direct naar inhoud van Artikel 30 Waterstaat - Waterbergingsgebied
Plan: Woudenberg Buitengebied 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0351.BP2010buitengebied-vg01

Artikel 30 Waterstaat - Waterbergingsgebied

30.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de waterberging.

30.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 30.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 2,5 meter;
  • b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

30.3 Ontheffing bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van lid 30.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het doelmatig functioneren van de waterberging door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad. Alvorens over het verlenen van ontheffing te beslissen winnen burgemeester en wethouders hieromtrent schriftelijk advies in bij de beheerder van de betreffende waterberging.

30.4 Aanlegvergunning
30.4.1 Aanlegverbod

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
  • b. het aanleggen van watergangen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande watergangen.

30.4.2 Uitzondering op het aanlegverbod

Het verbod van lid 30.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarbij lid 30.3 in acht is genomen;
  • b. behoren tot het normale onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan reeds verleende bouw-, aanleg- of ontgrondingenvergunning;
  • d. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan.

30.4.3 Voorwaarden voor een aanlegvergunning

De werken en werkzaamheden, zoals in lid  30.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het doelmatig functioneren van de waterberging door de werken en werkzaamheden niet onevenredig wordt geschaad. Alvorens over het verlenen van aanlegvergunning te beslissen winnen burgemeester en wethouders hieromtrent schriftelijk advies in bij de beheerder van de betreffende waterberging.

30.4.4 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde in lid 30.4.1 is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a van de Wet op de economische delicten.