direct naar inhoud van 3.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Grebbeweg West I
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0345.GrebbewegE217-vg01

3.4 Gemeentelijk beleid

3.4.1 Structuurvisie Veenendaal 2025

De Structuurvisie geeft de ruimtelijke en verkeerskundige visie op Veenendaal in 2025. De structuurvisie is op 5 november 2009 door de gemeenteraad van Veenendaal vastgesteld. De visie geeft de hoofdlijnen van de beoogde ontwikkeling van Veenendaal weer. De visie is geformuleerd aan de hand van de volgende tien ambities:

  • 1. Zichtbare en sterke historische identiteit;
  • 2. Woon- en werkgebieden met eigen karakters;
  • 3. Heldere routes met duidelijke entrees;
  • 4. Brandpunten in de stad;
  • 5. Groene stad;
  • 6. Aantrekkelijke woonwijken;
  • 7. Goed gebruik van beschikbare ruimte;
  • 8. Bereikbare economische gebieden;
  • 9. Een fietsende stad;
  • 10. Goed openbaar vervoer

Voor iedere ambitie is geformuleerd wat gemeente Veenendaal wil bereiken en zijn voorbeelden gegeven hoe dit bereikt kan worden.

Het plangebied maakt onderdeel uit van het zoekgebied voor landschapsontwikkeling. De zoekgebieden betreffen met name de groengebieden langs de randen van het stedelijk gebied. In deze gebieden is verdere versterking van de landschappelijke kwaliteiten en verbetering van de groene uitstraling gewenst.

Het voorgenomen plan betreft niet alleen natuurontwikkeling langs het Valleikanaal maar ook de realisatie van twee nieuwe woningen aan de Grebbeweg. Door op een zorgvuldige manier de nieuwe woningen in het landschap in te passen kan de combinatie van natuurontwikkeling en woningbouw toch als kwaliteitsverbetering voor het gebied worden gezien.

3.4.2 Landschapsontwikkelingsplan

Het landelijk gebied verandert. Waar vroeger alleen landbouwactiviteiten plaatsvonden, vinden nu ook andere activiteiten plaats, zoals recreatie, verkoop aan huis en er zijn woningen bijgekomen. Ook het landschap en de natuur zijn veranderd: het gebied is meer open geworden door het verdwijnen van de houtwallen en andere streekeigen beplanting.

Het Landschapsontwikkelingsplan (LOP), vastgesteld door de gemeenteraad op 19 april 2007, beschrijft hoe de gemeente omgaat met het veranderende landelijk gebied.

Het plangebied maakt volgens het LOP deel uit van het stedelijk gebied van Veenendaal maar ligt tegen het slagenlandschap van de Hellen aan. Samen met de Groene Velden vormt de Hellen de groene lob in het oosten van Veenendaal. In deze zone wordt ingezet op lokale waterberging en de ontwikkeling van ecologische stapstenen. Ook beeldkwaliteit van bebouwing en erven en recreatieve ontsluiting zijn aandachtspunten. De reeds bestaande natuur in de Hellen zal een belangrijke uitbreiding krijgen in oostelijk richting door de ontwikkeling van een regionaal natuurgebied met tevens functie voor waterberging.

Bij het voorgenomen plan wordt ingezet op ontwikkeling van natte natuur langs het Valleikanaal. Daarnaast is bij het ontwerp van de twee woningen en de inrichting van de bijbehorende erven veel aandacht besteed aan de beeldkwaliteit. Het plan sluit dan ook aan op de uitgangspunten uit het LOP van de gemeente Veenendaal.

3.4.3 Waterplan Veenendaal 2006

Op 21 september 2006 heeft de gemeenteraad het Waterplan Veenendaal vastgesteld. Het wensbeeld van Veenendaal op het gebied van water is: 'Het komen tot een duurzaam en integraal waterbeheer, gericht op het behouden en verstreken van de functies en kwaliteiten van het water in al zijn facetten voor de langere termijn'.

Het doel van het waterplan is de randvoorwaarden te scheppen waarmee het wensbeeld wordt bereikt, op voorwaarde dat dit past binnen de kaders van de bestuurlijke prioritering.

Het waterplan kent twee onderdelen: een algemeen visiedeel voor een termijn van 15 jaar en een maatregelendeel voor de termijn van 4 jaar.

Het visiedeel van het plan is een overkoepelend plan, dat aangeeft welke doelen en ambitieniveaus worden nagestreefd. Verbanden tussen beleidsvelden worden integraal neergezet. Dit deel geeft voeding aan andere plannen en voornemens.

In het uitvoeringsgerichte deel worden bindende afspraken gemaakt over concrete maatregelen die in de nabije toekomst worden genomen. Waar nog onzekerheid bestaat over de aard en omvang van de maatregelen zal het voornemen van nader onderzoek in het plan worden vastgelegd. De afspraken gaan over de inhoud, uitvoering, planning en financiering en wie een bepaalde actie trekt.