direct naar inhoud van 5.2 Geluidhinder
Plan: Zijdebalen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPZIJDEBALEN-0601

5.2 Geluidhinder

Wegverkeers- en spoorlawaai
Geluid beïnvloedt vaak de kwaliteit van de leef- en woonomgeving. De belangrijkste geluidsbronnen die in het kader van de ruimtelijke inrichting en ontwikkeling van belang zijn, zijn wegverkeer, railverkeer en bedrijven. De mate van acceptatie en hinder is onder meer afhankelijk van de functie van het geluidsbelastende object.

De Wet geluidhinder (januari 2007) is van toepassing bij het vaststellen van een bestemmingsplan. De normen uit die wet zijn van toepassing bij:

  • bestemmen van gronden voor nieuwe geluidsgevoelige objecten zoals woningen en scholen;
  • bestemmingen van gronden voor de aanleg van nieuwe (gezoneerde) (spoor)wegen (niet bij woonerven of
  • 30 km/h-wegen;
  • reconstructie van (spoor)wegen;
  • geluidsgezoneerde industrieterreinen.


Als één van bovenstaande situaties aan de orde is, dient er een akoestisch onderzoek te worden gedaan en zo nodig kan een ontheffing hogere grenswaarde worden verleend. De Wet geluidhinder hanteert twee waarden:

  • de voorkeursgrenswaarde; indien de geluidsbelasting onder dit niveau blijft is de betreffende ontwikkeling op grond van de Wet geluidhinder zonder meer mogelijk;
  • de maximale ontheffingswaarde; dit is het maximale geluidsniveau waaraan, onder voorwaarden, geluidsgevoelige objecten en terreinen mogen worden blootgesteld.


Onderzoek
In het kader van het bestemmingsplan Zijdebalen is akoestisch onderzoek verricht met betrekking tot de voorgenomen nieuwbouw van woningen en bedrijfsruimten in het plangebied Zijdebalen te Utrecht (Zijdebalen Akoestisch onderzoek wegverkeer, LBP, d.d. 27 juli 2010 en Notitie akoestische situatie railverkeer, LBP, d.d. 10 mei 2010). Hieruit blijkt dat voor wat betreft het railverkeer de betreffende voorkeursgrenswaarde niet wordt overschreden. Voor de woningen in alle blokken wordt de voorkeursgrenswaarde van 48 dB wel overschreden door het wegverkeer. Hiervoor is een hogere grenswaarde vastgesteld.

Uit de rekenresultaten blijkt tevens dat de geluidbelasting vanwege zowel het wegverkeer op de Oudenoord als de David van Mollemstraat (incl. Draaiweg) op de gevels van blok 1 hoger is dan de maximale ontheffingswaarde van 63 dB. In principe kunnen de gevels waarop de geluidbelasting hoger is dan de maximale ontheffingswaarde ‘doof’ worden uitgevoerd. Een dove gevel is een gevel met lichtopeningen die niet geopend kunnen worden en zonder ventilatievoorzieningen. Hierdoor is deze gevel geen gevel volgens de Wet geluidhinder en hoeft de geluidbelasting niet getoetst te worden aan de geluideisen. Hierbij wordt opgemerkt dat wel aan spuiventilatie, of gelijkwaardige oplossing, voldaan dient te worden.

Met toepassing van dove gevels of het treffen van maatregelen in de vorm van stil asfalt kan in het plangebied worden voldaan aan de Wet Geluidhinder.