Plan: | Domplein Schatkamer, Wijzigingsplan Binnenstad |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0344.WZDOMPLEINSCHATBIN-0601 |
Archeologie in het plangebied
Het plangebied van Schatkamer 2 bevindt zich in een krachtens de Monumentenwet 1988 beschermd rijksmonument (monument nummer 531049). De bescherming betreft een Romeinse legerplaats (castellum) en resten van (vroeg) middeleeuwse kerkgebouwen en keizerlijke en bisschoppelijke residentie gebouwen.
Uitgangspunt voor de ontwikkeling van Schatkamer 2 is dat het archeologisch monument duurzaam behouden blijft, waarbij de nog aanwezige archeologische waarden beleefbaar zullen worden gemaakt. Dit is mogelijk aangezien het plangebied volledig binnen de grenzen van een in 1949 uitgevoerde opgraving (sleuf 19 en 20) ligt. Binnen de contouren van deze werkputten is door archeoloog van Giffen het bodemarchief volledig onderzocht, waarbij het merendeel van de archeologische sporen is vernietigd. Een klein deel van de aangetroffen funderingen, zoals die voor de pijlers van het schip van de Dom en de keien fundering van de Romaanse voorganger, zijn nog aanwezig en kunnen en belangrijke rol spelen in het toekomstige bezoekerscentrum. Om te kunnen beoordelen of en hoe een duurzaam behoud van deze archeologische resten gewaarborgd is, is in nauw overleg tussen de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), Stichting Domplein 2013 en gemeente Utrecht, besloten in 2011 een proefonderzoek uit te voeren. Op basis van de resultaten van dit onderzoek is bepaald worden of en onder welke voorwaarden de plannen voor Schatkamer 2 doorgang kunnen vinden met als uitgangspunt het duurzaam behoud van de archeologische resten van het Domplein.
De resultaten van de proefopgraving zijn geanalyseerd en voorgelegd aan de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE), die goedkeuring moet verlenen voor de definitieve opgraving. Op basis van het rapport “Technische rapportage mogelijkheden en risico's Schatkamer Domplein II naar aanleiding van archeologische onderzoek proefsleuf zomer 2011' heeft RCE de plannen voor het ondergrondse centrum beoordeeld. Daarbij is gekeken naar:
Bij brief van 30 november 2011 (zie bijlage 3 en 4) heeft RCE ingestemd met de realisatie van SKII , mits het mogelijk is de wand tussen de oorspronkelijke opgravingsputten van Van Giffen (1949) duurzaam ten toon te stellen en onder de voorwaarde dat alle buitenwanden (damwanden) binnen die putten worden geplaatst.
Nadere bestudering laat zien dat aan deze voorwaarden niet voldaan kan worden in het in het moederplan opgenomen Plan B. In deze variant is het duurzaam tentoonstellen van de tussenwand niet mogelijk en dienen damwanden deels buiten de oorspronkelijk opgravingsput van Van Giffen geplaatst te worden.
Rekening houdend met de voorwaarden van RCE en met inachtneming van de uitgangspunten voor de bescherming en beleving van het archeologische erfgoed is een Voorlopig Ontwerp gemaakt. Hierbij is uiteraard als voorwaarde gesteld dat dit een ruimte oplevert die in aard en omvang net als Plan B te exploiteren is. Het resultaat komt in grote lijnen overeen met de oorspronkelijke voorkeursvariant van de stichting, het in het moederplan beschreven Plan A. In het vorige hoofdstuk van dit plan is het thans aan de orde zijnde bouwplan uitvoerig beschreven.
Bij brief van 2 augustus 2012 (zie bijlage 5) heeft de RCE een vergunning verleend voor de werkzaamheden ten behoeve van de aanleg van de schatkamer.