direct naar inhoud van Artikel 12 Kantoor
Plan: Woudenberg Buitengebied 2010
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0351.BP2010buitengebied-ow01

Artikel 12 Kantoor

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kantoren, al dan niet in combinatie met aan de kantoorfunctie ondergeschikte dienstverlening;
  • b. de bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals wegen en paden, tuinen, erven, groenelementen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen.

12.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

12.2.1 Bedrijfsbebouwing binnen het bouwvlak
  • a. binnen bouwvlakken mogen niet voor bewoning bestemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gerealiseerd;
  • b. de bedrijfsvloeroppervlakte van gebouwen en overkappingen, waarbij de woning niet is inbegrepen, bedraagt per bouwvlak niet meer dan is aangegeven met de maatvoeringsaanduiding 'maximale oppervlakte (bvo)';
  • c. de goothoogte en bouwhoogte van bedrijfsgebouwen en overkappingen bedraagt niet meer dan met de maatvoeringsaanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven;
  • d. de maximale hoogte van erf- of terreinafscheidingen voor de voorgevellijn van de gebouwen bedraagt 1 meter;
  • e. de maximale hoogte van erf- of terreinafscheidingen achter de voorgevellijn van de gebouwen bedraagt 2 meter;
  • f. de maximale hoogte van bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, bedraagt niet meer dan 6 meter.

12.2.2 Buiten het bouwvlak

Buiten het bouwvlak mogen uitsluitend erf- en terreinafscheidingen en bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, worden gebouwd met een maximale hoogte van 2 meter.

12.3 Ontheffing van de bouwregels
12.3.1 Vergroten bedrijfsvloeroppervlakte gebouwen en overkappingen

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 12.2.1onder b voor het vergroten van de bedrijfsvloeroppervlakte van gebouwen en overkappingen met ten hoogste 15% mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. het landschap in de omgeving wordt niet onevenredig aangetast;
  • b. de bebouwing wordt landschappelijk goed ingepast in de omgeving;
  • c. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.
  • d. ter plaatse van de gronden met de aanduiding 'Wro - zone wijzigingsgebied 3' en binnen een afstand van 50 meter van de door de provincie in de Verordening Ruimte vastgestelde begrenzing van de Ecologische Hoofdstructuur is vergroting met 100 m2of meer slechts toegestaan als de wezenlijke ecologische kenmerken, waarden en potenties van de Ecologische Hoofdstructuur niet significant worden aangetast; alvorens alvorens het plan te wijzigen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de landschaps- en natuurbeschermingsdeskundige.

12.4 Gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. detailhandel is niet toegestaan;
  • b. de opslag van goederen en materialen voor de voorgevellijn van de bedrijfsgebouwen is niet toegestaan;
  • c. opslag van goederen en materialen buiten het bouwvlak is niet toegestaan;
  • d. permanente of tijdelijke bewoning van gebouwen, niet zijnde bedrijfswoningen, is niet toegestaan;
  • e. het gebruiken van een bedrijfsgebouw, ten behoeve van het ontvangen of verlenen van mantelzorg is niet toegestaan.

12.5 Wijzigingsbevoegdheden
12.5.1 Wijzigen bestemming Kantoor naar Wonen

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Kantoor wijzigen in Wonen en in combinatie daarmee tevens lid 31.2 onder a wijzigen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. aangetoond moet zijn dat het kantoor is beëindigd;
  • b. bij wijziging van de gronden met de aanduiding ´zonder bedrijfswoning´ mag ten hoogste één woning worden gebouwd, mits minimaal 1.000 m² bedrijfsgebouwen worden gesloopt;
  • c. de wijziging in de bestemming Wonen omvat het gehele bestemmingsvlak waarbij het aantal woningen niet mag worden vergroot;
  • d. wijziging van lid 31.2 onder a is uitsluitend toegestaan in geval van sloop van bedrijfsgebouwen als bedoeld onder b, waarbij deze wijziging is gericht op het verminderen van de maximaal toelaatbare oppervlakten van bestaande bouwwerken voor het betreffende perceel met de oppervlakte aan bebouwing die wordt gesloopt;
  • e. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.