activiteiten in het plangebied beperkt gebleven voor de bewoning van de aanwezige bedrijfswoning en voor het aannemersbedrijf. Bij een bestemmingswijziging is een bodemonderzoek slechts noodzakelijk indien de bestemmingswijziging tevens een wijziging naar een gevoeliger bodemgebruik inhoudt. Bij een bestemmingswijziging die een gelijkblijvend of minder gevoelig bodemgebruik oplevert, is de bodemkwaliteit in het kader van de bestemmingswijziging niet relevant en is bodemonderzoek niet noodzakelijk.
Met dit bestemmingsplan wordt er in het huidige voorzien in vijf woningen. Het betreffende bouwwerk is al aanwezig en het pand wordt al bewoond. In de nieuwe situatie is er dus geen sprake van een gevoeliger bodemgebruik, waardoor de bodemkwaliteit de realisatie van de nieuwe bestemming niet in de weg staat. Hierdoor is een bodemonderzoek niet noodzakelijk.
Zowel de ruimtelijke ordening als het milieubeleid stellen zich ten doel een goede kwaliteit van het leefmilieu te handhaven en te bevorderen. Dit gebeurt onder andere door milieuzonering. Onder milieuzonering verstaan we het aanbrengen van een voldoende ruimtelijke scheiding tussen milieubelastende bedrijven of inrichtingen enerzijds en milieugevoelige functies als wonen en recreëren anderzijds. De ruimtelijke scheiding bestaat doorgaans uit het aanhouden van een bepaalde afstand tussen milieubelastende en milieugevoelige functies. Die onderlinge afstand moet groter zijn naarmate de milieubelastende functie het milieu sterker belast.
Milieuzonering heeft twee doelen:
Voor het bepalen van de aan te houden afstanden wordt de daarvoor algemeen aanvaarde VNG-uitgave 'Bedrijven en Milieuzonering' uit 2009 gebruikt. Deze uitgave bevat een lijst, waarin voor een hele reeks van milieubelastende activiteiten (naar SBI-code gerangschikt) richtafstanden zijn gegeven ten opzichte van milieugevoelige functies. De lijst geeft richtafstanden voor de ruimtelijk relevante milieuaspecten geur, stof, geluid en gevaar.
Onderhavige ontwikkeling voorziet alleen in de vestiging van milieugevoelige functies: de nieuwe woningen. Daarom is alleen sprake van inwaartse zonering.
De dichtstbijzijnde milieubelastende functie is een autobedrijf welke zich op ruim 185 meter afstand vanaf de woning op het plangebied bevindt. De categorie 'handel in auto's, motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven' uit de VNG-richtafstandenlijst komt hiermee het best overeen. Hiervoor geldt milieucategorie 2. De richtafstand bij deze categorie is 30 meter. Hier wordt ruimschoots aan voldaan. In de nieuwe woningen zal dan ook sprake zijn van een goed woon- en leefklimaat.
Milieuzoneringen vormen geen belemmering voor dit plan.
Op basis van de Wet geluidhinder (Wgh) zijn er drie geluidsbronnen waarmee bij de vaststelling van bestemmingsplannen rekening gehouden dient te worden: wegverkeers-, railverkeers- en industrielawaai. Het plangebied is alleen gelegen binnen de invloedssfeer van verkeerswegen. Om deze reden wordt alleen wegverkeerslawaai beschouwd. Het plangebied is gelegen binnen de invloedssfeer van de Nico Bergsteijnweg, de Laan van Blotenburg en de Stationsweg West. Alleen laatstgenoemde weg heeft een geluidzone, aangezien de andere wegen 30 km-wegen zijn.
Door Groenewold Adviesbureau voor Milieu & Natuur is een akoestisch onderzoek naar wegverkeerslawaai uitgevoerd. Dit onderzoek is opgenomen als Bijlage 1 bij deze toelichting. Uit dit onderzoek blijkt dat de geluidbelasting van de Stationsweg West op de gevels van de woning Lden=38 dB of lager bedraagt. Hiermee wordt voldaan aan de voorkeurswaarde van Lden=48 dB. Ook vanwege de aangrenzende 30 km-wegen wordt de voorkeursgrenswaarde niet overschreden. Wegverkeerslawaai vormt hiermee geen belemmering voor de realisatie van het plan.
In de Wet milieubeheer (verder: Wm) zijn eisen opgenomen waaraan de luchtkwaliteit in de buitenlucht moet voldoen. Hierbij is onderscheid gemaakt in grenswaarden waaraan nu moet worden voldaan en grenswaarden waaraan in de toekomst moet worden voldaan. De meest kritische stoffen zijn stikstofdioxide en fijnstof. Aan de andere stoffen die in de Wet worden genoemd wordt in Nederland, behoudens bijzondere situaties, overal voldaan. Op grond van artikel 5.16 Wm kan de gemeenteraad een bestemmingsplan met mogelijke gevolgen voor de luchtkwaliteit alleen vaststellen wanneer aannemelijk is gemaakt dat:
Met dit bestemmingsplan wordt een bedrijfsbestemming opgegeven en komt er een woonbestemming voor terug. Binnen deze woonbestemming worden meerdere woningen gerealiseerd binnen bestaande bebouwing. De nieuwe situatie leidt niet of slechts tot een fractie van de verkeersbewegingen die projecten kunnen veroorzaken die onder de 'Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)' vallen, zoals bijvoorbeeld 1.500 woningen (netto) bij minimaal 1 ontsluitingsweg. Derhalve is het niet nodig luchtkwaliteitsonderzoek uit te voeren voor dit bestemmingsplan.
Het plangebied ligt niet binnen de invloedsfeer van Bevi-bedrijven en transportassen voor gevaarlijke stoffen. Het dichtstbijzijnde BRZO-bedrijf is gelegen aan de Parallelweg 6, en ligt op circa 1.700 meter van het plangebied. Externe veiligheid vormt derhalve geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van dit plan.
Het plangebied is niet gelegen binnen een archeologisch waardevol gebied. Verder wordt met dit bestemmingsplan alleen voorzien in de verbouwing van een voormalig bedrijfsgebouw/-woning. Binnen dit bestaande gebouw worden meerdere woningen gerealiseerd. Er vinden dus geen (ingrijpende) graafwerkzaamheden plaats. Derhalve is het uitvoeren van een archeologisch onderzoek niet noodzakelijk. In het plangebied zijn verder ook geen bijzondere cultuurhistorische waarden of monumenten aanwezig.
Soortenbescherming
Het plangebied betreft nu een bebouwd perceel, die gelegen is in de dorpskern van Woudenberg. Onderhavige ontwikkeling betreft het herbestemmen van een bestaand gebouw en de realisatie van meerdere woningen binnen het bestaande gebouw. Deze ontwikkeling zal naar verwachting geen negatief effect veroorzaken op beschermde soorten.
Gebiedsbescherming
Uit een handreiking van de Rijksoverheid (januari 2020) is op te maken dat de bouw van 50 woningen op een locatie op een afstand van 7000 meter van een Natura-2000 gebied, geen effect zal hebben op dat gebied. Dit plan gaat over 5 woningen binnen een bestaand gebouw. Het plan ligt op meer dan 7000 meter afstand van een Natura-2000 gebied. Een Aerius-berekening is voor dit plan dan ook niet noodzakelijk.
Gezien de aard van het plan en de afstand tot Natura 2000-gebieden vormen beschermde natuurgebieden geen belemmering voor de uitvoering van het plan. Het plangebied ligt ruim buiten het Natuur Netwerk Nederland. Natuurregelgeving staat de uitvoerbaarheid van het bouwplan niet in de weg.
Binnen dit plangebied zijn geen kabels en leidingen aanwezig die planologische bescherming behoeven. Hierdoor vormt dit dus geen belemmering voor dit bestemmingsplan.
Op basis van de gemeentelijke parkeerbeleid moet in de nieuwe situatie voorzien worden in 8 parkeerplaatsen. Dit is berekend op basis van de parkeerkencijfers uit CROW-publicatie 381. Voor de categorie 'huur, appartement, midden/goedkoop (incl. sociale huur)' in matig/weinig stedelijk gebied en in het schil centrum is de maximale parkeernorm 1,6 per woning. Aangezien er in totaal voorzien wordt in 5 woningen, is het benodigd aantal parkeerplaatsen 5 x 1,6 = 8. Zoals op de plattegrond in paragraaf 3.2 te zien is, wordt er voorzien in 8 parkeerplaatsen. Er wordt dus voldaan aan de parkeernorm. Parkeren vormt geen belemmering voor dit plan.
Sinds 1 november 2003 is voor alle ruimtelijke plannen de watertoets verplicht. Het doel van de watertoets is waterbelangen evenwichtig mee te nemen in het planvormingsproces van Rijk, Provincies en gemeenten. Hiermee wordt een veilig, gezond en duurzaam watersysteem nagestreefd. De toets omvat het gehele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van de in ruimtelijke plannen voorkomende waterhuishoudkundige aspecten. Via de digitale watertoets is beoordeeld of en welke waterbelangen voor het plan relevant zijn.
Het resultaat van de digitale watertoets is opgenomen in Bijlage 2 van Bijlagen bij de toelichting. Hieruit is naar voren gekomen dat er geen essentiële waterbelangen worden geraakt en er liggen geen belangrijke oppervlaktewateren of waterkeringen binnen het plangebied. Op basis daarvan geeft het waterschap een positief wateradvies.
Verder leidt dit bestemmingsplan planologisch niet tot een significante toename van de mogelijkheden om gronden te verharden. Het betreft een ontwikkeling binnen bestaande bebouwing. Verder verandert er voor de waterhuishouding dus niets. Hemelwater zal opgevangen en afgevoerd worden via de hemelwateropvang. Het bestaande pand in het plangebied is reeds aangesloten op de gemeentelijke vuilwaterriolering.
In hoofdstuk 3 is de beoogde invulling van het plangebied beschreven. Hoofdstuk 4 liet zien dat dit uitvoerbaar is. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de juridische regeling om het mogelijk te maken.
Voor de regels van dit plan zijn de relevante regels uit de correctieve herziening van het bestemmingsplan 'Bebouwde Kom Woudenberg' gebruikt.
Het gehele plangebied krijgt een nieuwe bestemming. De huidige bedrijfsbestemming met bijbehorende functieaanduidingen komt te vervallen en de nieuwe bestemming wordt 'Wonen'. Hiermee komt dus ook de mogelijkheid om het perceel te gebruiken voor bedrijven in milieucategorie 1 en voor een aannemersbedrijf te vervallen. Met de nieuwe bestemming wordt deze grond enkel bestemd voor wonen, tuinen, terreinen en erven, met daaraan ondergeschikte nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen, verkeers- en verblijfsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
Op de nieuwe bestemming zijn 5 woningen toegestaan binnen één hoofdgebouw. Op de plankaart wordt dit aangeduid met de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden'. Het hoofdgebouw is enkel toegestaan binnen het bouwvlak. Verder is de functieaanduiding 'gestapeld' aangegeven binnen het bouwvlak, aangezien er meerdere woningen boven elkaar 'gestapeld' worden. Voor het voorste gedeelte van het pand geldt een maximale goothoogte van 7 meter en bouwhoogte van 10 meter. Voor het achterste gedeelte van het pand geldt een maximale goot- en bouwhoogte van 4 meter. Op de plankaart is dit aangeduid met maatvoeringsaanduidingen.
Het concept van dit bestemmingsplan zal worden toegezonden aan de provincie Utrecht in het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening. De uitkomsten van dit overleg zullen te zijner tijd in deze paragraaf worden verwerkt. Dit plan is ook toegezonden aan de Veiligheidsregio Utrecht. Zij hebben geadviseerd om paragraaf 4.1.6 aan te passen en te vermelden dat het BRZO-bedrijf op ruime afstand gelegen is. Dit advies is overgenomen. Verder zijn met met dit plan geen nationale belangen in het geding. Vooroverleg met de Rijksoverheid is daarom achterwege gebleven. Het vooroverleg met het waterschap heeft reeds plaats gevonden in het kader van de watertoets, zie paragraaf 4.6. Het waterschap heeft toen een positief advies afgegeven.
De ontwikkeling die dit plan mogelijk maakt, heeft een beperkte invloed op zijn omgeving. Daarom heeft geen voorontwerp van dit plan voor inspraak ter inzage gelegen. De buurtbewoners zijn geïnformeerd over het initiatief. Het betreft de volgende bewoners van de Nico Bergsteijnweg, nummers 62, 66, 68, 72, 143, de Laan van Blotenburg, nummers 45, 47, 64, 66, en de Daantgenshof, nummer 4. Hieruit is gebleken dat er geen aanleiding is om het initiatief bij te stellen. Het verslag van dit overleg is opgenomen als Bijlage 3 bij deze toelichting.
Met ingang van P.M. tot en met P.M. heeft het ontwerp van dit bestemmingsplan ter inzage gelegen. Toen zijn P.M. zienswijzen ingediend.
Op grond van artikel 6.12, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) stelt de gemeenteraad een exploitatieplan vast voor gronden waarop een bouwplan voorkomt dat in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is aangewezen. Onderhavige plan voorziet in een bouwplan zoals dat in artikel 6.2.1 Bro is benoemd. Toch is het niet noodzakelijk een exploitatieplan vast te stellen. Met de initiatiefnemer wordt namelijk een anterieure overeenkomst gesloten. Hierin is geregeld dat alle kosten die samenhangen met de onderhavige herziening van het bestemmingsplan voor rekening komen van initiatiefnemer. Deze herziening heeft derhalve voor de gemeente geen financiële gevolgen.