direct naar inhoud van 5.14 Duurzaamheid
Plan: Zijdebalen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPZIJDEBALEN-0601

5.14 Duurzaamheid

De gemeente Utrecht heeft in haar milieubeleidsplan (MBP) op energiegebied een duidelijke ambitie vastgelegd: “In 2030 CO2-neutraal”. Ontwikkel- en herstructureringslocaties bieden hierbij kansen om een bijdrage te leveren aan de realisatie van deze ambitie. De inzet van maatregelen om de CO2-uitstoot vergaand te verminderen gaat volgens het MBP in de volgorde: energiebehoefte verminderen, inzet van duurzame bronnen en, tenslotte, een zo efficiënt mogelijke omzetting van primaire energie in warmte en kracht.

Door de initiatiefnemer wordt op dit moment nog onderzoek verricht naar verschillende methoden om een energiezuinig project te realiseren.De nieuwbouw in het plangebied Zijdebalen zal aangesloten worden op de stadsverwarming. Naast energiezuinigheid is het gebruik van materialen die relatief weinig milieudruk veroorzaken een essentieel onderdeel van duurzaamheid. De ontwikkelaar heeft ervoor gekozen om in de nieuwbouw hout toe te passen met het FSC-keurmerk. Daarnaast worden er, om te voorkomen dat de bouwmaterialen het grond- en oppervlaktewater verontreinigen, niet-uitlogende materialen toegepast.

Een zeer belangrijke component is ook de manier waarop de ruimte wordt ingericht, hoe omgeving en gebouwen elkaar bijvoorbeeld kunnen versterken. Het heeft vooral ook te maken met behoud en zo mogelijk verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving. Met de verwezenlijking van het plan Zijbalen wordt het bedrijventerrein omgevormd tot een woongebied met ruimte voor kleinschalige bedrijvigheid, waarbij zeer veel aandacht wordt besteedt aan de ruimtelijke kwaliteit.

Het bestemmingsplan kan slechts duurzaamheidsaspecten regelen die een ruimtelijke relevantie hebben en dus direct verband houden met de bestemming die aan de gronden wordt toegekend. De voorschriften moeten rechtstreeks betrekking hebben op het ruimtebeslag van de (nabijgelegen) gronden. Dit betekent dat kwaliteitseisen voor gebouwen niet of nauwelijks bindend in het bestemmingsplan zijn op te nemen. Dergelijke zaken kunnen slechts in een publiek-private overeenkomst vastgelegd worden.