direct naar inhoud van Artikel 4 Natuur
Plan: Grebbeweg West I
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0345.GrebbewegE217-vg01

Artikel 4 Natuur

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. instandhouding en ontwikkeling van ter plaatse voorkomende dan wel daaraan eigen landschaps- en natuurwaarden;
  • b. extensieve openluchtrecreatie, voor zover de onder a en c bedoelde waarden niet onevenredig worden aangetast;
  • c. instandhouding en ontwikkeling van aldaar voorkomende watergangen, sloten, poelen en andere waterpartijen;
4.2 Bouwregels

Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken, geen gebouw zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming waarvan de bouwhoogte niet meer dan 2 m¹ mag bedragen met een maximale oppervlakte van 10 m².

4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.3.1 algemeen

Behoudens het bepaalde in 4.3.2, is het verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders op en in de hierna aangegeven gronden de daarbij aangegeven werken en werkzaamheden uit te voeren:

  werken en werkzaamheden*  
Gronden als bedoeld in artikel:   a   b   c   d   e   f   g  
4   Natuur   +         +      
*   de onderstaande letters worden hierna verklaard;
in de tabel is: + = omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden vereist  
a   aanleggen en verharden van wegen en paden en het aanleggen of aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, met uitzondering van het aanleggen van kavelpaden en verhardingen ten behoeve van in- of uitritten, tot elk een oppervlakte van 60 m² tenzij de grond de aanduiding landschapswaarde heeft;  
b   verlagen van de bodem en afgraven van gronden, tenzij daarvoor een vergunning is vereist krachtens de Ontgrondingenwet, en het ophogen en egaliseren van de gronden;  
c   aanleggen en dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen;  
d   aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;  
e   vellen en rooien van bomen, hakhout en andere houtopstanden en het verrichten van handelingen, die de dood of ernstige beschadiging daarvan ten gevolge hebben of kunnen hebben;  
f   diepploegen, zijnde het extra diep circa 0,5 m of meer omploegen, waarbij de kruidlaag volledig wordt omgeploegd;  
g   bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden.  

4.3.2 Uitzonderingen omgevingsvergunningplicht

Het in artikel 4.3 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van:

  • a. werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  • b. werken en werkzaamheden, waarmee rechtens is of mag worden begonnen ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
  • c. werken en werkzaamheden op en in gronden die binnen agrarische bouwpercelen zijn begrepen;
  • d. werken en werkzaamheden als bedoeld in 4.3 onder d, als daarvoor een bouwvergunning is vereist;
  • e. het vellen, rooien of beschadigen van fruitbomen.
4.3.3 In te winnen adviezen

Alvorens een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden te verlenen als bedoeld in artikel 4.3, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in van een door hen aan te wijzen ter zake natuur- en landschapdeskundige, ingeval ze advies nodig achten.