Plan: | Aansluiting Groenpoort, Veenendaal-oost |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0345.BPAanslRondweg-vg01 |
het bestemmingsplan 'Aansluiting Groenpoort, Veenendaal-oost' met identificatienummer NL.IMRO.0345.BPAanslRondweg-vg01 van de gemeente Veenendaal.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
voorzieningen die een onderdeel vormen van en ondergeschikt zijn aan een bestemming of functie.
een container voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid van de Wet milieubeheer.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouw zijnde.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde zijn toegelaten.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen gebouw zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een al dan niet gebouwde voorziening kennelijk bedoeld voor het beperken van geluidhinder, zoals een geluidscherm of een geluidwal.
voorzieningen ten behoeve van verkeer en waterhuishouding zoals stuwen, bruggen, tunnels, duikers, aanlegsteigers, vlonders, kadewanden, keermuren, lichtmasten, beeldende kunst, openbaar vervoer haltes, overkappingen, stallingsruimten, verkeersborden, verkeersgeleiders, verkeersregelinstallaties, laadpalen en afvalcontainers, alsmede parkeervoorzieningen, en een geluidbeperkende voorziening.
onmiddellijk nadat het voertuig tot stilstand is gebracht bij voortduring inladen of uitladen van goederen van enige omvang of enig gewicht, gedurende de tijd die daarvoor nodig is.
voorzieningen ten behoeve van (de aansluiting op) het openbare net van gas, water, elektriciteit, riolering, stadsverwarming, en het telecommunicatieverkeer, of daaraan gelijk te stellen voorzieningen.
vergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
een (gedeelte van een) bouwwerk, waarvan de vloer is gelegen op tenminste 1,75 m beneden peil.
het laten stilstaan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van passagiers of voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen. Onder parkeren wordt tevens verstaan het gedurende enige tijd stilstaan ten behoeve van het opladen van een elektrisch voertuig.
een aaneengesloten stuk grond waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar horende bebouwing is toegelaten.
de grens van een perceel.
de analoge en digitale voorstelling van de in het plan opgenomen digitale ruimtelijke informatie.
de grens van het perceel gelegen aan de zijde van de weg.
ziekenhuizen en andere zorginstellingen, gebouwen voor onderwijs voor minderjarigen of buitenschoolse opvang, peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, justitiële inrichtingen en asielzoekerscentra.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de verst van elkaar gelegen punten van die bouwwerken, horizontaal, dan wel verticaal gemeten;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, liftschachten, zonnepanelen en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of hart van scheidingsmuren);
vanaf het peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
voor het buitenwerks meten van maten geldt dat uitstekende delen van ondergeschikte aard tot maximaal 0,5 meter buiten beschouwing blijven, zoals bij dakgoten, dakoverstekken, regenafvoerpijpen, rookgasafvoeren en kleine schoorstenen;
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken, geen gebouw zijnde die ten dienste staan ten behoeve van de omschrijving in artikel 3.1.
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Voorafgaand aan het bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde zoals bedoeld in artikel 3.2.2, dient een ontheffing volgens de Wet natuurbescherming verkregen te zijn.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Als gebruik in strijd met de bestemming als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, geldt in ieder geval:
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg 1' is het verboden kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten op te richten.
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming op onderdelen wijzigen teneinde de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - lpg 1' te wijzigen in die zin dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg 2' is het verboden zeer kwetsbare objecten op te richten.
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming op onderdelen wijzigen teneinde de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - lpg 2' te wijzigen in die zin dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen' is het verboden kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten op te richten.
Burgemeester en wethouders kunnen de aanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen' op onderdelen wijzigen in die zin dat:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van:
De in artikel 8.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, mits:
Voor het uitvoeren van ondergrondse werken en werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen.
Burgemeester en wethouders verlenen slechts een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden en het wijzigen van de functie van bouwwerken en gronden, met inachtneming van het de voor het gebied ten tijde van de indiening van de aanvraag geldende parkeernormenbeleid, indien:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bepaalde in artikel 10.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 10.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in artikel 10.2.1 na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Het bepaalde in 10.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Aansluiting Groenpoort, Veenendaal-oost'.