direct naar inhoud van Artikel 3 Centrum
Plan: Woudenberg Dorp 2011
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0351.BP2011dorp-ow01

Artikel 3 Centrum

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen, met dien verstande dat het wonen uitsluitend op de verdieping is toegestaan met uitzondering van de locaties ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
  • b. detailhandel en dienstverlening, met dien verstande dat:
    • 1. deze uitsluitend op de begane grond zijn toegestaan;
    • 2. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk niet is teogestaan;
  • c. ambachtelijke bedrijven voor zover voorkomend in ten hoogste categorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • d. horecabedrijven uit ten hoogste categorie 1a van de Staat van Horeca-activiteiten, met dien verstande dat:
    • 1. horecabedrijven uitsluitend op de begane grond zijn toegestaan;
  • e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals (ontsluitings)wegen, nutsvoorzieningen, groen, parkeervoorzieningen en water ten behoeve van wateraanvoer en -afvoer, waterberging en sierwater.

3.2 Bouwregels

Op deze gronden mag gebouwd worden en gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  • c. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • d. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen grenzend aan openbaar gebied bedraagt ten hoogste 1 m;
  • e. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m;
  • f. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 10 m;
  • g. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.
3.3 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 3.1 teneinde horecabedrijven uit categorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten toe te staan, met dien verstande dat:

  • a. afwijking niet mag leiden tot onevenredige hinder voor de directe omgeving;
  • b. het parkeren ten behoeve van het horecabedrijf op de bij het horecabedrijf behorende gronden dient plaats te vinden;
  • c. er geen onevenredige vergroting van de verkeersdruk in de omgeving mag ontstaan.