Plan: | Achterberglaan 22a |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0345.BP090201-oh01 |
De gronden die op de verbeelding aangewezen zijn voor 'Wonen -W-' zijn bestemd voor:
Uitsluitend mogen worden opgericht gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen, gelden de volgende regels:
Bouwaanduiding | Bouwwijze |
[vrij] | vrijstaand |
Hoofdgebouwen | Eis |
maximale goothoogte woningen | 6 m¹ of ter plaatse aangegeven maatvoeringsaanduidingen op verbeelding |
maximale bouwhoogte woningen | 10 m¹ òf ter plaatse aangegeven maatvoeringsaanduidingen op verbeelding |
maximale dakhelling | 52 C° |
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Aan- en uitbouwen aan achterkant | Eis |
maximale diepte buiten het bouwvlak | 3 m¹ |
maximale bouwhoogte | 3,1 m¹ |
maximaal toegestane percentage bebouwing voor aan- en uitbouwen en bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'erf' | 50 % van de voor 'erf' aangeduide gronden |
maximale oppervlakte aan- en uitbouwen en bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'erf' | 50 m² |
Aan- en uitbouwen aan zijkant | Eis |
minimaal aan te houden afstand tot voorgevel | 3 m¹ |
maximale diepte vanaf de verlengde achterste grens van het bouwvlak | 3 m¹ |
maximale goothoogte | 3,1 m¹ |
maximale bouwhoogte | 4,5 m¹ |
maximaal toegestane percentage bebouwing voor aan- en uitbouwen en bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'erf' | 50 % van de voor 'erf' aangeduide gronden |
maximale oppervlakte aan- en uitbouwen en bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'erf' | 50 m² |
aan te houden afstand tot zijdelingse perceelsgrens | geen, mits niet voor de voorgevel van een achterliggende woning wordt gebouwd |
Uitbreiding woning aan voorzijde | Eis |
maximale breedte | 60% van voorgevel |
maximale diepte | 1 m¹ |
maximale bouwhoogte | 3,1 m¹ |
minimale afstand tot voorste perceelsgrens | 2 m¹ |
Aangebouwde en/of vrijstaande bijgebouwen | Eis |
minimaal aan te houden afstand tot voorgevellijn | 3 m¹ |
maximale goothoogte | 3,1 m¹ |
maximale bouwhoogte | 4,5 m¹ |
maximaal toegestane percentage bebouwing voor aan- en uitbouwen en bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'erf' | 50 % van de voor 'erf' aangeduide gronden |
maximale oppervlakte aan- en uitbouwen en bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'erf' | 50 m² |
aan te houden afstand tot zijdelingse perceelsgrens | geen, mits niet voor de voorgevel van een achterliggende woning wordt gebouwd |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende maatvoeringseisen:
Bouwwerken, geen gebouw zijnde | Eis |
maximale bouwhoogte keermuren | 2 m |
maximale bouwhoogte pergola's | 2,5 m |
maximale bouwhoogte erfafscheiding voor voorgevelrooilijn | 1 m |
maximale bouwhoogte erfafscheiding achter voorgevelrooilijn | 2 m |
maximale bouwhoogte overige bouwwerken | 3 m |
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen met betrekking tot de afmetingen en de plaatsing van de bebouwing ten behoeve van:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, zoals bedoeld in artikel artikel 2.1 van het Besluit algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval gerekend het gebruik voor:
Het bevoegd gezag is bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 3.4, sub a., teneinde afhankelijke woonruimte mogelijk te maken in bijgebouwen, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag is bevoegd omgevingsvergunning te verlenen als bedoeld in het bepaalde in lid 3.1, sub a. voor de uitoefening van een bedrijf aan huis in het hoofd- of bijgebouw, met dien verstande dat:
a. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;
b. bedoeld gebruik geen onevenredige hinder voor het woonmilieu mag opleveren en geen onevenredige afbreuk mag doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt, hetgeen betekent dat:
1. geen vergunning wordt verleend voor het uitoefenen van bedrijvigheid, dat onder de werking van de Wet milieubeheer of andere wetgeving valt, tenzij het desbetreffende gebruik door middel van het stellen van voorwaarden verantwoord is;
2. vast dient te staan dat het gebruik een kleinschalig karakter heeft en zal behouden;
3. het gebruik naar aard met het woonkarakter van de omgeving in overeenstemming moet zijn;
4. het gebruik de woonfunctie dient te ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten in het hoofdgebouw of bijgebouw uitvoert, tevens de gebruiker van het hoofdgebouw is;
5. het niet betreft zodanig verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een nevenredigeparkeerdruk op de openbare ruimten;
6. geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte verkoop in het klein in verband met bedrijfsmatige activiteiten in of bij het hoofdgebouw;
7. gezamenlijk maximaal 45 m² van de oppervlakte van de bebouwing op het woonperceel ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten in gebruik mag zijn.
Het bevoegd gezag trekt de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.5 in, indien de bij het verlenen van voor de ontheffing bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.