direct naar inhoud van 2.2 Gemeentelijk beleid
Plan: Domplein Schatkamer, Wijzigingsplan Binnenstad
Status: onherroepelijk
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.WZDOMPLEINSCHATBIN-0601

2.2 Gemeentelijk beleid

Structuurvisie Utrecht 2015-2030 Afkomstig van Gemeente Utrecht, DSO, Strategie
Vastgesteld: 2004
Periode 2015-2030
Website: www.utrecht.nl/smartsite.dws?id=45085

Voor de stad Utrecht is op 1 juli 2004 de Structuurvisie Utrecht 2015-2030 vastgesteld. In de structuurvisie zijn de gewenste toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen van de stad Utrecht beschreven. Daarbij wordt uitgegaan van drie kernkwaliteiten van de stad, die in de structuurvisie zijn uitgewerkt in drie perspectieven: De Markt, Het Podium en De Binnentuinen.

  • De Markt sluit aan bij de kernkwaliteit: de stad als Randstedelijk centrum in een economisch dynamische en hoog stedelijke omgeving.
  • Het Podium sluit aan bij de kernkwaliteit: de stad als ontmoetingsplaats voor winkelen, cultuur, onderwijs en recreatie.
  • De Binnentuin sluit aan bij de kernkwaliteit: de grote stad met kleinschaligheid en sociale cohesie in de wijken.

De perspectieven zijn deels vertaald naar ambities voor de korte en middellange termijn (2015) in het ontwikkelingsbeeld 2015. Van toepassing op het plangebied is het perspectief Podium.

Doelstelling binnen het perspectief het Podium is:

  • het versterken van de landelijke identiteit van Utrecht als ontmoetingsstad;
  • het bijdragen aan de culturele vitaliteit van de stad;
  • het versterken van de functionele relatie van de stad met de regio op het gebied van cultuur, onderwijs, voorzieningen en recreatie;
  • het ontwikkelen van een (bijbehorend) uitnodigend stedelijk milieu.


Relatie met het plangebied
Voor de lange termijn (2030) sluit het perspectief 'Podium' het beste aan bij onderdelen van dit plangebied. Een van de essentiële doelstellingen van het plan is om het Domplein een 'podium' te laten zijn voor betekenisvolle programmering op het gebied van wetenschap, religie en kunst en cultuur. Het ontwerp en de programmering van de openbare ruimte is er op gericht ontmoeting te generen tussen mensen van verschillende groepen, mede door het organiseren van evenementen. Daarbij dient de programmering van de evenementen afgestemd te worden op de cultuurhistorische betekenis van het plein.


Beheer van de chaos der eeuwen
Afkomstig van Gemeente Utrecht, DSO, Stedenbouw en Monumenten
Vastgesteld: 2004
Periode 2004 e.v.

Het beleidsplan van monumenten/cultuurhistorie 2004 'Beheer van de chaos der eeuwen' is een evaluatie van het monumentenbeleid sinds 1993. In dat jaar is het beleid vastgesteld in de nota Op de schouders van reuzen. Met name de relatie tussen ruimtelijke ontwikkelingen in de stad en de cultuurhistorie is in dit beleid benadrukt. Een uitvoerige inventarisatie en ook een effectrapportage bij aanzienlijke ingrepen werd noodzakelijk.

Naast de evaluatie doet het beleidsplan aanbevelingen voor de toekomst.
De belangrijkste aanbevelingen zijn:

  • 1. voortzetten monumentenbeleid;
  • 2. restauraties stimuleren met behulp van een revolving fund;
  • 3. wijziging financiële regeling voor beeldbepalende panden;
  • 4. puntensysteem als leidraad voor financiering/subsidiëring;
  • 5. herstel van monumenten in gemeentelijk bezit;
  • 6. lijst in eigendom te houden gemeentelijk bezit;
  • 7. besluitvorming over de effecten van ruimtelijke ingrepen voor cultuurhistorische waarden;
  • 8. regeling archeologie in de toekomst (verbetering bekostiging van archeologisch onderzoek);
  • 9. regeling bouwhistorisch onderzoek;
  • 10. communicatie.

Gemeentelijk archeologie beleid
Het gemeentelijk archeologie beleid heeft tot doel bij te dragen aan de historische beeldvorming over Utrecht en zijn bewoners. Om dit doel optimaal te verwezenlijken vervult de gemeentelijke archeologische dienst een actieve rol. In het gemeentelijk archeologie beleid wordt afhankelijk van de archeologische waarde, dan wel de archeologische verwachtingswaarde zowel naar boven als naar beneden afgeweken van de algemene vrijstelling voor het uitvoeren van archeologisch onderzoek.

In de op de gemeentelijke archeologische waardenkaart aangeduide gebieden waar een onderzoeksverplichting geldt zal van toekomstige initiatiefnemers tot bodem verstorende activiteiten een inspanning gevraagd kunnen worden om resten uit het verleden op te sporen en zo nodig veilig te stellen. Binnen deze gebieden gelden voor bepaalde ingrepen en activiteiten een aantal vrijstellingen.

Rijksmonumenten worden niet verstoord. Voor gemeentelijke monumenten geldt een onderzoeksplicht en gelden bouwregels bij elke ontwikkeling. In gebieden met een hoge waarde geldt een onderzoeksplicht en gelden bouwregels bij ontwikkelingen groter dan 25 m2 en dieper dan 30 cm. Bij ontwikkelingen groter dan 100 m2 geldt hier tevens een aanleg vergunningsstelsel. In gebieden met een Hoge verwachting verschuiven deze grenzen naar respectievelijk 100 m2 en 250 m2 waarbij de diepte in de categorie van 100 m2 tot 250 m2 geen rol speelt. In gebieden met een lage verwachting is er een onderzoeksplicht en gelden er bouwregels bij ontwikkelingen groter dan 250 m2, in deze gebieden is er een aanleg vergunningsstelsel bij ontwikkelingen groter dan 5000 m2. Indien er in een gebied geen verwachting is gelden er geen nadere eisen of regels.

Het Domplein is een archeologisch monument. Het plangebied ligt binnen de grenzen van een in 1949 uitgevoerde opgraving (sleuf 19 en 20). Binnen de contouren van deze werkputten is door archeoloog van Giffen het bodemarchief volledig onderzocht, waarbij het merendeel van de archeologische sporen is vernietigd. Doel van het plan is om de resterende archeologische resten te conserveren en beleefbaar te maken. Daarbij zullen werkzaamheden worden begeleid door gemeentelijke archeologen en gevolgd worden door de RCE.

Conclusies

  • Het plan is zowel gericht op het in beeld brengen van de ontstaansgeschiedenis van Utrecht aan de hand van archeologische relicten, als op veiligstelling van de ter plaatse aanwezige archeologische waarden. De nieuwe functie zal verenigbaar zijn met duurzaam behoud van de archeologische resten in de bodem;
  • in het algemeen moet bij vergunning aanvragen (voor beschermde monumenten en eventueel in het kader van een aanleg vergunningenstelsel) worden uitgegaan van behoud van de bestaande maaiveld situatie (of beperkte ophoging), aanzienlijke beperkingen ten aanzien van bodem ingrepen (hooguit kleinschalige verstoringen in de bovenste 30 cm) en handhaving van het grondwaterpeil.


Parkeerbeleid
Doelstelling is om de binnenstad leefbaar en bereikbaar te houden. Het parkeerbeleid is erop gericht de schaarse parkeerruimte zo goed en eerlijk mogelijk te verdelen over alle groepen gebruikers. Om het parkeren te kunnen reguleren is voor straat parkeerplaatsen gekozen voor het heffen van parkeerbelasting ('betaald parkeren') via parkeerautomaten en parkeervergunningen.
De gemeente Utrecht stelt parkeernormen als voorwaarde voor het verstrekken van een bouwvergunning. Bij nieuwbouw- en herstructureringslocaties is het uitgangspunt dat, rekening houdend met de kenmerken van de locatie en de functie, het parkeren op eigen terrein, bij voorkeur ondergronds, opgelost dient te worden. Het fiets parkeerbeleid is erop gericht goede fietsparkeervoorzieningen aan te bieden bij herkomst- en bestemmingslocaties. Het gaat hierbij om een reeks van stallingsvoorzieningen, zoals fietsklemmen en fietsenstallingen (buurtstallingen, besloten en publieke fietsenstalling).

Nota Partiële herijking parkeernormen
Besloten is de parkeernormen aan te passen om de belangen van openbare ruimte en leefbaarheid, van stedelijke ontwikkeling en het gebruik van gebouwde 'voorzieningen' beter met elkaar in balans te brengen en om de regelgeving te verminderen. Het gewenste effect is dat vertragingen in de bouw verminderen en er meer en beter rekening kan worden gehouden met bestaande praktijksituaties. Het gaat vooral om aanpassingen in bestaand stedelijk gebied. De parkeernormen in het gebied ten westen van het Amsterdam Rijnkanaal blijven op hoofdlijnen gelijk. Het Stationsgebied is buiten beschouwing gelaten.
De laatste jaren worden veel bouwprojecten in de bestaande stad vertraagd of zelfs afgeblazen als gevolg van relatief hoge parkeernormen en de eis voor realisatie op eigen terrein. De stagnatie van de gewenste stedelijke ontwikkeling was aanleiding om de parkeernormen te evalueren. Bij de evaluatie bleek dat er meer aanleidingen zijn om de parkeernormen te herijken, zoals het verminderen van regelgeving en het tegemoet komen aan bestaande praktijksituaties.

Op hoofdlijnen zijn er drie soorten aanpassingen doorgevoerd:

  • versoepeling van de parkeernormen voor horeca, kinderopvang/basisscholen, kleinere projecten en voor kantoren op voormalige B-locaties;
  • betere definities van woning categorieën. De parkeernormen voor de meeste woningen worden voortaan gekoppeld aan de woning grootte. Studentenwoningen (met een zeer lage parkeernorm) zijn nauwkeuriger omschreven;
  • aanpassing van de gebiedsindeling in de bestaande stad: Hierdoor passen de bij deze gebieden behorende normen voor woonfuncties en enkele voorzieningen beter bij de feitelijke (lagere) parkeer behoefte in die gebieden. Daarnaast worden kantoren en bedrijven gestimuleerd om - waar mogelijk - een deel van het parkeren collectief te organiseren.


De binnenstad valt binnen de "Centrale Stad". In de nota worden per onderscheiden functie de nieuwe parkeernormen aangegeven. Voor de binnenstad geldt betaald parkeren. Voor gebieden met betaald parkeren (gefiscaliseerd gebied) is bij kleinere projecten (tot maximaal 1000 m2 b.v.o.) de minimum parkeernorm vervallen en is de maximum parkeernorm voor langparkeerders verhoogd.
Het loslaten van het minimumnorm in de binnenstad maakt bijzondere ontwikkelingen mogelijk op plekken waar parkeerruimte niet goed financieel en ruimtelijk inpasbaar is. Het gaat bijvoorbeeld om het splitsen van woningen, wonen boven winkels en de verbouwing van monumenten. Uit de evaluatie van het gemeentelijk parkeerbeleid blijkt dat een groot deel van dergelijke bouwinitiatieven wordt stopgezet omdat het aanleggen van een parkeerplaats op eigen terrein niet mogelijk is. Door verruiming van de maximum normen voor langparkeerders wordt het ook mogelijk bij kleine bouwprojecten in betaald parkeren gebied meer parkeerplaatsen op eigen terrein te realiseren dan voorheen was toegestaan.
Met het loslaten van de minimumnormen bij kleine ontwikkelingen wordt de regelgeving eenvoudiger. Zo'n 80% van alle bouwaanvragen in gefiscaliseerd gebied vallen onder de noemer kleine projecten tot 1000 m2. Dit versnelt de plantoetsing in het algemeen, vermindert de regeldruk en heeft positieve gevolgen voor projectontwikkeling. Mogelijk zijn er negatieve gevolgen voor de buurt. De effecten van dit besluit worden daarom gemonitord en in 2009 geëvalueerd.

Relatie plangebied
Omdat het hier een ontwikkeling betreft van minder dan 1000 m², hoeft het plan niet te voldoen aan de parkeernormen. Parkeerruimte zou ter plaatse ook niet goed ruimtelijk en financieel inpasbaar zijn. Er kan voor dit project gebruik worden gemaakt van de bestaande parkeervoorzieningen in de stad.

Het Openbare Ruimte Plan (ORP), Utrecht binnen de singels
Het plan vormt voor de gemeente het kader voor de inrichting, het gebruik en het beheer van de openbare ruimte in de binnenstad. De historische ruimte staat daarin centraal. In het ORP staan de randvoorwaarden beschreven voor de ruimtelijke structuur van de straten, de stegen en de pleinen.
Verder zijn de afspraken over materiaalgebruik vastgelegd. Door de herinrichting overeenkomstig deze uitgangspunten uit te voeren, ontstaat langzaam maar zeker weer een historische buitenruimte.

Relatie plangebied
De herinrichting en aanheling van de openbare ruimte rond de nieuwe schatkamer vormt de bovengrondse realisering van dit project. De doelstelling daarbij is dat het Domplein de bovengrondse afspiegeling wordt van de ondergrondse cultuurhistorische waarden. Daarbij is het van belang dat de verblijfskwaliteit en de identiteit van het plein versterkt zullen worden.

Bomenbeleid Utrecht
Afkomstig van Gemeente Utrecht, DSO, Stedenbouw en Monumenten?
Vastgesteld: 2009
Periode 2009 - 2030
Website: www.utrecht.nl/smartsite.dws?id=260010

Een van de belangrijkste doelen van het Utrechtse bomenbeleid is een samenhangende bomenstructuur voor de stad te verbeteren en te ontwikkelen, gebaseerd op cultuurhistorische, ruimtelijke en ecologische uitgangspunten en milieu.

Voor 2030 zet de gemeente in op het behoud en de ontwikkeling van de bomenstructuur. Dit zal gebeuren door twee beleidsdoelstellingen:

  • Waar mogelijk ontbrekende bomen in de bomenstructuur aanvullen om zo een samenhangende structuur te creëren. Dat betekent bij de ruimtelijke plannen in de komende jaren bezien waar bomen kunnen worden toegevoegd om zo de bomen lanen en pleinen te completeren. Daarnaast bij ingrepen in de huidige structuur op basis van een goed programma van eisen de structuur weer aanvullen;
  • De bomenstructuur verder verbeteren door extra zorg aan beheer en onderhoud te besteden. Dit kan resulteren in extra zorg bij aanplanting van bomen, bij groeiplaatsen van oudere bomen, bij de verzorging van de bomen in de jeugdfase en bij bomenziekten.

Sinds 1 januari 2007 kennen alle gemeentelijke ruimtelijke plannen in de stad een bomen paragraaf. De bomen paragraaf biedt vanaf het begin en in alle fasen van een planproces de mogelijkheid een belangenafweging te maken over de gevolgen van een ruimtelijk plan voor bomen.

Relatie plangebied
Het plangebied ligt niet in de gemeentelijke hoofd groenstructuur. In hoofdstuk 5 paragraaf wordt een afweging gemaakt omtrent de bomen in het plangebied.

Beleid en actieplan 2009-2014 'Evenementen en festivals in Utrecht
Afkomstig van Gemeente Utrecht, BCD, Stadspromotie
Vastgesteld: 2009
Periode 2009 - 2014

Het beleid en actieplan 2009-2014 'Evenementen en festivals in Utrecht' bevat het beleid ter behoud en uitbouw van evenementen en festivals in Utrecht.

De doelen voor de komende vijf jaar betreffen:

  • Utrecht moet nationale positie behouden en successen beter communiceren;
  • Internationaal moet Utrecht op de kaart komen;
  • Lokaal draagvlak voor evenementen vergroten.


Utrecht staat al enkele jaren in de top drie van evenementen steden van Nederland. De gemeente wil het niveau van festivals en evenementen dat Utrecht inmiddels heeft bereikt graag uitbouwen. Om de drie doelen van de evenementen nota te verwezenlijken en de genoemde uitdagingen het hoofd te bieden kiest de gemeente voor professionalisering op alle fronten. De nota volgt hierbij twee hoofdlijnen. De eerste lijn geeft inzicht in het gehele proces van de organisatie rond evenementen. Deze basis dient goed op orde te zijn. Professionalisering in kennis en dienstverlening staan centraal. De gemeente zal meer dan tot nu toe gebeurt oplossingen zoeken voor zaken rond evenementen die overlast veroorzaken. Zoals een betere spreiding van evenementen door de gehele stad, waardoor de druk op de binnenstad niet verder toeneemt.

De tweede lijn van de nota gaat in op de ambities van Utrecht op het gebied van festivals en evenementen. Hoe kunnen deze beter worden ingezet voor de versterking van het merk Utrecht? Professionalisering in marketing, communicatie en promotie en samenwerking met partners in de stad spelen hierbij een belangrijke rol.

Relatie met het plangebied
Het plan biedt Utrecht een vernieuwd podium, dat zich onderscheidt van de andere podia in de stad omdat hier de ontstaansgeschiedenis van Utrecht zichtbaar en beleefbaar zal worden gemaakt.

Actieplan Cultuur 2008-2018 'De ontdekking van Utrecht'
Afkomstig van Gemeente Utrecht, DMO, Culturele Zaken
Vastgesteld: 2008
Periode 2008 - 2018
Website: www.utrecht.nl/smartsite.dws?id=209232

Het Actieplan Cultuur 2008-2018 is een meerjarig plan dat de cultuurnota periode 2009-2012 en de jaren erna omvat. Het motto van het plan is 'De ontdekking van Utrecht', dit motto sluit aan bij de algemene kernwaarden voor de stad: talent, vernieuwend, historie, persoonlijk.

Op basis van de visie en ambitie wordt ingezoomd op twee belangrijke acties in 2007-2008:

  • bepalen van de gemeentelijke inzet voor het cultuur convenant 2009-2012;
  • vaststellen van een plan van aanpak Europese Culturele Hoofdstad 2018.

In de periode 2009-2012 omvat het cultuurbeleid twee hoofdlijnen:

De stad als podium

  • versterking van de culturele infrastructuur;
  • kansen voor nieuwe makers;
  • cultureel erfgoed en culturele planologie;
  • cultuur marketing & stadspromotie.

Wijk en wereld

  • cultureel ondernemerschap in de wijk;
  • cultuurparticipatie en diversiteit;
  • internationalisering.

Relatie met het plangebied
Het plan draagt bij aan podium functie van de Binnenstad, en vormt een aansprekend voorbeeld van culturele planologie en draagt daardoor bij aan de versterking van de identiteit van Utrecht als stad van kennis en cultuurhistorie.

Collegeprogramma 2010 - 2014
Utrecht: stad van kennis en cultuur waarbij kunst verleidt, confronteert, emotioneert en geregeld ontregelt. Waar het culturele klimaat bijdraagt aan het plezier, de schoonheid en aantrekkelijkheid van de stad en haar inwoners. Het draagt bij aan de economische groei van de stad en prikkelt het cultureel ondernemerschap en de samenwerking met ondernemers en bedrijfsleven.

Kunst en cultuur zijn in Utrecht voor iedereen bereikbaar en toegankelijk en verbindt mensen, organisaties en bedrijven met elkaar, of ze nu in Utrecht wonen, werken of verblijven. Ze dragen bij aan de culturele kleur, diversiteit en variëteit van de stad. Het biedt jeugd en jongeren avontuur en kansen voor de ontwikkeling van talent.

Utrecht gaat ervoor om de nominatie als Culturele Hoofdstad van Europa 2018 binnen te halen. De viering van de Vrede van Utrecht in 2013 is hiervoor een uitstekende opmaat en kan een extra impuls geven aan het bewaren, koesteren en ontsluiten van het eigen Utrechtse culturele erfgoed en aan het internationaal profileren van de stad. Cultuur als de stadspromotie van Utrecht.

Bestemmingsplan Binnenstad
Afkomstig van de gemeente Utrecht
Vastgesteld Februari 2010
periode 2010-2020

In het in Februari 2010 vastgestelde bestemmingsplan binnenstad staat met betrekking tot het onderhavige project het volgende vermeld.

In 2005 is de stichting Domplein 2013 opgericht. De oprichting van de stichting werd gevolgd door het besluit van de gemeente Utrecht de doelstelling te ondersteunen en het Domplein als schatkamer van de Utrechtse, Nederlandse en Europese geschiedenis te ontsluiten in het kader van 300 jaar Vrede van Utrecht en Culturele Hoofdstad van Europa 2018.

De missie van Initiatief Domplein 2013 is om het Domplein te transformeren tot een nationaal plein dat, vanuit het besef van een rijke historie, in de actualiteit haar betekenis en allure toont en plaats biedt aan bewoners en bezoekers van Nederland met al hun verbindende en onderscheidende eigenschappen en uitingen. Om dat te bereiken zijn met het oog op het jaar 2013 drie aan elkaar gerelateerde ambities geformuleerd:

  • 1. beleefbaar maken van de cultuurhistorische schatkist (2000 jaar geschiedenis, zowel ondergronds als bovengronds);
  • 2. creëren van een gastvrij plein (zowel binnen, in gebouwen, als buiten, in openbare ruimte);
  • 3. creëren van een 'podium' voor betekenisvolle programmering op het gebied wetenschap, religie en kunst & cultuur.

De Ontwikkelingsvisie Domplein 2005-2013 met het bijbehorende uitvoeringsprogramma, als kader voor alle ondergrondse en bovengrondse ontwikkelingen op, aan en onder het Domplein, is afgerond en aangeboden aan het college van B&W. Ten aanzien van de visie heeft het college besloten:

'In te stemmen met de ambities voor het Domplein zoals verwoord in de 'Ontwikkelingsvisie Domplein 2013' van de Stichting Initiatief Domplein 2013, waarbij de schatkamer van 2000 jaar geschiedenis op, onder en rond het Domplein weer zichtbaar en beleefbaar wordt gemaakt."

Het uitvoeringsprogramma behelst verschillende stadia en ontwikkelingen. Zo zijn er nieuwe (ondergrondse) publiekscentra gepland en zijn er voor het pand Domplein 4-5 (het huidige Utrechts Centrum voor de Kunsten) plannen voor uitbreiding van het aantal functies.

Voor zover ze ruimtelijke consequenties en voldoende zeker zijn, zijn de voorgenomen plannen in dit bestemmingsplan meegenomen. Grote delen van de bebouwing om het Domplein is voorzien van een ruime gemengde bestemming "Gemengd-2" de panden Domplein 4-5 zijn tevens bestemd als “Cultuur en Ontspanning”.
Voor de plannen die nog niet voldoende concreet zijn, en dus nog niet in het bestemmingsplan Binnenstad zijn meegenomen, zal te zijner tijd worden bezien of een aparte planologisch-juridische procedure doorlopen dient te worden.

Conclusie
In het bestemmingsplan Binnenstad is reeds aangegeven dat de gemeente wil meewerken aan het plan. Omdat het plan op het moment van vaststelling van het bestemmingsplan Binnenstad nog niet voldoende concreet kon het niet worden meegenomen in dat plan. Het voorliggende plan is de planologisch-juridische juridische vertaling van de inmiddels concreet geworden plannen voor het ondergrondse bezoekerscentrum.

Bestemmingsplan Domplein Schatkamer, Binnenstad
Afkomstig van de gemeente Utrecht
Vastgesteld december 2011
periode 2011-2021

Het Domplein herbergt het historische hart en de ziel van de stad Utrecht. Onder het plein ligt tweeduizend jaar verborgen geschiedenis. Die geschiedenis was alleen zichtbaar door de markering in de bestrating van het Domplein en de castellum markering of in schatkamer I op de binnenplaats van het Utrecht Centrum voor de Kunsten. Maar voor het overgrote deel aan het oog onttrokken. De bodem onder het Domplein is echter rijk gevuld met archeologie uit verschillende tijds lagen, aan het licht gekomen bij tal van opgravingen in de vorige eeuw. Schatkamer II is een volgende stap om de geschiedenis van het Domplein zichtbaar te maken.

In 2005 heeft het College van B&W het Domplein benoemd tot Schatkamer van de Utrechtse, Nederlandse en Europese geschiedenis. In 2009 is het Domplein bij de Minister van OCW voorgedragen als Rijksarcheologisch Monument. In januari 2010 heeft het College van B&W de Ontwikkelingsvisie Domplein 2013-2018 omarmd. Daarmee is nadrukkelijk uitdrukking gegeven aan de wens de verborgen geschiedenis van het Domplein te willen ontsluiten.

Stichting Domplein 2013 is in 2005 opgericht als particulier initiatief met als doel de geschiedenis van het Domplein toegankelijk te maken voor een breed publiek.

De missie van de stichting is in de Ontwikkelingsvisie Domplein 2013-2108 als volgt geformuleerd:

Het Domplein transformeren tot een internationaal forum dat, vanuit het besef van een rijke historie, in de actualiteit haar betekenis en allure toont en plaats biedt aan bewoners en bezoekers van Nederland met al hun verbindende en onderscheidende eigenschappen en uitingen.

Daartoe zijn drie ambities geformuleerd:

  • Het beleefbaar maken van de cultuurhistorische schatkist;
  • Ontwikkelen van een gastvrij plein;
  • Programmeren van een inspirerend podium.


Om de ambities te realiseren heeft de stichting een kernprogramma, dat gericht is op de realisering van twee schatkamers en daarnaast het aanbrengen van castellum markeringen waardoor de geschiedenis van het Domplein zichtbaar wordt gemaakt.

Stichting 'Domplein 2013' heeft met het 'Initiatief Domplein' een plan in voorbereiding om ter plaatse van het gelijknamige plein een ondergronds bezoekerscentrum te realiseren. Met dit belevenis museum, genaamd Schatkamer II, wil men de betekenis van de rijke historie van dit plein voor de huidige actualiteit onder de aandacht brengen en het Domplein tot een internationaal forum transformeren.

Het ondergrondse publiekscentrum wordt gesitueerd op de plek van het voormalige middenschip van de gotische Dom. De ruimtes, een tweetal 'kamers', zijn gepositioneerd tussen en rondom een aantal uitgegraven poeren van de pijlers van het in 1674 ingestorte middenschip. Archeologische waarden, historische (bodem)profielen en restanten van oude bebouwing worden zo voor het publiek toegankelijk en beleefbaar gemaakt. De ruimte omvat de sleuven 19 en 20 die in 1949 door archeoloog Van Giffen zijn ontgraven en vervolgens weer zijn aangevuld.

De hoofddoelstelling van het bestemmingsplan is om de hier boven genoemde ambities planologisch-juridisch mogelijk te maken.