direct naar inhoud van 3.1 Beschrijving van het plangebied
Plan: Zwembad De Krommerijn
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPZWEMBADKROMMERIJ-0601

3.1 Beschrijving van het plangebied

Het plangebied maakt onderdeel uit van bestemmingsplan Rijnsweerd-Zuid. Dit plan is vastgesteld op 25 februari 1988 en (gedeeltelijk) goedgekeurd door gedeputeerde staten op 4 oktober 1988. Een deel van het gebied is bij kroonbesluit alsnog onherroepelijk verklaard op 21 augustus 1990.

De volgende bestemmingen zijn op het plangebied van toepassing:

3.1.1 Zwembad (Z)

Deze gronden mogen uitsluitend worden gebruikt voor het oprichten en hebben van bouwwerken ten dienste van de zwemsport, waaronder was-, kleed-, berg- en dienstruimten, kantine, gebouwen voor nutsdoeleinden en een dienstwoning, alsmede voor ligweiden, speel-, groen- en parkeervoorzieningen.
De bebouwing mag uitsluitend worden opgericht binnen de bebouwingsgrenzen tot een maximum van 40% van het terrein. De hoogte mag niet meer bedragen dan 7 meter. Ten aanzien van deze hoogte is een vrijstelling mogelijk tot 12 meter.
De inhoud van de dienstwoning mag ten hoogste 400 m3 bedragen.

3.1.2 Wegen 1

De gronden binnen deze bestemming mogen uitsluitend gebruikt worden voor rijbanen, fietspaden, parkeerruimte, voetpaden, bermen en water en mogen uitsluitend bebouwd worden met bouwwerken (zoals kunstwerken, lichtmasten, verkeersregelapparatuur e.d.). Verkooppunten voor motorbrandstoffen en/of servicestations zijn niet toegestaan.
De hoogte van bouwwerken, tevens bebouwing, mag maximaal 3 meter zijn, met een maximale oppervlakte van 5 m2.
Ter plaatse van de aanduiding 'P' (parkeerterrein) mogen de gronden uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van parkeerdoeleinden.
Vrijstellingen zijn mogelijk ten aanzien van de hoogte en situering van de geluidsafschermende voorzieningen.

3.1.3 Groendoeleinden

Binnen deze bestemming mogen de gronden worden gebruikt voor groenvoorzieningen en paden en worden bebouwd met bouwwerken passend voor de bestemming zoals speeltoestellen, zitbanken en geluidsafschermende voorzieningen.

3.1.4 Water

Deze gronden mogen uitsluitend worden gebruikt overeenkomstig de bestemming en worden bebouwd met bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die noodzakelijk zijn voor de waterhuishouding, het verkeer en de verbinding van de oevers.